berichten si 3 I s 3 ffi m s a m 3 e m m to 0 m m sï 3 raas oio naam oen oomn® cd anE 390 I ffc JAARVERSLAG 1989 ORANJEWOUD aranimvAiid Ingenieursbureau „Oranjewoud" heeft weer oran|CWUUa een g0ecj jaar achter de rug en schaart zich daarbij in de rij branchegenoten die het allen voor de wind ging. Reden van die positieve ontwikkeling: de zich voortreffelijk ontwikke lende Nederlandse economie en de privatisering en afslanking van de overheid. Vooral op het gebied van weg- en waterbouwkundige werken en landmeetkundige diensten (Rijkswaterstaat en Kadaster) speelde dit een belangrijke rol. Zo neemt Oranjewoud onder andere deel aan de B6 Landmeetkun dige Diensten BV. Deze BV heeft een privatiseringsovereenkomst gesloten met het Kadaster en daarvan in 1989 voor 2 miljoen gulden aan opdrachten ontvangen. Ook werd een aantal medewerkers van die dienst overgenomen. Volgens het jaarverslag is deze privatise ring voor Oranjewoud en de overgenomen medewerkers naar te vredenheid verlopen. Met Rijkswaterstaat is een privatiseringsovereenkomst gesloten be treffende de overname van het laboratorium Flevoland in Lelystad, waarbij een twintigtal medewerkers werd overgenomen. De totale personeelssterkte (maandloners) van Oranjewoud steeg in het ver slagjaar van 699 tot 869. In 1989 is ook een nieuwe loot aan de Oranjewoud-boom toege voegd: Oranjewoud Fotodata BV. Deze richt zich binnen het vak gebied van de fotogrammetrie in het bijzonder op de luchtkartering ten behoeve van de kaartvervaardiging en is gevestigd in Almere. Deze nieuwe loot blijkt zich erg snel te ontwikkelen. Vermeldenswaard is eveneens de ontwikkeling op het gebied van vastgoedbeheer ten behoeve van bestuur en management, namelijk het GEOVAS (GEmeentelijk Omvattend Vastgoed Automatiserings systeem) dat samen met L T Informatica is ontwikkeld en waarmee een goede marktpositie is verkregen. Oranjewoud heeft zich ook op de Europese markt georiënteerd en constateert veel berichten over samenwerking tussen Nederlandse bedrijven onderling, maar ook tussen Nederlandse en andere Euro pese bedrijven. Het meespelen op de Europese markt zal alleen mogelijk zijn voor grote bedrijven, meent Oranjewoud en verwacht daardoor een voortgaand proces van samenwerking en fusering. Met een toegenomen omzet van 105,3 miljoen gulden naar 125,2 mil joen, een winsttoename van 3,5 naar 4,1 miljoen en de gunstige toe komstige ontwikkelingen met voortgaande privatiseringen en toe nemende automatisering ziet Oranjewoud de toekomst bepaald hoopvol tegemoet. I JAARVERSLAG DHV RAADGEVEND INGENIEURSBUREAU BV Het gaat goed met DHV volgens het jaarverslag. Met een aantal krachtig doorgevoerde beleidslijnen zijn in 1989 positieve resultaten geboekt. DHV was in 1989 voor het eerst met 21 sectoren op de markt en wist hiermee de winst te verbeteren met 50% ten opzichte van 1988. De ontwikkelingen op de Nederlandse markt zijn interessant, maar stemmen tot nadenken volgens dit verslag. De bereidheid van de overheid om te investeren in de infrastructuur is wel toegenomen, maar de politieke wil om tot maatregelen te komen is vaak niet meer dan een eerste stap in een langdurig proces. Daardoor neemt de spanning toe tussen de tijd die nodig is om procedures af te wikkelen en de steeds dringender wens om tot maatregelen te komen. Momenteel duurt het vijf jaar voor de politieke wil vertaald is naar concrete projecten. Diezelfde overheid echter vraagt van ingenieursbureaus op steeds kortere termijn inzicht te verschaffen in een snel toenemend aantal specialistische gebieden. De ontwikkelingen in het buitenland en met name Oost-Europa zullen de komende jaren ook een steeds dui delijker invloed op de Europese activiteiten uitoefenen. Knellende arbeidsmarkt Gezien bovenstaande ontwikkelingen is de kwaliteit van de mede werkers de belangrijkste succesfactor, maar sterker dan in de voor gaande jaren heeft DHV ervaren dat goed gekwalificeerde mede werkers met grote moeite zijn te vinden en de verwachting is dat dit probleem de komende jaren nog zal toenemen. Daarom zal DHV zich door eigen opleidingen en trainingen hierin trachten zeker te stellen. Het zeer vakkundig verzorgde jaarverslag toont verder mooie beel den van projecten welke in het verslagjaar een rol hebben gespeeld in het succes, zoals het bedrijfskantoor van de Heineken-brouwerij te Zoeterwoude, de Waterzuiveringsinstallatie voor Crown/Van Gel der Papier, de Waterstofleiding van Terneuzen naar Zelzate, Ver- keersmilieukaarten van Zwolle, onderzoeksprojecten in Bolivia, Swa ziland en Mozambique. Tenslotte bevat het verslag nog een cijfergedeelte waaruit de be drijfsresultaten blijken: stijging van de bedrijfsopbrengsten van 178 miljoen tot 191 miljoen gulden. Het netto-resultaat steeg van 2 mil joen naar 3 miljoen gulden en voor 1990 verwacht men een verdere stijging. I VERHUIZING KADASTER ROERMOND Met ingang van 18 juli 1990 is het nieuwe adres van de Directie Limburg van de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers: Bredeweg 239, 6043 GA Roermond. Ongewijzigd blijven: telefoon 04750-91111, telefax 04750-28892, postbus 1075, 6040 KB Roermond. "n rTffffff r i 3 i 03 03 ES 3 3 O 3 O 03 El O 0' H B O 3 NEREF-MAREO NEREF stelt zich als subcommissie van de Nederlandse Commissie voor Geodesie ten doel het waarborgen van de kwaliteit van de Nederlandse referentiestelstels. Ten aanzien van de hoogtereferen tie is er één aspect dat onmiddellijke aandacht verdient: bodem daling in relatie tot zeespiegelrijzing. Vooruitlopend op de definitieve verdichting van de in mei 1989 gemeten EUREF-GPS-campagne zijn in de periode van 16 tot en met met 27 juli 1990 GPS-metingen ver richt ter bepaling van de hoogteverschillen tussen peilmeetstations: NEREF-MAREO. Het doel van dit project moge duidelijk zijn: om Nederland de komen de eeuw in voldoende mate droog te houden, is een goede kennis van de te verwachten zeespiegelrijzing nodig, en derhalve van de mechanismen die voor deze (relatieve) rijzing verantwoordelijk zijn. Eén van deze mechanismen is de bodemdaling die, zoals de ana lyses van waterpassingen aantonen, langs een groot deel van de Nederlandse kust plaatsvindt. Deze bodemdaling beïnvloedt uiter aard de registraties van peilmeetstations, hetgeen de juiste inter pretatie van deze registraties bemoeilijkt. Een goede kennis van de bodemdaling is dus zeer gewenst. Aangezien het traditionele water passen een zeer tijdrovende en dus dure methode is ter bepaling van de hoogteverschillen tussen de peilmeetstations, zal de Meetkun dige Dienst van de Rijkswaterstaat vanaf 1990 (vooralsnog jaarlijks) met behulp van het Global Positioning System (GPS) deze hoogte verschillen bepalen. De eerste metingen hebben, zoals reeds hierboven vermeld, van 16 tot en met 27 juli jl. plaatsgevonden. Voor de metingen in Nederland en België is gebruik gemaakt van 7 dual-frequency ontvangers. Hier van werden er 4 geheel belangeloos ter beschikking gesteld door de afdeling Rijksdriehoeksmeting van het Kadaster (2) en de Faculteit der Geodesie van de TU Delft (2). De Rijksdriehoeksmeting zorgde bovendien voor de bemanning van haar eigen ontvangers. Daar naast is de Landesvermessung Hannover zo vriendelijk geweest op de lokatie Pilsum een ontvanger te plaatsen en heeft het Nationaal Geografisch Instituut van België zijn medewerking verleend aan de metingen in Oostende. Met de 7 ontvangers zijn op de 16 locaties (10 peilmeetstations, 6 EUREF-punten; zie fig.) metingen verricht. Aangezien derhalve niet alle punten tegelijkertijd konden worden bezet, is het gehele netwerk opgesplitst in 4 elkaar overlappende netwerken van 7 punten. Elk van deze netwerken is gedurende meerdere dagen ingemeten (3 x 3, 1 x 2 dagen). Als „ruggegraat" zijn de EUREF-punten Kootwijk en Westerbork gekozen; deze zijn gedurende de gehele meetperiode bezet geweest. In verband met de gewenste precisie en betrouwbaarheid is op 2 frequenties gemeten gedurende de volledige periode waarbinnen 4 of meer satellieten zichtbaar waren. De dagelijkse meetsessies duur den ruim 7 uur, met als waarnemingsinterval 15 seconden. Gezien de beperkte kennis wat betreft de bruikbaarheid van GPS ter bepaling van hoogteverschillen, zullen de gegevens tevens voor ver der onderzoek op dit gebied worden gebruikt. De verwerking van de gegevens zal met behulp van verschillende programmapakketten gebeuren. NGT GEODESIA 90 - 9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1990 | | pagina 30