C 80
jias avcc précision le géomètre joint au tableau
imlicatif un petit étatpar section et par ordre
de mtméros, sur lequcl il cotepour |cs fi -ures
formant parallélogranuncs ou trapezes, les dimen
sions,
1 l'our le* plar.s il l'échello de l il 1950 de 3 metres et au dessous 5
l'otit les plans a l'ecltelle de 1 «soode 6 metres cc au-dessous
l'our les plans il l'eclicllo de t 5000 de 1 métr. et au dessous.
Ccttc mesure n'est applicable qu'aux propriétés
non bdtics.
Orientemcnt du plan.
339. Le géomètre trace, h l'c'ncrc rouge, sur
cliaquc fcuille du parccllairc, unc méridiennc et
une perpendiculaire de mnnièrc que ces deux
lignespassant sur l'unc des fcuillcs par le point
du clochcr de la commune, cllcs soient placées
sur les nutres fcuillcs h une distance en nombre
rond de 250 mètrcs de ce möinc point.
A cöté de chacunc de ces Jigncs, il donnc sa
distance du clochcr.
Dans rorienrement, Ie géomètre a égard h la
déclinaison nord-oucst de l'aiguille aiinantéc.
Date du plan.
240. Chaque fcuille du plan portc la date du
jour oü il a été terminé.
CHAPITRE XL
TABLEAU d'ASSEMOLAGE.
circulaire du 241. Lc géomètreaprès avoir terminé Ie
'VM,"10- n'nn Parcc"a'rc' construitd'après la triangula-
v' tion et en réduisant les leuillcs du parccllai-
oJG-jocfti. rc, un tableau d'assemblage présentant ht di
pt;. 32 et 33. conscription de la commune, la division en
C 80
keuriglijk met den pasfer aan te teekenen, dan voegt
dc landmeter bij het aanwijzend tableau een' kleinen
Haatbij lecticn en bij orde van nummers gcraiig-
fcliikt, op dciiwclkcn hij, voor dc figuren, welke
pnralellogramtnen of trapeziums vormende afme
tingen quoteert,
Deze maatregel is flcchts op de onbetimmerde ei
gendommen tocpasfelijk.
Oriëntering van hef plan.
239. De landmeter trekt, met rooden inkt, op
ieder perceelsgewijs vervaardigd bladecne meri
diaan- en ccnc pcrpendicalair-lijnzoo dat deze twee
lijnen, op ccnc der bladen, iloor dc punt van dcit
tuoren der gemeente loopcnde, op de andere bladen
op eenen alltand der ronde fom van 250 meters van
datzelfde punt gelegen zijn.
Naast ieder dier lijnen geeft hij derzclver aflland
van den tooren op.
Bij de oriëntering moet dc landmeter op de noord
westelijke miswijzing van de kompas-naald acht
geven.
Dagteckcning van het plan.
*40. Ieder blad van het plan voert dc dagtceke-
ning van den dag, waarop het voltooid is.
HOOFDSTUK XI.
ALGEMEEN 1
NIGINCS-TADLEAU.
041. Na liet perceelsgewijze plan te hebben vol- Circulaire v.™
tooid, vervaardigt de landmeter, volgens dc drie- a,v'üf' J®10'
hoeksmciingen de bladen van het perceelsgewijze
plan verkleinende, eene algemeenc kaart of vcreeni nJlbodeC.
gings-tableau, inhoudende de verdccliiig in feccienb|adx.aacn33.
Fig. 5. Fragment uit de Recueil Méthodique.
Ter controle van ieder plan werd in
het terrein een lijn uitgezet tussen
punten die ook op het plan waren
voorgesteld (verificatielijn). De ge
meten resultaten van die lijnen
werden getoetst aan de vergelijk
bare uitgepaste maten van het
plan, waarbij men rekening hield
met de uit- en indeling van het
kaartmateriaal. In de tabel boven
aan p. 324 werd na goedkeuring al
leen het meetresultaat van de lijn
vermeld.
Ter verificatie van de perceelbere
kening werd tegelijk met de meting
beschreven bij artikel 6, de meting
van drie percelen per sectie uitge
voerd (artikel 254 en 279 RM).
De percelen werden gesplitst in
driehoeken waarvan men de basis
en hoogte opmat. De meetresulta
ten werden vermeld in tabel 2
(Proces-Verbaal van Verificatie) en
Art. 6. Wij hebben eenige groote lijnen in verschillende rigtingen
over het terrein genieten, daarbij de afstand der kleine indeelingen,
welke wij op die lijnen ontmoet hebben, bepalende; voorts dezelve
lijnen met rooden inkt op het plan getrokken, en de uiteinden daarvan
met verschillende letters kenbaar gemaakt.
Wij zijn alstoen overgegaan tot het vergelijken van elk der door ons
opgemetene lijnen en gedeelten derzelven met de kaart, zoo als de
gevonden lengtens volgens de Schaal worden aangewezen, en wij
hebben op de Tabel No 1 de uitkomst dier vergelijking alleenlijk over
de groote lijnen voor iedere Sectie aangeteekend, aangezien alle de ge
deeltelijke tusschen afstanden juist bevonden waren.
Art. 7. Ons willende verzekeren van de juistheid der afmetingen van
onderscheidene perceelen, die van de hoofdlijnen bij ons onderzoek
gemeten, verwijderd lagen, zijn wij overeenkomstig de Instructien,
overgegaan tot de opmeting van drie nommers of Veelhoeken uit elke
Sectie; te weten:
'lbor (Te tSectie* .S, de \'o. 33, 3<9 erv <9^2.
Voor de Fectie 0, de M. 3/t, 43? e/i-732.
Voor de Sectie de .Ab. 374, 334 eet 607
Voor de Sectie de \b-, toq. AS3 ere 206.
Fig. 6. Het plaatselijke driehoeksnet.
NGT GEODESIA 90 - 7/8 3 23