Rode draad met knopen
groep waarin ondermeer de gedeputeerde van landschap
zitting had. Het project kreeg de welluidende naam INFO-
LAND (Informatievoorziening Landschap).
Voorzitter van de projectgroep werd student Oeds Holt
huis. Hij mocht deze dag de spits afbijten en gezeten op
de stoel van de Commissaris der Koningin gaf hij de aan
wezigen een kort en bondig inzicht in de aanpak van het
totale project en tegelijkertijd een lesje GIS. Vijf van zijn
collega's beschreven daarna hoe hun werkgroep het hen
toegewezen onderdeel had aangepakt.
Niet onvermeld mag blijven de belangrijke inbreng van
Henk Pauw die het secretariaat verzorgde.
Oeds legde uit dat de projectgroep werd onderverdeeld in
vijf werkgroepen die elk een onderdeel voor hun rekening
namen. In de werkgroepen hadden studenten en ambte
naren zitting. Elke werkgroep had een student als voorzit
ter (woordvoerder).
Oeds liet zien hoe door het hele verhaal een rode draad
loopt en dat daarin een aantal knooppunten voorkomt:
Probleemanalyse
We begonnen dus uit te zoeken welke problemen er
waren. Dat er problemen waren, was bekend, maar we
wisten nog niet waar ze zaten. Dat knelpuntenonderzoek
noemden we de probleemanalyse. Door middel van inter
views met veel betrokkenen werden knelpunten geïnven
tariseerd, die betrekking hadden op de informatievoorzie
ning op het beleidsterrein landschap. Ook onderzochten
we voor wie het een knelpunt was (wie is de eigenaar van
het knelpunt), want een knelpunt zonder eigenaar is geen
knelpunt.
Inzicht verkrijgen
Toen we de problemen kenden, was het nodig meer zicht
te krijgen op de huidige situatie. Hoe gebeurt alles
precies? Wat is waarvoor nodig en wie doen dat? Welke
bureaus zijn erbij betrokken? Daartoe hebben we volgens
sommigen een heel ingewikkeld systeem bedacht, maar
naar het oordeel van Annelies is het resultaat toch goed.
Oplossingen zoeken (veranderingsanalyse)
We probeerden oplossingen te zoeken, niet zomaar in het
wilde weg, maar we formuleerden eerst waar we heen wil
den. Veranderingsdoelstellingen werd dat genoemd, het
geen betekent dat je aangeeft in welke richting je de
oplossing zoekt. Hoe moet de huidige situatie veranderen
om de situatie te krijgen waarbinnen de problemen zijn
opgelost? Zo formuleerden we voor alle deelproblemen
een oplossing die voldeed aan de veranderingsdoel
stelling.
GIS
Er was dus een lijst met problemen en oplossingen aan
gedragen, maar het waren deeloplossingen en dat is nog
geen werkbaar geheel. Die deeloplossingen moesten
worden geïntegreerd tot een totaaloplossing en die
hebben we gezocht in het GIS (Geografisch Informatie
systeem).
Omdat geconstateerd werd dat landschapsinformatie
hoofdzakelijk geografische informatie is, pasten de
meeste oplossingen in een systeemconcept dat kan wor
den aangeduid met geografisch basisinformatiesysteem.
Het opbouwen van zo'n systeem kan met standaardpro
grammatuur en daarvan is een groot aanbod op de markt.
GIS gegevensmodel
De gegevens voor landschapsbeheer moesten worden in
gebracht in de computer, maar dat moet op een gestruc
tureerde manier gebeuren. Vervolgens kun je aan de ma
chine een vraag stellen en door de machine wordt dan
een aantal bewerkingen losgelaten op die ruimtelijke ge
gevens. Het resultaat daarvan is dat je uitvoer krijgt. Die
uitvoer is relevante informatie voor de gebruiker; hier al
tijd in de vorm van kaartjes. Bij GIS heb je dus invoer en
uitvoer. Daarvoor is een gegevensmodel gemaakt.
Alle relevante landschapsgegevens zijn geïnventariseerd
en de onderlinge relaties zijn in een schema weergege
ven. Dat schema heet de logische gegevensstructuur.
Door een andere werkgroep zijn de (kartografische) uit-
voerrnogelijkheden onderzocht en zo kregen we de ge
hele zaak rond.
Prototype
Om het gekozen systeem te kunnen toetsen en ook prak
tisch te kunnen illustreren, werd een prototype aange
maakt. Net als bij het vervaardigen van een nieuwe auto
dient het tevens om fouten op te sporen. Aan het eind van
alle verhalen zou dit worden gedemonstreerd.
Met deze rode draad gaf Oeds het woord aan de vijf werk
groepleiders die (ombeurten) hun activiteiten toelichtten.
Invoer
Opslag/Beheer
Analyse/verwerking
Uitvoer
tabel
grafiek
diagram
tekst
kaart
Attribuut
database
Kartografische
database
Vectorkaart
attributen
Rasterkaart
attributen
Netwerk
(interactieve)
kaartmanipulatie
kaartopmaak
Kartografische
gegevens
Attribuut
gegevens
NGT GEODESIA 90 - 9
Algemene opbouw GIS-systeem.
381