□e Waterstaat is er nog trots op Fig. 11. Interactief werkstation (Intergraph). men zeer acceptabel. Toch heeft de achterstand in de produktie nog tot ver na de verhuizing voortgeduurd. In 1981 werd een nieuw project gestart. De Ministeries van Financiën en Binnenlandse Zaken zochten contact met de Topografische Dienst om te over leggen over het bepalen van het bebouwingsvolume uit luchtfoto's in de bebouwde kom van gemeenten. Dit wilde men gebruiken om de bedragen te bepalen, die de ge meenten uit het Gemeentefonds ontvangen. Na overleg werd besloten dat eenmaal in de drie jaar het gehele land zou worden gefotografeerd en dat door particuliere maat schappijen de bebouwing fotogrammetrisch zou worden opgemeten en digitaal vastgelegd. De Topografische Dienst zou dit project coördineren en controleren. De luchtfoto's 1:18 000 konden door de Dienst ook worden gebruikt voor de eigen kartering en bovendien in het foto archief worden bewaard ter raadpleging door derden. In 1980 werd besloten een tweede uitgave van de natio nale atlas samen te stellen. Dit keer werd het een uitgave in twintig katernen, leder katern zou een speciaal onder werp behandelen, zoals bevolking, geologie, bodem kunde, enz. In 1982 werd het Atlasbureau door de Dienst overgenomen van de Rijksplanologische Dienst en met enkele medewerkers uitgebreid. De tweede uitgave kwam in 1990 gereed. Afsluiting Bij een terugblik over de 175-jarige periode van topo grafische kaartenmakers is het opvallend dat men vaak technieken die vroeger werden gebruikt, later weer ziet terugkomen. Meestal in een andere vorm, maar in prin cipe wel op elkaar lijkend. De techniek die Eckstein ontwikkelde met zijn driekleu rendruk met behulp van de grisé-methode, is zo'n voor beeld. Ecksteins idee was voor die tijd grandioos. Ook bij de kaartherziening zien we sommige van de vroegere methoden in nieuwe gedaante weer opduiken. Daarnaast zagen we grote veranderingen in methoden, zoals de in voering van de fotogrammetrie, verkenning en hoogte meting op luchtfoto's, het werken op polyestermaterialen, de offsetdruk, de fotozetapparatuur en tenslotte de over schakeling op digitale technieken. We kijken met spanning uit naar de toekomst. Bij dit artikel is veel gebruik gemaakt van het boek ,,De Topographische en Militaire Kaart" van ir. J. A. v.d. Linden en van aantekeningen van verschillende oud collega's van de Topografische Dienst, zoals ir. A. J. Kers, W. M. K. Kalis en E. Blindenbach. Sinds 1865 verschijnt de Waterstaatskaart als een the matische bewerking van de militaire stafkaart 1 50 000. De kaart verscheen al in kleur, toen de topo grafische moederkaart nog zwart-wit was. Toch is het niet dót aspect, dat de Waterstaters nog doet glimmen van trots. Pas de extra verkenningen voor de Waterstaatskaart zorgden voor de identificatie van de Vaalserberg als het hoogste punt van Nederland. Sinds burgemeester Ruland er in 1901 een steen plaatste, werd het een toeristisch Mekka. Piksel vult graag de jubileumviering van de Topografi sche Dienst aan met wat gegevens over de wedijver tussen officieren en waterstaatsingenieurs. Bij haar op de schoorsteenmantel prijkt een werkje van vóór 1900. Aantekeningen omtrent de geschiedenis en de inrichting der Waterstaatskaart van Nederland" staat op het kaft. Daaronder prijkt het Nederlandse wapen met het ,,Je maintiendrai". „Hoe nuttig de waterstaatsverkenningen ook voor verdere terreinkennis zijn, bleek bij de jongste verken ningen in Limburg. Tot nog toe meende men in den Kriekelenberg bij Wijl- ré het hoogste punt van ons land te vinden, in de aard rijkskundige leerboeken en ook op de stafkaart vond men dit punt gemerkt als 240 M. A.P.; nu is echter gebleken dat de hoogte van den Kriekelenberg is 193.80 M. A.P., van Vrouwenberg 214.20 M. A.P., terwijl het hoogste punt van Nederland 322.50 M. A.P. gelegen is in den Zuid-Oosthoek van Lim burg nabij de grens ten Zuiden van Vaals". Men had de militaire verkenners de loef afgestoken. Maar goed dat er geen Limburgse Waterlinie nodig was Piksel 436 NGT GEODESIA 90-10

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1990 | | pagina 12