A
M
S
UTRECHT
E
R
DEN HAAG
A
ROTTERDAM
3. Registratie van de publiekrechtelijke rechts
toestand
ADRAU -
RAPPORT
de gemeenten zelf desgewenst maar in een regeling
moesten voorzien. Aan een centrale regeling bestond
volgens hem geen behoefte meer, omdat sedert 1 januari
1988 het gemeentekadaster niet meer door de Rijks
dienst wordt bijgehouden. De gemeenten kunnen er zelf,
al dan niet als onderdeel van de gemeentelijke vastgoed
informatie als geheel, bij verordening in voorzien.
Impliciete erkenning
Uiteindelijk werd een tweetal amendementen-Van de
Camp [8] aanvaard, leidende tot opneming van de artike
len 104 en 105 van de Kadasterwet. Daarin wordt het be
staan van een gemeentekadaster slechts impliciet er
kend, allereerst in de vorm van het desgevraagd ver
strekken van afschrift aan de gemeente van de kadas
trale registratie en kaarten (artikel 104) en voorts in de
vorm van het onder voorwaarden doen verkrijgen van een
permanente aansluiting op de AKR, desgevraagd met de
bevoegdheid voor de gemeente daaruit gegevens aan
derden te verschaffen (artikel 105). Weliswaar mogen die
gegevens niet het waarmerk dragen van het rijkskadas
ter5), doch bij een automatische aansluiting op de AKR
maakt dit voor de baliefunctie van het gemeentekadaster
weinig verschil. Vooral makelaars, bouwondernemers en
particulieren maken van deze functie ook nu reeds veel
vuldig gebruik. Dit gebruik zal alleen maar toenemen, als
de gemeenten ook andere juridische gegevens gaan toe
voegen, zoals die betreffende de publiekrechtelijke
rechtstoestand, het gebruik en de waarde van het on
roerend goed.
Gezamenlijke taakstelling
Daarmee kom ik op de mijns inziens voornaamste reden
waarom de wetgever bij de totstandkoming van de
Kadasterwet aan het gemeentekadaster geen expliciete
grondslag wilde verschaffen. Die reden was gelegen in de
5) Zie het gewijzigd amendement no. 41 van het lid Van de Camp
c.s. ter vervanging van dat gedrukt onder no. 38, waarover Minis
ter Nijpels UCV 66-3 en 4.
6) Verkenning Gemeentekadaster; afschrift of complement, rapport
van het Automatiseringsoverleg van de gemeenten Amsterdam,
Den Haag, Rotterdam en Utrecht (ADRAU) no. 2, 1987. Zie verder
over het gemeentekadaster de scripties van Leonoor de Ruijter
van Steveninck, Het Nederlandse Gemeentekadaster, Delft 1988
en J. A. Zevenbergen, Regelgeving en gemeentelijke vastgoed
informatie, Delft 1989 en voorts de syllabus van R. B. M. ten
Kroode, Het gemeentekadaster en de automatisering van de
kadastrale registratie, VNG 1989.
NGT GEODESIA 90 - 7/8
van wie is dat perceel;
hoe zit dat met hypotheek;
zijn er belemmeringen op het perceel gevestigd;
waar ligt de kadastrale grens.
(Uit: brochure ,,Het Kadaster".)
onderlinge wedijver ten aanzien van toekomstige kadas
trale taken. In de gedachtengang van de VNG was, blij
kens het zogenaamde ADRAU-rapport van de vier grote
steden6) en een brief van de Vereniging aan de Tweede
Kamer, namelijk ook aandacht besteed aan een exclu
sieve opdracht van bepaalde nieuwe taken aan het
gemeentekadaster. Behalve de loket- en baliefunctie wer
den daarbij genoemd:
a. registreren van gegevens omtrent de publiekrechte
lijke rechtstoestand van onroerende zaken;
b. registreren van aard, feitelijke gesteldheid, gebruik en
bestemming van onroerende zaken;
c. leggen van de relatie tussen (kadastraal) perceel en
adres.
Ten aanzien van deze drie nieuwe taken werd in de Nota
naar aanleiding van het Eindverslag (paragraaf 3.3) en
ook door de parlementaire woordvoerders terecht opge
merkt, dat deze mede aan het rijkskadaster dienen te
worden opgedragen. Maar juist die wenselijkheid van een
gezamenlijke taakstelling was voor mij de aanleiding ge
weest een wettelijke regeling van het gemeentekadaster
te bepleiten [9], Bij elk van de drie thans te bespreken
nieuwe taken registratie van de publiekrechtelijke
rechtstoestand, gebruiksregistratie en registratie van fis
cale waarden zal de noodzaak van een taakverdeling
tussen rijks- en gemeentekadaster opnieuw naar voren
komen. Als je die taakverdeling wilt, kun je niet volstaan
met slechts één van die twee instanties (het rijkskadaster)
te regelen en de andere instantie (het gemeentekadaster)
ongeregeld te laten.
Rapporten
Over de registratie van de publiekrechtelijke rechtstoe
stand is momenteel een tweede RAVI-rapport in voorbe
reiding. Het eerste rapport ging over de kenbaarheid van
de publiekrechtelijke rechtstoestand [10]. Het hield als
zodanig een inventarisatie in van eigendoms- en ge-
bruiksbeperkende regelgeving, opgesteld door ir. L. van
der Sluijs, een samenvatting van een rechtsvergelijkend
onderzoek van mevr. ir. M. H. Koert, alsmede Van der
Sluijs destijds als student-assistent verbonden aan de
Faculteit der Geodesie, en tenslotte het verslag van een
enquête bij overheden en gebruikers, georganiseerd door
het Instituut voor Bouwrecht. Ook het vervolgonderzoek
dat gericht is op de ontwikkeling van een systeem van
registratie van publiekrechtelijke beperkingen, werd weer
313