1 I
1. informatiebeheer zo laag mogelijk in bestuurskolom
2. gemeenten verstrekken alleen informatie aan derden
op wettelijke titel
3. gemeenten zijn een afzonderlijk informatiedomein
4. voorstellen betreffende interbestuurlijke informatievoor
ziening tijdig aanmelden bij BIZA/VNG
5. kostenverrekening op basis van BOCO-rapport „op
waarde geschat"
6. datacommunicatie op basis van welomschreven stan
daarden
100*
50 -
Oppervlakte Nederland
100*
50-
Inwoners Nederland
I II III IV V
Gemeentecategorie
GBK 20% Oppervlakte Nederland
GBKN 22% Oppervlakte Nederland
Fig. 6. Oppervlakte GBKN en GBK in relatie tot de oppervlakte van Nederland en het aantal
inwoners. (Deze figuur is overgenomen uit het rapport ,,De Grootschalige Topografie in
Beeld" van de Commissie Topografische Basisbestanden van de RAVI.)
Wellicht kan een graadmeter voor de hoeveelheid jaarlijk
se mutaties worden gevonden in de gegevens die twee
jaarlijks worden verkregen voor de Financiële Verhou
dingswet. Daar wordt geopereerd met bebouwingsdicht
heden en waar deze bebouwingsdichtheid hoog is, zal
ook sprake zijn van hoge activiteit en dus een hoge muta
tiegraad. Daarmee zal ongetwijfeld tot uitdrukking komen
dat de hoeveelheden jaarlijkse bijhouding verder ver
schuiven naar de GBK in mindering op de GBKN.
Persoonlijk ben ik van mening: beter een kleine gemeen
te die het werk deels uitbesteedt of met buurgemeenten
samenwerkt dan een grote organisatie die vanwege haar
taakstelling onvoldoende betrokken is bij het mutatie
proces. De kans op gebrek aan slagvaardigheid en dus te
weinig actualiteit en vervolgens stagnatie in het gemeen
telijke taakveld is groot. Tenslotte een herhaling van wat
al eerder is gesteld: groot of klein, de gemeente heeft een
wettelijk vastgestelde taak in de ruimtelijke ordening en
belangrijke beheertaken in de infrastructuur. En dat is de
enige juiste plaats voor het topografiebeheer.
nu uitgebreid met één zin: „Daaruit
volgt wel dat in mijn beleid grote
prioriteit gegeven wordt aan sa
menwerking" (fig. 7).
De samenwerking moet gestalte
krijgen op een drietal terreinen:
Organisatie
Voortvloeiend uit het belang van
adequate bijhouding is de gemeen
te de aangewezen (natuurlijke) or
ganisatie voor gegevensbeheer
van topografie. Dat is ook in over
eenstemming met de spelregels
voor interbestuurlijke informatie
voorziening (fig. 8). Indien ge
meenten te klein zijn, kunnen sa
menwerkingsvormen worden ge
vonden. Uitbesteding aan derden
(Kadaster) is alleen mogelijk onder
de uitdrukkelijke voorwaarde dat
opdracht daarvoor lokaal kan wor
den verstrekt, inclusief prioriteiten en tijdpad. Voorts
moet de informatie zonder problemen kunnen worden
geïntegreerd in de gemeentelijke topografische gege
vensbank (vastgoedgegevensbank) en in die van andere
gebruikers (nutsbedrijven). Op termijn geschiedt dat via
lijnverbindingen.
II III IV V GS
Gemeentecategorie
GS Grote Steden
GBK 42% Aantal inwoners
GBKN 23% Aantal inwoners
Fig. 8. Spelregels interbestuurlijke informatievoorziening.
Toekomstige ontwikkelingen
Zorg voor de topografie wordt bij de gemeente verstaan
als logisch behorend bij het gemeentelijke taakveld. Als
dat niet zo zou zijn, was het moeilijk te verklaren waarom
zoveel gemeenten zelf topografische bestanden onder
houden en die ook financieren, dikwijls al tientallen jaren.
Dat houdt niet in dat topografie alleen een zaak van ge
meenten is. Ook anderen zijn belangrijke gebruikers.
Samenwerking met derden is daarom geboden. Het eer
der genoemde citaat van staatssecretaris Heerma wordt
Standaardisatie
Tot nu toe is niet echt hard en intensief gewerkt aan het
standaardisatievraagstuk. Ook de GBKN is geen stan
daard. Standaardisatie moet zich richten op een samen
hangend geheel van definities van topografie-elementen,
structuur en coderingen voor gegevensbanken, voorts op
uitwisselingsformaten en op modellen voor kaartinhoud.
Inbreng van alle partijen is hiervoor van belang. De stan
daardisatie moet permanent worden beheerd, in een ge
zamenlijk beheer.
,,Mijn beleid is erop gericht die activiteiten daar te
laten gebeuren, waar zi] het best op hun plaats zijn".
„Daaruit volgt wel dat in mijn beleid grote prioriteit
gegeven wordt aan samenwerking".
Fig. 7. Citaat uit de toespraak van staatssecretaris van Volkshuis
vesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, drs. E. Heerma, uit
gesproken door mr. J. W. J. Besemer op de VNG-studiedag Vast
goedinformatie in het World Trade Center te Rotterdam op 12 april
1990.
Financiering
Financiering zal eveneens gezamenlijk moeten worden
aangepakt, wil er voldoende geld ter beschikking komen,
Tot nu toe zijn de kosten steeds onderschat, vooral van
bijhouding. De voornaamste gebruikers (gemeenten,
nutsbedrijven en het Rijk) zullen in de financiering moe
ten samenwerken. Daarvoor is een beheerorganisatie no
dig, waarin partijen naar hun belang zijn vertegenwoor
digd en waarin geen sprake is van monopolieposities.
372
NGT GE0DESIA 90 - 9