De ontwikkeling van een milieuzonerings-
systeem,
een GIS-toepassing
Inleiding
Analyse van relevante milieuwetten
Interviews bij een aantal gemeenten
door drs. M. J. M. van Slagmaat en drs. A. A. van der
Veen, werkzaam bij het Centre for Computer Graphics
and Mapping van de Faculteit der Geodesie, Technische
Universiteit Delft.
SUMMARY
The development of an Environmental Zoning System, a GIS
application
At the Centre for Computer Graphics and Mapping (CCGM) of the
Technical University of Delft an environmental research project was
carried out. The aim of the project was to improve, by automation, the
use of existing environmental information, obtained and stored by
local government, especially applying GIS techniques.
Een van de onderzoeksprojecten van het Centre for
Computer Graphics and Mapping (CCGM) is het project
Regionaal Milieu Informatie Systeem" (REMIS). Aan
gezien dit project in samenwerking met een partner uit
het bedrijfsleven (Computer Management Group,
Utrecht) is uitgevoerd en het een automatiseringsproject
betrof, is het door het Ministerie van Economische Zaken
gesubsidieerd. Momenteel vindt de eindrapportage van
het project plaats.
Het project heeft als doel de bruikbaarheid van de aan
wezige milieu-informatie te verbeteren door de systemati
sering ervan bij overheidsinstanties. Achtergrond hier
voor is de gedachte dat van alle milieu-informatie die bij
de overheid aanwezig is, slechts een gedeelte optimaal
wordt gebruikt en dat een beter gebruik van deze infor
matie kan leiden tot een effectiever en efficiënter milieu
beleid. Een van de manieren om dit doel te verwezen
lijken, is het bouwen van een informatiesysteem dat
gebaseerd is op de aanwezige informatie, taken en pro
cedures die een rol spelen bij de uitvoering van het
milieubeleid. Het project richt zich op de lokale overheid
(gemeenten) en haar milieutaken, aangezien zij het
meest duidelijk bij de concrete uitvoering van het milieu
beleid zijn betrokken.
Het project heeft drie fasen doorlopen:
1. een aantal voor het project relevante milieuwetten is
geanalyseerd op taken voor de lokale overheid;
2. een zestal gemeenten is geïnterviewd over de wijze
waarop zij hun milieutaken uitvoeren;
3. op basis van de resultaten uit de bovenstaande fasen
is een onderwerp gekozen voor het bouwen van een
prototype.
De eerste twee fasen van het onderzoek zullen kort
worden besproken, waarna aandacht wordt besteed aan
de bouw van het prototype. Naast een functionele en
technische omschrijving van het prototype wordt tevens
ingegaan op een aantal keuzen die aan het prototype ten
grondslag liggen.
De grondslag voor de uitvoering van het milieubeleid
wordt gevormd door de milieuwetgeving. Het project is
derhalve van start gegaan met een analyse van, voor de
258
lokale overheid, relevante milieuwetten. Criteria voor de
keuze van de te analyseren wetten waren: gemeenten
hebben een uitvoerende taak in de wet en deze taak is
voornamelijk brongericht. Dit sluit de milieubescher
mingswetgeving uit. De volgende wetten zijn geanaly
seerd:
Hinderwet;
Wet Geluidshinder;
Wet Bodembescherming Interimwet Bodemsanering;
Afvalstoffenwet Wet Chemische Afvalstoffen;
Wet Algemene Bepalingen Milieuhygiëne.
Om de beschrijving van de activiteiten die van belang zijn
voor de gemeenten, de bijbehorende betrokken partijen,
gegevensstromen en gegevensbestanden overzichtelijk
te houden en inzichtelijk te maken, is een techniek ge
bruikt waarbij gegevensstroomdiagrammen worden ge
maakt. Deze techniek is een onderdeel van de methode:
„Structured Systems Analysis" [DeMarco, 1979 en
McMenamin en Palmer, 1984],
Als voorbeeld is in fig. 1 een gegevensstroomdiagram
weergegeven. Een van de taken die de gemeente uitvoert
in het kader van de Hinderwet, is het verlenen van ver
gunningen. In de figuur worden de activiteiten die een rol
spelen bij het uitvoeren van deze taak, weergegeven. De
cirkels zijn de activiteiten, de vierkanten de betrokken
partijen, de pijlen de gegevensstromen en tussen paral
lelle lijnen zijn de gegevensbestanden (impliciet in de wet
aangeduid) weergegeven.
Het resultaat van deze fase was een rapport met activi
teitenmodellen van een theoretische, wellicht gewenste,
situatie met betrekking tot de uitvoering van de gemeen
telijke milieutaken. Dit beeld was niet op alle punten
duidelijk en compleet. Bovendien zou het te bouwen
systeem in de praktijk moeten werken en is een beeld van
de theoretische situatie onvoldoende basis om dit te ont
wikkelen. Dit gaf redenen te over voor de volgende fase
van het onderzoek.
Een zestal gemeenten is geïnterviewd over de wijze waar
op zij hun milieutaken uitvoeren en de gegevens die hier
bij een rol spelen. De gemeenten zijn gekozen op basis
van vooruitstrevendheid op het gebied van de uitvoering
van het milieubeleid, verschillen in grootte en verschillen
NGT GEODESIA 90 - 6