van 0,6 mm doorsnede. Johann laat zien hoe een lens er na het slijpen uitziet en tovert een mooi exemplaar uit zijn jaszak, maar die lens is nog lang niet klaar en moet nog veel bewerkingen ondergaan. Een van de belangrijkste bewerkingen die een lens na het slijpen nog ondergaat, is het coaten of ontspiegelen. Jo hann Unterkreuter wijst ons de machine waarmee dit ge beurt. Om drie redenen is de machine belangrijk: het ontspiegelen gaat reflectie en verstrooiing tegen; de prijs is 100 000 gulden; er zit een leuk verhaal aan vast. Het is het ware verhaal van de uitvinding van de coating, het systeem waarmee wordt bereikt dat het reflecterend vermogen van spiegelende vlakken bijna 100% kan be dragen en bij optische systemen een beter beeldcontrast wordt bereikt. Een zekere F. Turner, Amerikaans afgestudeerd fysicus, zou dit systeem hebben uitgevonden en meldde dit bij professor Weidert, bij wie hij was afgestudeerd. De pro fessor was hiermee danig in zijn schik, want uiteraard straalde er van de belangrijkheid van deze uitvinding ook wat op hem af, nietwaar? Het toeval wilde dat er in die tijd (1937) in Berlijn een tech nisch congres plaatsvond, waar professor Weidert mel ding maakte van de gewichtige ontdekking van Turner. Evenwel was op dat congres ook Gerhard Hansen aan wezig, werkzaam bij de firma Carl Zeiss; deze stond op, vroeg het woord en deelde mee dat zijn firma reeds in 1935 dezelfde ontdekking had gedaan en daarop een geheim patent had aangevraagd. ,,Uit mijn hoofd gezegd zou het patent nummer DRP 685767 moeten zijn, maar 'genau' weet ik het niet. zei Johann; hij bleek toch het juiste nummer in zijn hoofd te hebben. De uitvinding was van Alexander Smakula en werd gebruikt voor de lenzen van de U-boot telescopen, wat natuurlijk wel geheim was in die tijd. „Bijna niemand weet de ware geschiedenis van de coa ting of 'vergutungs'techniek", zegt Johann, maar ik heb hem beloofd dat daar spoedig verandering in zou worden gebracht, hetgeen bij deze mag zijn geschied. Bloed en zwarte verf Van de diverse andere, geheel of gedeeltelijk handmatige bewerkingen van de lenzen die we zagen plaatsvinden, is mij als opmerkelijk gebeuren bijgebleven de bewerking die Jackieren" wordt genoemd. Deze bestaat uit het aan brengen van een zwarte laag lak op de zijkanten om licht- 'jm De theodolietbouwer; geen lopende band-werk, het wordt zijn in strument. .Doorgaande waterpassing Matterhorn met de Wild NA2000". verlies en valse reflectie tegen te gaan. Een als chirurg geklede medewerker, compleet met doktersmuts en mondmasker, met in zijn hand een fijn spuitinstrumentje verrichtte deze handeling. Het enige verschil met een echte arts waren de sporen van zijn arbeid: op de groene uitmonstering was geen bloed, maar zwarte verf getuige van de aard van zijn werk. Individuele instrumentenbouwers Zijn de voorgaande handelingen vrijwel alle opzichzelf staand en onafhankelijk van elkaar uitvoerbaar, de laat ste fase ligt geheel in één hand. Eén man zet alle zorg vuldig vervaardigde onderdelen keurig op de juiste plaats in de theodolietkast waar het verhaal mee begon. Hij is uiteindelijk de man die de theodoliet bouwt met de bouwstenen welke door anderen zijn vervaardigd. Het wordt ook echt zijn instrument; het registratienummer wordt op zijn lijst gezet, zodat altijd kan worden terugge vonden wie de bouwer (of eigenlijk de in-elkaar-zetter) is. Het spreekt vanzelf dat het instrument de deur niet uit gaat voordat een uitgebreide controle op alle onderdelen heeft plaatsgevonden en correcties zijn toegepast. De theodoliet wandelt van tafel naar tafel om een aantal tests te ondergaan, waaronder een justering, een temperatuur- test en een vibratietest. Door verbetering van de techni sche middelen kan elke afwijking in het instrument vrijwel tot nul worden gereduceerd en daarvan mochten wij op meerdere afdelingen getuige zijn. Onwaarschijnlijk kleine bijstellingsmogelijkheden staan er borg voor dat een hoogwaardig eindprodukt wordt afgeleverd. En daar is Wild (pardon, Leica) dan ook erg trots op. 446 NGT GEODESIA 90 - 10

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1990 | | pagina 22