Ruimtelijke analyse
polygoon tabel
poly#
bouwwerk#
bouwwerken tabel
bouwwerk#
sbi-code
sbi tabel
sbi-code
polygoon tabel
poly#
- ontvangend gebied#
ontvangende gebieden tabel
ontvangend gebied#
ORACLE-tabellen gelegd via een
unieke sleutel;
3. een menugestuurde gebruikersinter
face voor het gegevensonderhoud,
de ruimtelijke analyses en de presen
tatie van de resultaten. De interface is
gebouwd met behulp van de macro-
taal „Simple Macro Language" van
PC ARC/INFO en met de modu
len SQL*FORMS en SQL*MENU
(applicatiehulpmiddelen van PC
ORACLE).
Fig. 3. De structuur van het prototype, met de twee hoofdbestanden: topografie en
ontvangende gebieden.
Structuur van het prototype
In fig. 3 is de structuur van het prototype weergegeven;
het bestaat uit de volgende componenten:
1. een gegevensbestand met topografische informatie,
onderscheiden in twee gedeelten:
locatiegebonden gegevens die zijn opgeslagen in
een ARC/INFO-bestand, bestaande uit bouwwer
ken (bedrijven en woningen), wegen en overig
grondgebruik. Deze eenheden zijn als polygonen
opgenomen in een polygoontabel;
niet-locatiegebonden gegevens die zijn opgesla
gen in ORACLE-tabellen. Het betreft hier admini
stratieve gegevens van de bouwwerken, zoals
adres, SBI-code, afstanden voor verschillende
milieu-aspecten.
De koppeling tussen het ARC/INFO-
bestand en de ORACLE-tabellen
wordt gelegd door een unieke sleutel,
de bouwwerkidentificatie;
2. een gegevensbestand met informatie
over de ontvangende gebieden. Ook
hier zijn twee gedeelten te onder
scheiden:
locatiegebonden gegevens die zijn
opgeslagen in een ARC/INFO-
bestand, bestaande uit verschillen
de typen ontvangende gebieden
(de gevoeligheidsgebieden). Ook
deze eenheden zijn als polygonen
opgenomen in een polygoontabel.
In de bebouwde omgeving zijn
de gevoeligheidsgebieden onder
scheiden op woonblok-niveau (wij
ken);
niet-locatiegebonden gegevens;
deze zijn opgeslagen in ORACLE-
tabellen en bevatten beschrijvin
gen van de gevoeligheidsgebie
den.
Ook hier wordt de koppeling tussen
het ARC/INFO-bestand en de
Het uitvoeren van ruimtelijke analyses is
de belangrijkste functie van het systeem.
De stappen waaruit de analyse bestaat,
zijn weergegeven in fig. 4.
In de eerste serie stappen wordt, als eer
ste stap, door de gebruiker een type ont
vangend gebied (gevoeligheidsgebied)
gekozen, waarvoor de analyse zal wor
den uitgevoerd. Om de polygonen (gebie
den), behorende bij het geselecteerde
type, worden afstandzones gecreëerd,
bijvoorbeeld van 20, 50, 100, 200, 500 meter, met behulp
van het ARC/INFO-buffercommando. Dit resulteert in een
kaart van een gezoneerd gevoeligheidsgebied.
In de tweede serie stappen maakt de gebruiker in
ORACLE een selectie uit de administratieve bestanden.
In het algemeen is de gebruiker er niet in geïnteresseerd
om van alle in het gegevensbestand opgenomen bouw
werken te weten of de zich hierin afspelende activiteit
conflicteert met het gekozen, ontvangende gebied. Een
kleinere selectie levert tijdwinst op in het verdere analyse
proces. De selectie vindt plaats via een schermformulier
waarin selectiecriteria zoals adres, SBI-code, afstand
voor één of meer milieu-aspecten, enz. kunnen worden
ingevuld. Op deze wijze worden alleen die bouwwerken
met activiteiten geselecteerd, die relevant zijn voor de
Oracle ARC/INFO
Gebruiker
Gebruiker
kies bouwwerken
overlay
Gebruiker
tabellen
TOPO
TOPO
ontvangende
polygonen
Fig. 4. Werkwijze van de analyse, stappen in ARC/INFO en in ORACLE en de keuze
momenten van de gebruiker.
NGT GEODESIA 90 - 6
261