Problemen top-tien
coördinaten-
paar
Probleemrelaties of relatieproblemen?
Goed begin is het halve werk, vond Alphons van Stee-
nen (woordvoerder van werkgroep 4, functioneel ont
werp) en beschreef onder andere wat zij hebben gedaan
om de knelpunten zichtbaar te maken. Een leuke op
dracht, gezien hetgeen zij vonden: twintig problemen.
Omdat niet alle problemen even zwaar wogen en niet
door evenveel betrokkenen werden ervaren, werd onder
zocht wie met een bepaald probleem hadden te maken.
Probleemrelaties noemde men dat, hetgeen wezenlijk
verschilt van relatieproblemen. Na selectie bleven tien
problemen over en gingen als
top-tien verder door het leven.
Om er enkele te noemen:
de actualiteit van de gegevens
liet veel te wensen over. Dit
vloeide voort uit de wijze
waarop de gegevens werden
verzameld (ad hoe, niet ge
structureerd);
de informatie was erg versnip
perd. Gegevens over een zelf
de onderwerp waren soms
over meerdere verzamelingen
verspreid en opgeborgen op
verschillende plaatsen. De te
kenkamer beschikte over hon
derden kaartjes met gegevens
over landschap en land
schapselementen. Er moest
dus nogal wat heen en weer
worden gelopen. Soms kon
men iets niet vinden of dacht
men dat het er niet was en be
gon men opnieuw te inventari
seren;
het handmatig vervaardigen
van kaarten was erg arbeids
intensief en tijdrovend;
de gegevensverzamelingen
waren niet compleet, moeilijk
toegankelijk en niet uniform
(verschillende kaartschalen).
Daar konden ze het wel mee
doen. Zo te zien lag er dus een
prachtig werkterrein braak.
lijnsegment
Om de knelpunten verder uit te spitten, was een beschrij
ving van de huidige situatie noodzakelijk. Welke activitei
ten moesten worden uitgevoerd door wie en op welke af
deling? De werkgroep inventariseerde bij welke activitei
ten „Ruimte en Groen" betrokken was. In een schema
liet Alphons zien dat bijvoorbeeld het produkt streekplan
door zes verschillende bureaus van de provincie werd
gemaakt.
Wat leer je van de buren?
Isabel van der Ven (woordvoerdster van werkgroep 1,
relaties) verwoordde wat zij vervolgens hadden verricht.
Had de eerste groep intern onderzocht hoe alles in het
werk ging, werkgroep 1 had tot taak over de grenzen
heen te kijken naar wat bij andere diensten aanwezig was
en in welke vorm, en hoe bij de buren (andere provincies)
de problemen werden aangepakt.
Informatie bleek elders zeer ruim voorhanden, maar zel
den in een vorm die bruikbaar was en echte systemen zo
als de werkgroep die zocht, hebben ze nergens ge
vonden.
De belangrijkste conclusie was dat op meerdere plaatsen
wordt nagedacht over landschapssystemen, maar dat
geen enkel systeem voorhanden was om te gebruiken.
Eigenlijk heeft de werkgroep bij de buren alleen maar ge
zien hoe het niet moet.
Verdere conclusie was dat de topografie het belangrijkste
referentiekader is waarmee alle informatie kan worden
gekoppeld. Met twee kaartjes maakte zij duidelijk hoe een
aantal ogenschijnlijk willekeurige groene vlekken (het
punt (gebouwd)
vlak
hoogspanningsleiding
reliëf
beplanting (lijnvormig)
weg
waterloop
gemeente
44 fc-
provincie
bebouwingsviek
44 fc
bebouwde kom
waterschap
recreatieschap
verkaveling
bodem
geomorfologie
plangebied
beplanting (vlak)
biotoop
grondgebruik
archeologisch monument
landgoed buitenplaats
gebouwd vlak
watervlak
Logische gegevensstructuur INFOLAND.
382
NGT GEODESIA 90 - 9