Digitaal Kartografisch Model (DKM)
009
het vervaardigen van inhoudelijk verschillende land
schapsmodellen, worden drie basismodellen gekozen.
De basismodellen worden getypeerd door de aanduiding
DLM 25, DLM 200 en DLM 1000, waarbij het getal ver
wijst naar de inhoud van de bijbehorende basiskaarten.
In tegenstelling tot het objectgeoriënteerde DLM, waarbij
de vrij definieerbare inhoud en attributen een hoge mate
van flexibiliteit in selectie garandeert, is het kartografi-
sche model erop gericht zo efficiënt mogelijk een presen
tatie op de gewenste schaal te genereren. Daarom wordt
bij de kartografische modellering uitgegaan van de vor
ming van kaartobjecten. Dit zijn objecten die door middel
van een bepaalde signatuur kunnen worden weerge
geven. Hiervoor wordt onder andere gebruik gemaakt van
de classificatie en de overeenkomsten in een of meerdere
attributen van bepaalde objecten (samengesteld object).
In de DKM-gegevensbank is elk kaartobject voorzien van
een identificatie, soort en nummer en de grafische at
tributen. Bij vastlegging in een vectorgestructureerd
systeem wordt uitgegaan van de x-, y- en z-coördinaten
van begin- en eindpunt en de interpolatie (vormbeschrij-
ving) tussen die twee punten van een vector. Bij vastleg
ging in een rastergestructureerd systeem wordt uitge
gaan van de coördinaten van het linkeronderpunt van de
betreffende celmatrix en de overige coördinaten in die
celmatrix.
In de signatuurcatalogus (ATKIS-SK) zijn de volgende
gegevens opgenomen:
toegestane DKM-kaartobjecttypen;
relatie met het DLM;
afbeeldingsprioriteit;
regels voor de afbeelding van signaturen;
geldigheidsregels voor het toepassen van signaturen;
relatie tussen een kaartobject en de bijbehorende sig
natuur.
No.
Objectklasse
No.
Objectgroep
3000
Verkeer
3100
Wegverkeer
No.
Kaartobjecttype
3101.1
Autosnelweg
Typering
puntvormig
lijnvormig
vlakvormig
Koppeling met ATKIS-OK
3101
(BDF) 7 m
(FZS) 4
Toepassingsregels voor signatuur
De naam en het nummer worden ongeveer elke 20 cm parallel
aan de wegsignatuur geplaatst, op een afstand van 0,5 mm
Prioriteit
Signatuur
A1 E73
0.04
kleur: oranje
0 07 - -
0.09
macro-object
landschap
DLM-object
individueel object
landschap
DLM-object
DLM-
DLM-
DLM-
objectdeel
objectdeel
objectdeel
punt
lijn
vlak
vectorelement
raster
rastermatrix
Fig. 4. Structuur van DLM-gegevensmodel.
Fig. 3. Signatuurcatalogus (ATKIS-SK).
Ten behoeve van de „uitgeklede" DKM-25 zijn er in de
signatuurcatalogus enkele honderden kaartobjecttypen
vastgelegd. In het DLM kunnen primitieve (niet-complex),
digitaal kartografische landschapsgegevens worden ge
selecteerd ten behoeve van het generaliseren van topo
grafie. Typisch kartografische generalisatiekenmerken
als combineren en verplaatsen kunnen niet worden ge
bruikt. Generaliseren door vervanging van signatuur
biedt veel mogelijkheden met betrekking tot kartografi
sche presentatie en is een direct gevolg van het gebruik
van overlay-technieken. Doordat per overlay delen van de
totale afbeelding vastliggen, is er per object slechts een
beperkte ruimte gedefinieerd voor het plaatsen van sig
naturen.
ATKIS-gegevensmodel
De architectuur van de ATKIS-gegevensbank komt tot uit
drukking in het gegevensmodel. In het gegevensmodel
worden de gegevenselementen en eventuele wederzijdse
relaties beschreven. Het bestaat in principe uit het DLM-
gegevensmodel, het DKM-gegevensmodel en de kop
pelingsinformatie tussen gegevenselementen in deze
modellen.
DLM-gegevensmodet
Het digitale landschapsmodel DLM bestaat uit een hoe
veelheid logische eenheden, de zogenaamde DLM-objec-
ten. Aan ieder landschapsobject wordt in het DLM-model
één DLM-object toegekend. Net als in de werkelijkheid
verschillende individuele landschapsobjecten tot één
samengesteld object worden gerekend (macro-objecten),
kunnen ook in de gegevensbank samengestelde DLM-
objecten worden gedefinieerd. Een voorbeeld is dat een
208
NGT GEODESIA 90 - 5