De [controlejwerkzaamheden
tijdens de ontstaansfase van het
huidige Kadaster
6^
Fiscaal doel
door A. M. Molen, werkzaam bij de gemeente Barneveld.
SUMMARY
Checking during the initial phase of the Cadastre
Those who have some knowledge of the Dutch Cadastre, are aware of the fact that nothing is really finished
before a decent check has been carried out.
Even in the pre-cadastral period 1812-1831, several activities took place to guarantee that good maps
were made and that a correct starting-point for tax-levying became possible.
In this process of performing checks, the Dutch Ingenieur Verificateur (a kind of official verifying-engineer)
was an important man. The author discovered in old reports, how this job was done.
Dit artikel probeert meer inzicht te geven in de controle
die de afsluiting vormde van de uitvoering van de land
meetkundige werkzaamheden in de ontstaansfase van
het Kadaster (1812- 1832). Deze controle en het land
meetkundige werk werden uitgevoerd onder verantwoor
delijkheid van de ingenieur-verificateur (I.V.) van het
Kadaster. Over de ontstaanswerkzaamheden van het
rijkskadaster is tamelijk veel geschreven; toch valt het op
dat de controle van die werkzaamheden, die een niet weg
te denken onderdeel ervan vormden, weinig aandacht
hebben gekregen. Vreemd eigenlijk, want in de wat
oudere landmeetkundige wereld (vanaf 1800- 1980) was
het woord kadaster" bijna een synoniem voor controle.
tvbchtti
<and
po
-Ö
spar
777777777'
maoive/c/
Vruiibollr
Fig. 1. Een lange juffer".
NGT GEODESIA 90 - 7/8
Uit diverse publikaties blijkt de gedachte dat de controle
taak van de ingenieur-verificateur niet meer behelsde dan
het werken met de zogenaamde verificatielijn en de
„lange juffers"! (fig. 1). Zoals bekend, is het Kadaster in
1832 ingevoerd in zijn huidige vorm (Limburg in 1841) op
grond van de wet van 2 januari 1832, Staatsblad no. 1De
nu beschreven werkzaamheden omvatten de kadastrale
voorperiode (1812- 1832).
Dit kadaster had een fiscaal doel, namelijk om tot een
juiste en billijke heffing van de grondbelasting te kunnen
komen. Daarvoor had men een goede administratie der
grondeigenaren en cultuurgegevens der percelen nodig.
Daarnaast was een grafische voorstelling onmisbaar. Dat
deze operatie, gezien het fiscale doel, onder supervisie
stond van de Minister van Financiën was dus eigenlijk
logisch.
Als basis voor de uitvoering der werkzaamheden diende
de Nederlandse versie van de voorschriften, zoals ver
meld in het boekwerk „Recueil Méthodique des Lois,
Décrets, Règlements, Instructions et Décision sur Ie
Cadastre de la France (meestal slechts Recueil Métho
dique" (RM) genoemd (fig. 2). Tot de invoering van deze
Nederlandse versie van de RM, die naast de Nederlandse
vertaling ook nog de Franse tekst bevatte, werd besloten
bij Keizerlijk Decreet (Napoleon Bonaparte) van 11 okto
ber 1811, Bulletin des Lois no. 397.
Ter nadere informatie: naast het fiscale hoofddoel werd in
de artikelen 1142/43 RM toch ook aarzelend aangegeven
dat na inmeting en vaststelling der grenzen deze ge
gevens in de toekomst ook zouden kunnen worden ge
bruikt bij verschil van mening over de grenzen.
In ieder departement berustte de eindverantwoording bij
de prefect. De directeur der belastingen regelde de ver
schillende onderdelen der bewerkingen en wel heel direct
de belastingtechnische werkzaamheden. De praktische
leiding op de landmeetkundige uitvoering werd in ieder
departement uitgevoerd door een ingenieur-verificateur
van het Kadaster (art. 27 RM), die afhankelijk van de
grootte van het departement de beschikking kreeg over
een aantal landmeters der 1e en 2e klasse, rekenaars en
tekenaars.
De landmeters die in de aanvangsfase bij het Kadaster
werkten, waren vaak dezelfde, die ook de opmetingen
voor het „Hollandse Kadaster" (1795- 1811) hadden ver
richt [1, 2],
319