Hoe gaat het erin en hoe komt het er weer uit? had iets van een Picasso) verband met elkaar blijkt te hebben, zodra je er een topografische ondergrond bij geeft. Bart van der Lely was aan de beurt voor het verhaal van werkgroep 2, dat onder andere handelde over de invoer. Om de gigantische berg gegevens te kunnen invoeren, heb je een gegevensmodel nodig. Hierin wordt de wezen lijke structuur van de informatie vastgelegd. Het model wordt bepaald door de eigenschappen van de gegevens en hun samenhang. Daarom werd, in volgorde: geïnventariseerd (wat is allemaal nodig, bijvoorbeeld alle landschapsgegevens); geselecteerd (ontstaat er geen dubbele opslag, zijn al le gegevens wel nodig of nuttig?); geclassificeerd (op kenmerken ingedeeld); gestructureerd (samenhang tussen gegevensgroepen aangebracht). Zo ontstond een topologische gegevensstructuur en hier uit tenslotte een logische gegevensstructuur (zie schema op p. 382). Nadat de voorgaande sprekers duidelijk hadden gemaakt wat erin moest en hoe alles erin werd gebracht, leerde René van Oosten (werkgroep 5, kartografische aspec ten) ons hoe je het er op een verantwoorde wijze uit kunt halen. Omdat de uitvoer veelal in de vorm van kaarten ge schiedt, toonde hij verschillende kaartjes en liet zien wat wel en wat niet duidelijk is. Omdat je heel veel gegevens tegelijk kunt oproepen, bestaat de neiging er ook heel veel tegelijk op een kaartje af te willen beelden. Dat komt echter de duidelijkheid niet ten goede, hetgeen hij met enkele voorbeelden illustreerde. Henk Kersten mocht tenslotte als laatste werkgroepspre ker uitleggen hoe een GIS alles kan oplossen. Een GIS is een gereedschapskist om informatiesystemen te bouwen. Volgens Henk is zo'n systeem uitermate ge schikt voor een landelijk gebied. Een GIS is toegerust met specifieke faciliteiten voor in voer, opslag en beheer, analyse, verwerking en uitvoer van geografische informatie. Een GIS bevat twee soorten informatie, namelijk kaartinformatie en attribuutinforma tie; deze worden gescheiden opgeslagen in twee gege vensbestanden. Door een GIS kunnen die twee bestan den worden gekoppeld en daardoor op verschillende ma nieren worden bewerkt. Zo kun je ermee selecteren, ana lyseren, combineren, grafisch bewerken en presenteren. Het geografische gedeelte (de kaarten) worden in aparte lagen opgeslagen Elke kaartlaag bevat verschillende ob jecten (bijvoorbeeld een laag bebouwing, een laag be planting, een laag wegen en waterlopen, enz.). De ken merken van de objecten zijn eveneens opgenomen, waar door het mogelijk wordt te selecteren en te combineren, en dat op een kaart weer te geven. Henk beloofde ons dat de computer dat duidelijk zou maken. Indrukwekkend prototype Het systeem is niet alleen in theorie ontwikkeld, maar het werkt echt en dat lieten de studenten graag zien. leder een zat daar eigenlijk al de hele middag op te wachten. Zelfs de GS-leden gingen nu op het puntje van de stoel zitten. Het proefgebied is gekozen ter grootte van een kaartblad an de Topografische Dienst schaal 1:10 000 en betreft een gebied ten noordoosten van Utrecht. Het is een zeer gevarieerd landschap en er komen veel verschillende landschapstypen voor. Via een kostbaar vergrotingsapparaat werd het beeld scherm van de PC op een metershoog wandscherm ge projecteerd. Eerst kwam de topografische kaart tevoor schijn, witte lijntjes stuk voor stuk gedigitaliseerd van een topografische kaart vulden het hele scherm. Ver volgens kwamen andere kleuren aan bod, kaartlaag voor kaartlaag. Eerst een scherm vol wegen, daarna waterlo pen, vervolgens bos en natuurgebied, bebouwde kom, re- latienotagebieden en nog veel meer speciale bestemmin gen. Steeds weer een andere kleur en na elke stap werd de topografische kaart er even onder gelegd om het ver band aan te geven. Toen iedereen had gezien hoeveel er in zat, vertelde de toelichter hoe het selecteren in zijn werk ging en selec teerde als voorbeeld alle relatienotagebieden binnen de gemeentegrens van Leusden. Een ander voorbeeld was het bestemmingsplan van die gemeente, al of niet in onderdeeltjes. Even later werd getoond welke plekken de bestemming ,,bos" hebben. Het was duidelijk dat hier in seconden zichtbaar werd ge maakt wat anders uren zoeken betekende in vele bureaus. Toch waren dat pas wat inleidende beschietingen. Het echte vuurwerk kwam met de demonstratie van wat de term „combineren" eigenlijk inhoudt. „Geef op dit kaartblad aan waar geschikte plaatsen zijn voor bosaanleg". Eerst werd aangegeven welke aspecten hierbij een rol spelen. Door middel van selectie werd op het beeld scherm gebracht: de bebouwing (alle bebouwingsvlekken worden zicht baar; daar kan niet worden ingeplant); het recreatie-aspect. De computer berekent een straal van 1000 meter rondom de bebouwing en direct ver schijnt de berekende lijn op het scherm; een buffer van 250 meter rondom beken en kanalen (de kaart groeide vol met bruine worstjes); welke grond geschikt is voor bos (natte bodem). Na elke kaartlaag werd steeds de combinatie van de voor gaande kaarten getoond. Het beeldscherm werd steeds voller. Je zag iedereen rekenen: zal er nog wat overblij ven voor bosaanleg? En dan een zucht van verlichting: in derdaad, aan het eind van de rit bleven nog wat groene vlekken zichtbaar, waar bosaanleg zinnig zou kunnen zijn. Nu maar hopen dat er geen andere (politieke) motieven in het spel zijn die niet in de computer zitten, want dan wordt het prachtig opgebouwde systeem gereduceerd tot een wel zeer onlogische gegevensstructuur. Maar dat blijft in dit verhaal verder buiten beschouwing. Trouwens waar het scherm ophoudt, begint de politiek, want hierdoor is het mogelijk meer onderbouwde beleids beslissingen te nemen. Mevrouw Poortenaar was daar in ieder geval van overtuigd en feliciteerde allen die aan dit mooie werkstuk hebben bijgedragen. Zij was enthousiast en vond het werk van zeer hoog gehalte. Ook veel lof had zij voor de medewerking van Logisterion en voor de me dewerkers van de provincie (tekenkamer, enz.) Zij waren steeds enthousiast en hebben veel werk verricht. Zij ston den er niet gereserveerd tegenover, maar het project vormde dan ook geen bedreiging. Het is een prototype NGT GEODESIA 90 - 9 383

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1990 | | pagina 23