JÊ 'W 4 """is 279 veel geld. De baten van vastgoedinformatievoorziening zullen eerst grondig moeten worden aangetoond en vastgelegd, alvorens bud getten aan te vragen. Met name de verwevenheid van belangen be tekent vaak dat de winst bij een ander te vinden zal zijn, hetgeen bij concretisering problemen kan geven. De oorzaak van veel proble men en wellicht de oplossing moet misschien worden gezocht in de verscheidenheid van informatievoorziening bij verschillende ge meenten en de continu veranderende informatiebehoefte. De wandeling van het WTC-gebouw naar het centraal station in Rotterdam geeft mij door de grondige vernieuwing nog sterker het gevoel dan aan het begin van deze dag, achter de feiten (ontwikke lingen) aan te lopen. Niet zozeer in technische zin, maar meer in be stuurlijke en beleidsmatige zin. Marc van de Ven VMDR-LUSTRUMEXCURSIE NAAR ROTTERDAM Dinsdag 15 mei 1990 organiseerde de Vereniging Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat (VMDR) de jaarlijkse excursie. Omdat 1990 een lustrumjaar is, waren ook de partners van de leden uit genodigd, wat het aantal deelnemers op 69 bracht. Doel was Rotter dam. Gestart werd met een havenrondvaart, waarbij het cassettebandje al drietalig meedeelde, dat ,,de overhemden daar met opgerolde mou wen worden verkocht". De lunch werd gebruikt in de kantine van de Directie Zuid-Holland van de Rijkswaterstaat, tegenwoordig ge vestigd aan de Boompjes te Rotterdam. Hoofddoel van de excursie was een bezoek aan het Informatie centrum van de Willemsspoortunnel (3,5 km lang, kosten 832 mil joen). Het informatiecentrum onder de befaamde kubuswoningen geeft een goed beeld van het project, de werkzaamheden, het hoe en waarom daarvan en van de archeologische vondsten. In septem ber 1989 werd bijvoorbeeld naast het metrostation Blaak een deel van een 15e eeuwse stadsmuur blootgelegd. ,,De archeologen heb ben de situatie nauwkeurig in kaart gebracht.zo viel mij op in een folder. Tot slot maakte het VMDR-gezelschap in groepjes een wandeling om de bouwput bij Blaak heen. Langs een met gaas omheinde wandelroute was een houten (model)tunnelmoot verticaal in de grond gezet, wat de MD-ers hoogst verbaasde. Een landmeet kundige uitleg over het afzinken stond echter niet op het pro gramma. Adri den Boer STUDIEMIDDAG VAN DE VERENIGING VOOR VASTGOED INFORMATIE (VVI) Donderdag 10 mei 1990 hield de VVI te Ede een studiemiddag met als thema Grootschalige topografie". (Het aantal deelnemers was met ongeveer 150 het dubbele van de vorige middag, die dan ook „Europa 1992" als thema had.). Voorzitter prof. dr. ir. M. J. M. Bogaerts schetste de recente ontwikkelingen, die aanleiding waren om het thema te kiezen. De RAVI bereidt onder andere een struc tuuradvies voor inzake de informatievoorziening op het terrein van de grootschalige topografie. Het maken van een inventarisatie rapport als eerste stap was uitbesteed aan een organisatie adviesbureau, maar dat resultaat was „n/'ef al te bevredigend". De RAVI-commissie Topografische Basisbestanden (met dezelfde voor zitter als de VVI) besloot het rapport zelf te vervolmaken. RAVI-secretaris mr. ing. B. C. Kok sprak over dat concept-rapport 18 van de RAVI, geheten ,,De grootschalige topografie in beeld" (in juli verkrijgbaar). Hij betitelde het eerder extern vervaardigde stuk als „n/'ef representatief voor de gehele doelgroep" en meldde dat inter views opnieuw of aanvullend zijn gehouden. Op het terrein van de kosten van vervaardiging en bijhouding leverde het eigen onderzoek echter ook heel weinig op, aldus Kok. ,,De financiële administratie bij de overheid laat op dit punt nogal eens te wensen over", zo staat in het concept-rapport. Toch werd ter zake een aantal mooie kleuren dia's met „graphics" getoond met weinig of geen vraagtekens in zake precisie, betrouwbaarheid en volledigheidDuidelijk werd ook dat de RAVI, ondanks het inwonen bij het Kadaster, echt onaf hankelijk is. Voor wat betreft de produktie en bijhouding van grootschalige topo grafische basisgegevens is onderzocht: wie de producenten van de bestanden zijn, wat de omvang van de produktie is, in welk tempo is geproduceerd en hoe de bij houding is geregeld; welke soorten materiaal worden vervaardigd en op welke wijze dat gebeurt; welke markt hiermee wordt bediend; wat de betekenis is van de produktie en de bijhouding door deze instanties voor de landelijke bedekking; welke ontwikkelingen er zijn te signaleren. Voor wat betreft het gebruik is bestudeerd; wie de gebruikers zijn; welke eisen door verschillende gebruikers worden gesteld aan het te leveren produkt; welke ontwikkelingen er op dit gebied bestaan. Voorts zijn de huidige situatie en de ontwikkelingen geïnventariseerd bij de leveranciers van de produkten en diensten op het gebied van de grootschalige topografische basisbestanden. Vervolgens wordt in het rapport de produktie, het gebruik, de bijhouding, de kwaliteit, de inhoud, de standaardisatie, de financiering en de samenwerking en coördinatie op het terrein van de grootschalige topografische basis- béstanden beschreven. Achtereenvolgens worden de bevindingen, ontwikkelingen en de knelpunten behandeld. Tot slot worden in het rapport de knelpunten samengevat en in onderlinge samenhang be schouwd. Hierbij wordt ingegaan op de maatregelen die de RAVI voorstelt aan de coördinerende bewindsman ter oplossing van deze knelpunten. De Commissie Topografische Basisbestanden zal zelf voorstellen aan de RAVI moeten doen ter oplossing van de gesignaleerde knel punten van technische aard. Voor de knelpunten van bestuurlijke aard meldde Kok de start van een Commissie Structuurschets. Gemeenten en Topografie" was de titel van de lezing van ir. C. Zeillemaker van Gemeentewerken Rotterdam. Topografie blijkt voor de gemeente niet alleen grootschalig van betekenis, maar ook klein schalig als afgeleide uit de grootschalige gegevensbank. Topografie is voor de gemeenten ook van belang in andere informatievelden dan het vastgoed. Topografie is in de Rotterdamse visie ook een inte graal deel van het gemeentelijke vastgoedsysteem. .Grootschalige topografie is detailinformatie die in de derde bestuurslaag meer op zijn plaats is dan in de eerste. Mutaties in de topografie hangen vaak samen met bouwactiviteiten waarbij de gemeente actief betrokken is. De gemeente is bron van belangrijke topografische gegevens als straatnaam, huisnummer, wijk en buurt", aldus Zeillemaker. De belangrijkste rol van de grootschalige topografie is volgens hem de mathematische basis voor alle plaatsbepaling. De topografie ver vult een dubbelrol, omdat ze zowel in het proces van registratie als van realisatie noodzakelijk is. De actualiteit van topografische informatie zal bij het vorderen van het automatiseringsproces steeds belangrijker worden. Het is het hot-item van de negentiger jaren, volgens Zeillemaker. Actualiteit vraagt om een continue of projectmatige bijhoudingsmethodiek. Bij houding (actueel houden) van de topografie kan slechts met succes geschieden, als men beschikt over toestandsinformatie (mutatie signalering). Die toestandsinformatie wordt gemakkelijk verkregen binnen een organisatie die nauw betrokken is bij de planning en uit voering van werken, een gemeente dus. De actualiteit van de topografie kan worden ondersteund door infor matie uit de planfase (plantopografie). ,,De gemeentelijke landmeter vervult een centrale rol in de maat voeringsprocessen van ruimtelijke ordening (realisatie) en registra tie. Beide processen beïnvloeden eikaars efficiency gunstig en verlopen vaak geïntegreerd", stelde Zeillemaker. De gemeente ambtenaar hoeft ook niet van ver te komen! Kleinere gemeenten hebben dezelfde taken (in ruimtelijke ordening en beheer) als grote re. Deze taken kunnen, indien men niet over een eigen apparaat beschikt of wil beschikken, worden gedelegeerd. .Beter een kleine gemeente die het werk deels uitbesteedt, of met buurgemeenten samenwerkt, dan een grote organisatie, die onvoldoende betrokken heid kan hebben bij het mutatiegebeuren", aldus de spreker, die er ook op wees dat de kleinste gemeenten verdwijnen. „Informatie- NGT GEODESIA 90 - 6

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1990 | | pagina 23