Produktiemethoden bij de opbouw
van topografische bestanden
Inleiding
kaarten zijn in analoge vorm alleen geschikt als informa
tiebron. De graveerinspanning voor de schaal 1:10 000
wordt er niet door verminderd. Bestanden kunnen op elke
schaal worden afgebeeld met de gewenste lijnkwaliteit,
zodat deze gegevens ook de hoeveelheid digitaliseer
werk kunnen terugbrengen. Dat laatste is afhankelijk van
de overeenstemming in betekenis van de gecodeerde
elementen, de mogelijkheden tot automatische gene
ralisatie en de hoeveelheid resterende correctie, onder
andere door de verschillen tussen de inwinningsdatum
van het bestand en de verkenningsdatum van de lucht
foto's voor de kartering. Zoals Van der Linde in het juli/
augustusnummer van NGT Geodesia al vermeldde, zijn
de proeven om digitale GBKN-gebouwen met behulp van
programmatuur tot bruikbare gebouwen voor de kaart-
schaal 1:10 000 te bewerken, geslaagd. Het is de be
doeling vanaf 1991 gebruik te maken van grootschalige
bestanden.
Gevolgen voor personeel en organisatie
De overgang van graveren naar digitaliseren is ingrij
pend, zowel voor de medewerkers als voor de organisa
tie. Nu er zicht is op het vermoedelijke produktieproces
van de toekomst, kunnen de verwachte gevolgen in beeld
worden gebracht. Een interne werkgroep is bezig de
Bij de Topografische Dienst zal een viertal digitale be
standen worden opgebouwd en onderhouden. Het detail
niveau van deze bestanden komt overeen met de kaart-
series 1:10 000, 1 50 000, 1 250 000 en 1 500 000.
In dit artikel zal worden beschreven welke werkmethoden
de Dienst denkt te gaan toepassen voor de opbouw van
de diverse bestanden, welke herzieningsmethoden ge
bruikt gaan worden, in hoeverre deze methodieken ope
rationeel zijn en in hoeverre de te onderscheiden ge
gevensbanken zijn gevuld.
Door gebruik te maken van rastertechnieken zal de
manier van gegevensinwinning wijzigen. Digitaliseerta-
fels zullen grotendeels verdwijnen. Te digitaliseren lucht
foto's/modellen worden afgetast en via een beeldscherm
gedigitaliseerd. Ergonomisch ontstaat daardoor een bete
re werkplek.
NGT GEODESIA 90 - 9
gevolgen voor de personeelsbezetting en de organisa
tiestructuur op een rij te zetten. Op basis van de huidige
werkzaamheden levert het vervaardigen van digitale
bestanden van het gehele land veel werk op, de bijhou
ding naar verwachting aanzienlijk minder.
De bijhoudingsfrequentie, de ontwikkelingen ten aanzien
van de inhoud van de bestanden en de behoefte aan
nieuwe produkten zullen bepalen hoe het met de werk
voorziening gaat. De technologische ontwikkelingen
gaan ongetwijfeld door, maar voor de kartograaf zijn de
ingrijpendste nu toch wel geweest. De geautomatiseerde
generalisatie, de volgende mijlpaal in de computerkarto-
grafie, zal nog wel een tijdje op zich laten wachten.
De ervaringen van de afgelopen jaren hebben geleerd,
dat het bestaande produktieproces opnieuw moet worden
geëvalueerd. Vragen als „Waarom worden de luchtfoto's
op schaal 1:18 000 vervaardigd?", „Waarom met
brandpuntsafstand 21 cm?" en „Waarom in zwart-wit?"
moeten voor alle produktiestappen worden gesteld, vanaf
de terreinverkenning tot en met de druk van de kaart.
Het zonder meer automatiseren van het analoge produk
tieproces kan slechts tot mislukkingen leiden. De ver
anderingen die het automatiseringsproces met zich mee
brengt, zijn dan ook ingrijpender dan de automatisering
zelf. Het stof van het oude huis moet niet het nieuwe huis
worden binnengedragen.
Opbouw bestand 1:10 000
Uitgangspunt voor alle te produceren topografische
kaartseries vormt luchtfotografie op schaal 1 18 000.
Van de luchtfoto's worden vergrotingen 1 10 000 ver
vaardigd. Door een topograaf worden deze vergrotingen
deels op kantoor, deels in het terrein geïnterpreteerd.
Deze interpretatie wordt vastgelegd op de vergrotingen.
Vervolgens wordt de geïnterpreteerde vergroting afgetast
en op een beeldscherm afgebeeld. Aansluitend wordt het
geïnterpreteerde beeld met behulp van een muis gedigi
taliseerd. Het aldus opgebouwde bestand dient nog te
worden getransformeerd (ontschrankt) naar RD. De daar
voor benodigde parameters zijn afkomstig uit de aero-
triangulatie. Het eveneens benodigde hoogtemodel is
deels afkomstig uit de fotogrammetrie en deels uit het
reeds voorhanden zijnde DTED (Digital Terrain Elevation
Data). De per luchtfotovergroting opgebouwde bestanden
worden tenslotte onderling aan elkaar aangesloten.
365
door ir. G. A. M. Vrijkotte, hoofd van de sectie Automatisering van de Topografische
Dienst te Emmen.
SUMMARY
Production methods for digital topographic databases
In this article methods are described for capturing and maintenance of digital geographic data related to
the mapseries 1:10 000, 1 50 000, 1 250 000 and 1 500 000. These methods are partly operational
and will be fully implemented in the near future.