Luchtkaartering XI
ffl ffl ffl ffl
ffl ffl
B. ffl ffl EC B-EL
Inleiding
door prof. ir. A. J. van der Weele, oud-hoofd van de MD van de Rijkswaterstaat en oud-
rector van het ITC.
SUMMARY
„Luchtkaartering XI"
Fifty years ago, with relatively simple resources and under high pressure, a first and special kind of ortho-
photo's were made by the „Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat".
fff™ i ii in
ST JOBIS LABODATOBIUM MV
Hro rp ri p- m m
ill to LJJ LLJ LLJ
APBEIDSDIEtlST
uinmemi ntCHirMt*
LucHTmrnrp/no jr
len met buitenstaanders. In de tweede plaats de gloeien
de haast waarmee resultaten in dertigvoud moesten wor
den geleverd. Ter versnelling van de produktie werden
zelfs enige gemobiliseerden, die geacht werden een bij
drage aan het proces te kunnen leveren, weer bij de MD
gedetacheerd. Dat hun plaats in de organisatie vaak niet
in overeenstemming was met hun militaire rang, was een
pikante bijzonderheid die het ongewone van deze op
dracht accentueerde en soms aanleiding gaf tot merk
waardige incidenten.
Tenslotte moest de meest efficiënte methode om voor het
heuvelachtige terrein aan de gestelde nauwkeurigheids-
eisen te voldoen, nog worden uitgevonden.
De uitdaging voor een aanvankelijk als bijna onmogelijk
geachte opgave te worden gesteld, was voor het perso
neel, waarvan de gemiddelde leeftijd niet boven de dertig
jaar zal hebben gelegen, een stimulans om zich met volle
inzet op het werk te storten. Alle gebruikelijke normen
voor arbeidstijden en dergelijke werden overboord gezet,
waardoor af en toe een soort continubedrijf ontstond.
Werkdagen van 18 tot 24 uur waren hierbij geen uitzonde
ring. De stimulerende invloed van prof. Schermerhom
was hieraan ook niet vreemd. Hierdoor ontstond een
sfeer waarin „alles mocht" zolang dat het werk ten goede
kwam. Mede hierdoor is het mogelijk geweest de eerste
opdracht, waarvoor de opnamen eind september waren
gemaakt, nog in 1939 te voltooien. Het enige nog terug
gevonden bewijs voor deze bewering is een bedankbrief
namens de Generale Staf gericht aan prof. Schermerhorn
en gedateerd 6 januari 1940.
Het vervolg werd op 10 mei 1940
abrupt afgebroken; het materiaal
werd in beslag genomen of is,
voor zover reeds afgeleverd, door
oorlogshandelingen grotendeels
vernietigd. Het bij de MD nog
aanwezige materiaal, dat aan de
inbeslagneming was onttrokken,
werd in juli 1959 bijgezet in het
archief van de Topografische
Dienst en werd daardoor prak
tisch ontoegankelijk.
Impressie van een medewerker.
Een beschrijving van de gevolg
de methode moet thans groten
deels aan het geheugen worden
ontleend. Het is begrijpelijk, hoe
wel te betreuren, dat in de oor
logsjaren niemand zich geroepen
voelde een verslag van deze
luchtkartering te maken. Reeds
enige jaren loop ik rond met het
plan om in deze leemte te voor
zien, omdat een aantal techni
sche aspecten van het werk
Indien de bovenstaande titel bij u associaties oproept aan
het carnaval of aan andere vormen van frivool vermaak,
dan heeft u in ieder geval iets geproefd van de sfeer waar
in de karteringsopdracht, die achter de naam „Lucht
kaartering XI" schuilgaat, werd uitgevoerd.
In de nazomer van 1939 kreeg de Meetkundige Dienst
van de Rijkswaterstaat, verder met MD aangeduid, van
militaire zijde de opdracht tot het vervaardigen van foto
kaarten van de Grebbelinie. (De term fotokaart is hier niet
geheel op haar plaats, daar geen aaneengesloten kaart
werd geleverd, doch slechts losse ontschrankte foto's die
ten gevolge van hoogteverschillen in het terrein onderling
niet nauwkeurig aansluiten.) De opdracht werd in het
vroege voorjaar van 1940 uitgebreid tot delen van de
Nieuwe Hollandsche Waterlinie.
De gevraagde schaal was: 1 10 000, terwijl de nauw
keurigheid zodanig moest zijn, dat coördinaten van goed
identificeerbare punten konden worden bepaald met een
standaardafwijking van ongeveer 2 m, dat wil zeggen van
0,2 mm op de schaal van de fotokaart.
Twee kenmerken onderscheidden dit karwei van de
andere tien opdrachten voor derden, die door de MD
werden of waren uitgevoerd (vandaar het nummer XI). In
de eerste plaats de strikte geheimhouding die in acht
moest worden genomen, waardoor in voor anderen afge
sloten ruimten moest worden gewerkt, terwijl het perso
neel over de aard van het werk geen woord mocht wisse-
202
NGT GEODESIA 90 - 5