De gebruiker kan een aantal vaste instellingen, waaronder de keuze
tussen grijstonen en kleur, en het deel van het scherm dat men wil
kopiëren, opslaan, zodat afwisselend verschillende applicatiepakket
ten kunnen worden gebruikt. Het uitlezen van het scherm duurt
slechts enkele seconden en binnen een minuut heeft men een kopie
op papier of overhead transparant ter beschikking voor presentatie
doeleinden.
Informatie: Tektronix Holland NV, Hoofddorp, telefoon 02503-
13300.
WILD NA2000 DIGITAAL WATERPASINSTRUMENT
Dit nieuwe Wild NA2000 digitale waterpasinstrument voor elektro
nisch meten, rekenen en gegevensopslag is kostenbesparend, eco
nomisch in gebruik en overal inzetbaar. De NA2000 combineert de
functies van een klassiek waterpasinstrument met het potentieel van
elektronische metingen en is een ideaal instrument voor detail
meting, lengte- en dwarsprofielen, doorgaande waterpassing, kring-
netwaterpassing en het uitzetten van hoogten.
De digitale elektronische beeldverwerking voor bepaling van hoog
ten en afstanden en de automatische gegevensopslag zijn baan
brekend. Nieuw is de gecombineerde baak met barcode voor elektro
nische metingen en conventionele schaalverdeling ten behoeve van
visuele metingen. De geïntegreerde meetprogramma's zijn tevens
geschikt voor gecompliceerde meettaken, zoals doorgaande water
passing van A naar B, gevolgd door een overgang van B naar vlakte
waterpassing, uitzetten of dubbele waterpassing met daaropvolgen
de inspectie van de sluitfout.
De insteekbare REC-module GRM10 dient als gegevensopslag. De
NA2000 is daardoor een zeer compact en gemakkelijk te vervoeren
waterpassysteem. Door gebruik te maken van de uitleeseenheid
GIF10/GIF12 kunnen de gemeten gegevens zeer snel en eenvoudig
worden overgebracht naar reken- en CAD-programma's. In korte tijd
kunnen kaarten met lengte- en dwarsprofielen worden berekend en
geplot.
Toepassingen zijn mogelijk in topografische metingen, kringnet-
waterpassingen, spoor- en snelwegconstructies, utiliteitsbouw en
kanaalconstructies, structurele deformatiebepaling en geologische
toepassingen en grondmechanica.
Informatie: LEICA BV, afdeling Geodesie Systemen, telefoon 070 -
3993334.
NIEUWE RELEASE MOVE
In augustus 1990 komt versie 5.00 van het grondslagvereffenings-
pakket MOVE van Osiris BV uit. Ten opzichte van de bestaande
versie zijn belangrijke uitbreidingen en verbeteringen gerealiseerd.
Het meest in het oog lopend is de verdubbeling van de capaciteit:
maximum aantal punten: 200 (voorheen 100), maximum aantal waar
nemingen: 1200 (voorheen 600).
Ook de performance (rekensnelheid) is aanmerkelijk verbeterd. Met
name bij grotere netwerken wordt een „snelheidswinst" van meer
dan 100% gehaald. Genoemde verbeteringen zijn in hoofdzaak te
danken aan de toepassing van een modern, zeer efficiënt algoritme
voor de sortering van onbekenden.
Verder is een aantal grote en kleine functionele uitbreidingen geïm
plementeerd. De belangrijkste zijn:
1. per opstelpunt maximaal 10 onafhankelijke series richtingen;
2. per netwerk maximaal 10 schaalonbekenden (bij gebruik van
meer dan één type elektronische afstandmeter);
3. interactieve berekening van benaderde coördinaten. Het pro
gramma „verkent" zelfstandig de topologische relaties in het
netwerk en presenteert de berekeningsweg(en) aan de ge
bruiker;
4. toepassing stereografische correctie aan de afstanden;
5. dé-selecteren van waarnemingen en/of punten (met deze func
tie worden invoergegevens tijdelijk buiten de bereke
ningen gehouden; zij kunnen elk moment weer actief worden
gemaakt;
6. tekenbestand nu ook in DXF Format. Met vrijwel elk CAD-pakket
kan de tekening nu worden geplot;
7. berekening van relatieve standaardellipsen en criteriumcirkels;
8. in het kansmodel van de waarnemingen kan nu ook worden ge
rekend met een op te geven centreerfout;
9. tweedimensionale toets van gegeven coördinaten;
10. volledig dynamische array allocatie, waardoor het programma
het geheugen slechts „naar behoeven" (en dus afhankelijk van
de netwerkgrootte) gebruikt. Dit is van belang bij gebruik van zo
genaamde TSR-programma's.
UNIX Ontwikkeling van MOVE
Eind 1990 wordt een Unix-versie van MOVE op de markt gebracht.
Omdat de ontwikkeling van MOVE plaatsvindt in de programmeer
taal C, kan het programma zonder veel complicaties in vrijwel alle
Unix-omgevingen worden geïmplementeerd. Hiermee zal worden
voldaan aan de wens om MOVE te koppelen aan de diverse GISsen
op Unix-platforms. Aan bestaande gebruikers van MOVE zal een
Upgrade-regeling worden geboden, indien zij willen doorgroeien van
DOS naar Unix.
COSMOS: een pre-processor voor MOVE
COSMOS is een zelfstandig pakket voor gebruik in combinatie met
MOVE, dat de volgende functies verzorgt:
uitlezen van (alle populaire) elektronische veldboeken;
splitsen van grondslag- en detailmeting;
controleren, reduceren en invoerklaar maken voor MOVE van de
grondslagmetingen;
koppelen van de (met MOVE) vereffende grondslag met de
detailmeting tot één coördinatenbestand met objectcoderingen.
Het programma is bedoeld voor gebruikers van MOVE, die niet be
schikken over een gegevensinwinningsmodule voor veldboeken, of
ter vervanging van een bestaande module, ten einde een optimale
aansluiting op MOVE te verkrijgen.
Informatie: Osiris BV, telefoon 023 - 283552.
TU DELFT
De afstudeerscripties van de TU Delft, Faculteit der Geodesie,
zijn te leen bij de bibliotheek, Thijsseweg 112629 JA Delft. Tele
foon 015-78 25 60 of 78 25 68.
H. J. Avenarius
DE WETTELIJKE VERPLICHTING TOT EVALUATIE BIJ MER-
PLICHTIGE ACTIVITEITEN
(Afstudeerdatum: 25-8-1989)
De milieu-effectrapportage (MER) is in de Wet Algemene Bepalingen
Milieuhygiëne opgenomen om het milieubelang een volwaardige
plaats in het besluitvormingsproces te geven. Een logisch sluitstuk
van de procedure is de wettelijke plicht tot evaluatie. Aldus worden
de daadwerkelijke milieu-effecten van een beleidsplan of een
concreet project bepaald en onder controle gehouden. In alle beslui
ten over MER-plichtige activiteiten moet volgens de wet een pro
gramma voor de evaluatie worden opgenomen.
Het eerste onderdeel van de evaluatie is het onderzoeksprogramma.
Naarmate de MER-plicht betrekking heeft op een strategisch plan en
minder op concrete uitvoeringsactiviteiten, zal het opstellen van het
programma moeilijker zijn. Opdat doublures worden voorkomen, zal
onderlinge afstemming moeten plaatsvinden tussen de evaluatie
programma's op beleidsplanniveau en die voor de bijbehorende
projecten op uitvoeringsniveau.
Het doel van de inspanningen bij het evaluatie-onderzoek is het ver
krijgen van een scherp inzicht in de werkelijke milieu-effecten van
het plan of het project. Met dit inzicht kunnen waar nodig of wenselijk
corrigerende maatregelen worden getroffen. Voor een zinvolle eva
luatie van milieu-effecten is een goede beschrijving van de uitgangs
situatie en de autonome ontwikkelingen van groot belang. Over de
causaliteit tussen de ontwikkelingen van het milieu en het betreffen
de project valt anders niet zoveel te zeggen.
In de evaluatieprogramma's verdienen starttijdstip, frequentie,
plaats, duur en flexibiliteit van de te verrichten onderzoekingen de
nodige aandacht.
282
NGT GEODESIA 90 - 6