1
\4
Afdruk met witte hoogtelijnen (2 x verkleind).
worden toegepast, omdat de inpasbasis, in casu de
glasplaat met ruitennet, mee moest worden afgedrukt.
Het eronder schuiven van fotografisch materiaal werd
niet aanvaardbaar geacht, omdat hierdoor de inpassing
zou kunnen worden verstoord.
Bij de ontschranker van De Koningh draait de projectie
tafel om één as, waarvan de steunpunten buiten de tafel
zijn aangebracht. Dit gaf de mogelijkheid in de tafel een
ruim gat te maken en het uitgezaagde stuk aan een hef
boom te verbinden, waardoor het naar beneden kon
worden weggedraaid en weer op zijn plaats kon worden
gebracht. Hierdoor kon het fotografisch materiaal onder
de inpasplaat worden gebracht zonder de inpassing te
beroeren.
Bij de SEG V van Zeiss kon, door de constructie van de
tafelondersteuning, deze truc niet worden toegepast. Hier
werd de oplossing gevonden door de inpasplaat in een
raam te plaatsen dat, om een as draaiend, kon worden
opgeklapt. Na voltooiing van de inpassing werd de draai-
ingsas aan de tafel vastgeklemd om er zeker van te zijn,
dat na het terugklappen van de plaat exact dezelfde situa
tie als daarvoor werd gereconstueerd. Wel werd vóór de
inpassing onder de plaat een loze glasplaat gelegd van
dezelfde dikte als het later te gebruiken negatief om te
voorkomen dat de glasdikte van het negatief de recon
structie van de inpassing zou verstoren. Deze werkwijze
is omslachtiger dan die bij de De Koningh-ontschranker.
Daarom werd de SEG V het meest gebruikt voor het ver
vaardigen van de vergrotingen op de schaal 1:10 000
van de niet ontschrankte beelden.
De hoogtelijnen werden ontleend aan de minuutstukken
van de Topografische Dienst. Deze zijn, met een formaat
van 25 x 40 cm, in potlood geconstrueerd op zogenaamd
gewapend papier. In het terrein werd door de topografen
een aantal hoogtepunten bepaald, waarna op het bureau,
daarbij ondersteund door een stereoscopisch beeld, door
de cartografen de hoogtelijnen werden geïnterpoleerd.
De betrouwbaarheid van deze lijnen is derhalve zowel af
hankelijk van het aantal en de spreiding van de gemeten
punten als van de vaardigheid en het inzicht van de
cartograaf.
Aangezien op korte termijn geen betere gegevens be
schikbaar waren, werd dankbaar gebruik gemaakt van
deze minuutstukken. Daarvoor werden ze gefotogra
feerd, waarna van het verkregen negatief in de ont
schranker een papierafdruk op schaal 1 10 000 werd
gemaakt, waarop de hoogtelijnen derhalve in zwart voor
komen.
Voor het overbrengen van de hoogtelijnen op de ont
schrankte negatieven werden twee methoden gebruikt.
Begonnen werd met de meest directe methode, waarbij
de hoogtelijnen in zwart op de emulsielaag van het ont
schrankte negatief werden getekend. Het negatief werd
op een lichtbak gelegd met daaronder de, via de gemeen
schappelijke ruitpunten, ingepaste hoogtelijnenafdruk.
De emulsielaag en de hoogtelijnenafdruk waren geschei
den door de glasdikte van het negatief. Dit dwong de
tekenaar om bij het kopiëren steeds loodrecht op de
glasplaat te kijken om fouten ten gevolge van de licht
breking te voorkomen. De ongunstige werkhouding die
hiervan het gevolg was, werkte niet bevorderlijk voor een
snelle produktie, doch werd door de tekenaars, bij gebrek
aan een alternatief, als noodzakelijk aanvaard. Tegelijk
met de hoogtelijnen werden de daarbij behorende hoog-
tecijfers en de bij de coördinatenruiten behorende waar
den aangebracht. Tenslotte werd het hoofdpunt, dat voor
de berekening van de correcties aan de gemeten coördi
naten van groot belang was, extra gemarkeerd met een
dikke zwarte cirkel met een diameter van 5 mm. De van
een aldus bewerkt negatief gemaakte afdruk vertoont de
ruitlijnen in zwart en de hoogtelijnen en de beschrifting in
wit.
Een complicatie, waarvan de invloed aanvankelijk was
onderschat, werd geleverd door de eis dat de beschrifting
op de negatieven in spiegelbeeld moest worden gete
kend. Slechts een klein aantal tekenaars was daarin vol
doende bedreven, met het gevolg dat deze tekenoperatie
de flessehals van het gehele werk dreigde te worden. Om
dit te voorkomen, werd een alternatief bedacht: van het
ontschrankte negatief werd een positief op glas gemaakt,
waarop analoog aan het boven omschreven systeem de
hoogtelijnen in zwart werden getekend en waarbij de
hoogtecijfers in normaal schrift konden worden aange
bracht. Van dit positief werd weer een negatief op glas
vervaardigd. Hierop werd de reeds genoemde hoofdpunt-
Afdruk met zwarte hoogtelijnen (2 x verkleind).
NGT GEODESIA 90 - 5
205