De stand anno 1990 Wijzigingen in de kaart Jubileum-activiteiten Reeds in 1979 werd duidelijk dat zo'n bestand wel een zekere structuur nodig heeft. Gekozen is voor een een voudige chain-node structuur, die in een later stadium zonodig kan worden omgezet in een volledige topologi sche structuur. Voordien werden internationale DLMS- bestanden gebruikt. DLMS staat voor Digital Land Mass System; deze bestanden zijn bedoeld voor radarsimulatie en bevatten behalve een hoogtematrix ook topografie met een detaillering zoals die kan worden weergegeven op een schaal 1 250 000. Op basis van de chain-node struc tuur zijn de volgende bestanden van Nederland beschik baar vanaf de daarachter gegeven jaren: Gemeentelijke indeling 1 400 000 1979 Bestand ten behoeve van 1 250 000 serie 1501 ground en air ed. 1 1987 (alleen lijnelementen) wegenkaart (alleen lijnelementen) 1988 serie 1501 ground en air ed. 2 1990 (inclusief vlaktinten) 1991 Bestand ten behoeve van 1 50 000 (serie M733) wegen en spoorwegen 1987-1990 alle kartografische elementen 1989- 1997 Bestand ten behoeve van 1 500 000 (serie 1404) 1991 Basisbestand direct geschikt voor de schalen 1 10 000 en 1 25 000 1990 -1997 Het digitaal maken van de informatie hoeft niet zonder meer te leiden tot veranderingen in de papieren kaart. Nu de gegevens van de kaart digitaal voorhanden zijn, blijkt dat de kaart op een beperkt aantal punten eenvoudig te verbeteren is, zonder zelfs de kosten te verhogen. Tot nu toe werd de bebouwing weergegeven door rode vlakken met rode contouren, waartussen de straten wit bleven. Nu de hartlijnen van de straten digitaal beschikbaar zijn, zullen alle straten worden weergegeven met zwarte con touren. De rode contouren van de bebouwing zullen hier door grotendeels verdwijnen. De straten in de bebouwde kommen komen dan meer „gestoken" over. Verder kan nu ook het onderscheid worden gemaakt tussen onver harde wegen en straten. Er is voor gekozen de onver harde wegen van een lichtgrijze tint te voorzien, terwijl de straten wit blijven. Behalve deze wijzigingen in het kaartbeeld die direct samenhangen met de techniek, kan men zich ook af vragen of de papieren kaart na meer dan een eeuw niet aan verandering toe is. Het afgebeelde terrein is in de afgelopen periode namelijk aanzienlijk gewijzigd. Zo is bijvoorbeeld het aantal hulpmiddelen om in onbekend ter rein de weg te vinden, enorm toegenomen. Vroeger was het aantal handwijzers zeer beperkt en stond niet langs elk weggetje een naambordje. Toen waren markante bomen en boerenhofsteden belangrijke herkenningspun ten in het terrein. Nu vormen naambordjes van wegen en waterlopen of de genummerde paddestoelen een veel betrouwbaarder aanknopingspunt voor de verdwaalde kaartlezer. De topografische kaart is voor dit gebruik helaas nog een blinde kaart. Toen lagen er nog jaag paden langs de vaarten; nu zijn er talloze fietspaden die slechts met een enkel symbooltje op de kaart zijn terug te vinden. Ook de zogenaamde rode paaltjes routes, natuur paden en andere toeristische informatie zijn niet op de topografische kaart weergegeven. Er moet nog eens grondig worden onderzocht of al dit soort informatie er niet op staat omdat ze niet is gewenst of domweg omdat ze een eeuw geleden nog niet bestond. Als men besluit informatie toe te voegen aan het kaart beeld, zal er ook informatie moeten verdwijnen, want de kaart kan in verband met de leesbaarheid niet ongestraft worden volgestopt. Voor bepaalde informatie zal het ook voldoende zijn als ze in het bestand is opgenomen zon der op de kaart te worden afgebeeld. Informatie voor de oriëntering moet zoveel mogelijk op de kaart blijven staan, maar van gedetailleerd onderscheid zou men zich kunnen afvragen of dat de moeite van de inwinning en/of het weergeven wel loont. Ik denk hierbij onder andere aan het onderscheid tussen dammen en duikers, tussen sloten en greppels en tussen kades en dijken. Ik stel zeker niet voor om alles maar gedachteloos te verande ren, maar voor mij staat wel vast dat dit de geschikte tijd is een weloverwogen verandering van inhoud en uitvoe ring van de topografische kaart door te voeren. In 175 jaar heeft de Dienst veel ervaring opgebouwd en een produkt samengesteld dat zo vanzelfsprekend is geworden, dat beleidsvoerders zich niet meer kunnen voorstellen dat het nog enige zorg behoeft. Dit degelijke produkt is er nog steeds, maar is ook volop in ontwikke ling. Hierboven zijn slechts enige grove lijnen naar de toe komst geschetst. In de vakliteratuur zal een aantal van deze onderwerpen verder worden uitgediept. In de komende nummers van dit tijdschrift zullen nog artikelen verschijnen over de automatisering bij de Dienst en over enkele specifieke digitale produkten. Prof. ir. L. van Zuylen, oud-directielid van de Dienst, zal in het oktober nummer de historie belichten. Het Kartografisch Tijd schrift zal eveneens aandacht besteden aan het 175-jarig jubileum en wel door een speciaal themanummer uit te geven. Hierin zullen onder meer artikelen worden opge nomen over: de karteringsdiensten in Europa; toponiemen op topografische kaarten; de topografische kaart als beeld van het landschap; de militaire kaartserie 1 250 000 en afgeleide kaar ten; het gebruik van militaire kaarten; militaire toepassingen van digitale geografische be standen. Dit jubileumnummer zal ook worden uitgereikt aan de deelnemers van het gezamenlijke symposium van land meters en kartografen, dat 24 oktober 1990 in Emmen zal worden gehouden. Mogelijk een extra reden om het sym posium te bezoeken. Op het symposium zal veel aan dacht worden besteed aan het gebruik van de digitale topografische kaart. Nadere informatie vindt u op p. 330 van dit nummer. Mocht u niet tot oktober kunnen wach ten, breng dan een bezoek aan de expositie „Land in kaart", die van 22 juni tot 15 september 1990 in het voor lichtingscentrum van Defensie in 's-Gravenhage wordt gehouden. Op de expositie zal naast het verleden en het heden van de Topografische Dienst eveneens aandacht worden besteed aan het toekomstige gebruik van de produkten van de Dienst. Hoe dan ook, u zult de komen de tijd nog van ons horen! 310 NGT GEODESIA 90 - 7/8

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1990 | | pagina 6