t SELECTIECRITERIA 1. MULTIFUNCTIONEEL GEBRUIK VAN EEN GEGEVEN IN DE ORGANISATIE 2. GEGEVENS DIE VANUIT EEN WETTELIJKE VERPLICHTING MOETEN WORDEN BIJGEHOUDEN EN AANGELEVERD 3- GEGEVENS DIE VANUIT HET OOGPUNT VAN KWALITEIT WORDEN OPGENOMEN waarvan de meeste doorwerking mag worden verwacht naar zowel de structuur van de vraag als het aanbod. In feite heeft de individuele gemeente ook behoefte aan eigen GFO's, aangevuld met activiteiten die een relatie leggen met de eigen organisatiestructuur en de gegroeide automatisering. Zo'n intern GFO wordt meestal een informatieplan genoemd en dient een vijftal activiteiten voor bovengenoemde overgangsperiode te om vatten: prioriteitenschema, in termen van gemeentelijke activiteiten, voor de komende jaren; selecteren, ordenen en definiëren van gegevens; aangeven van relaties tussen gegevens en de relatie met de organisatie (informatie-beheerorganisatie); vastleggen van de gegevenshuishouding (mutatie en raad plegen) in procedures en autorisatie (bronbestemmingsanalyse); op technisch niveau afstemmen van de diverse automatiserings- produkten. Om tot een goede planning en investering te komen, zullen ook de leveranciers moeten uitwerken welke inhoudelijke, dat wil zeggen door de gemeente als zodanig ervaren, relaties er tussen en binnen produkten nodig zijn. Kortom, er is alle reden voor een verdergaande samenwerking tussen enerzijds de vraag en anderzijds het aanbod via de gemeenschappelijke taal van de GFO's. Drs. P. J. M. Timmermans gaf in zijn inleiding een aantal aan dachtspunten mee ter overweging voor de toekomst: het GFO-vastgoed is niet af. De basisregistratie vastgoed is pas echt ingevuld, als alle vastgoed-GFO's zijn afgerond en zelfs dan blijft het een dynamisch geheel dat via het onderhoud ,,bij de tijd" blijft; iedere gemeente zal, naar behoefte en wens, op basis van het GFO de eigen basisgegevens moeten aangeven en definiëren. Dat brengt een enorme hoeveelheid werk met zich mee; er kunnen op basis van het GFO toepassingen worden gebouwd. Het GFO bevat daartoe slechts een gegevenswoordenboek en een globale gegevensstructuur. Anders gezegd, gemeenten moeten het toch zelf doen en hebben daarbij nu een bruikbaar hulpmiddel, dat het fundament kan zijn voor het uiteindelijk te realiseren bouwwerk. Steeds vaker wordt de kreet „integraal vastgoedsysteem" gehoord. Een goed systeem heeft een degelijk fundament en hoe men het ook wendt of keert: alles draait om de gegevens. Een van de aanbevelingen in het rapport is dan ook, dat de resultaten van het project in de gemeentelijke praktijk zouden moeten worden ingevoerd. Vooralsnog betreft die invoering met name de afstemming van de gebruikte gegevens met het GFO en het eenduidig binnen de organisatie neerleggen van het beheer van de basisgegevens. Hoewel het GFO niet perfect is, ziet de VNG het als een begin van standaardisatie. Als het belang van standaar disatie wordt onderkend, betekent dit dat gemeenten zeker in het begin van zo'n operatie de noodzakelijke tekortkomingen moeten aanvaarden. Leveranciers geven duidelijk aan de standaardisatie gedachte te willen volgen. Om aan een dergelijk traject te beginnen, is de aanwezigheid van kennis en ervaring van essentieel belang. Sinds januari van dit jaar is ten behoeve van de kennisopbouw de Leergang Informatiebeleid en Automatisering (LIA) van start gegaan. Ten behoeve van de invoe ring van de verschillende GFO's zullen opleidingsfaciliteiten worden geboden. De dag werd afgesloten met twee voordrachten van respectievelijk ing. J. van der Veen, hoofd van de afdeling Vastgoedinformatie in de gemeente Apeldoorn, en mevrouw C. Vonken, projectleider van het project vastgoed in de gemeente Eindhoven. Beiden gaven een beknopte samenvatting van de lokale ontwikkelingen en de relatie met het GFO-vastgoed. In tegenstelling tot een inhoudelijke benade ring van aspecten van vastgoed werd de nadruk gelegd op de metho dische aanpak en organisatorische consequenties van een basis registratie vastgoed. Omdat Apeldoorn een pilotgemeente is in het GFO-vastgoed, waren de conclusies in overeenstemming met datgene wat door eerdere sprekers reeds was aangehaald. Belangrijk is echter te constateren dat, ondanks de lange weg die reeds is afgelegd, zelfs de gemeente Apeldoorn nog aan het begin staat van de realisering van een geautomatiseerd vastgoedinformatiesysteem. Uiteraard zijn er in middels wel behoorlijke resultaten geboekt. Wellicht de belangrijkste winst ligt in het feit dat het topmanagement duidelijk richting geeft aan deze grootschalige automatiseringsprojecten, waarbij het opti maliseren van de gemeentelijke informatievoorziening centraal staat. Het structureren van de vastgoedinformatievoorziening is ge baseerd op een duidelijk groeipad, waarin begrippen als standaardi satie en personele acceptatie een hoofdrol spelen. In de gemeente Eindhoven liggen de zaken er anders voor. Een defi nitiestudie moet inzicht geven in de complexiteit van de informatie voorziening en een oplossingsrichting bieden. Een procesanalyse en de relatie tussen informatieclusters en basisregistraties vormen de basis voor verder onderzoek. Een informatiecluster is een verzame ling van handmatige en/of geautomatiseerde gegevensverwerkende processen, waarbij de informatie-uitwisseling binnen een cluster groot en tussen clusters onderling gering is. Voor de structurering van gegevens is gekozen voor het toewijzen van gegevens aan vast goedobjecten. Binnen de basisregistratie wordt in principe een drie tal hoofdgroepen van samenhangende basisgegevens onderschei den, te weten: objectgegevens; aanduidingen zoals adressen, perceel- en dossiernummers en directe gegevens over het object zelf, zoals soort object, oppervlakte, ligging en het aantal bouwlagen; thematische gegevens; hierbij wordt onderscheid gemaakt tus sen technische en financiële gegevens, kenmerken van gebruik en/of bestemming en juridische gegevens; relaties; hierbij wordt bedoeld de relatie met andere (basisre gistraties, zoals de gemeentelijke bevolkingsadministratie en middelen. Met de opmerking dat tijdens een proces, waarbij gebruik wordt gemaakt van gegevens uit de basisregistratie, geen verandering van de basisgegevens wordt verondersteld, werd door een verandering in de rust van de toehoorders een discussie goed op gang gebracht. Helaas was er geen gelegenheid om de discussie in het openbaar voort te zetten. Na afloop van de studiedag was er nog gelegenheid om, voorzien van een drankje, de tentoonstelling te bezichtigen en de discussies voort te zetten. Samenvattend kom ik tot de conclusie dat met de presentatie van het GFO een informatietechnische basis is gelegd. Meerdere malen werd gesteld, dat de vastgoedbeheerders nu aan de slag kunnen gaan. De vraag blijft echter nog steeds hoe! Het management van een groot aantal gemeenten is nog niet zover dat het denken is omgeslagen van proces- naar informatiemanage ment. Een ontwikkeling c.q. verandering van het beleid voor de infra structurele voorzieningen voor een geïntegreerde (grafische) infor matievoorziening, zoals computers, netwerken en standaarden voor communicatie en uitwisseling, zal nog een tijd op zich laten wachten. Het leren van de „grotere broer", zoals door Apeldoorn wordt gepro pageerd, heeft tot op heden weinig vruchten afgeworpen, omdat nooit de fouten aan het licht komen, maar eerder de perfectie. Daar naast komt het probleem, dat de huidige personele bezetting niet is voorbereid op dergelijke ingrijpende veranderingen, waardoor ge brek aan kennis, ervaring en inzicht snel tot eilandautomatisering of foutieve informatie kan leiden. „Last but not least" moeten de financiële middelen worden ge noemd. Automatiseren of beter gezegd informatiseren kost geld, SELECTIEPROCES DEFINIËRINGSPROCES 1. ASPECT: ID RT FE GB KW 2. INHOUDELIJKE ORDENING 1. KWANTITEIT 6) 2. KWALITEIT 3. WETTELIJK 1. KRUISING MET 0 PRODUKTEN 2. SPECIFIEKE GEGEVENS 3. OVERLAP 100 GEGEVENS I 150 GEGEVENS 400 GEGEVENS 1100 GEGEVENS 7000 GEGEVENS UIT GEMEENTEN 278 NGT GEODESIA 90 - 6

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1990 | | pagina 22