s Begin van de fotogrammetrische kartering Oorlogsjaren basis voor de kartering en de verouderde steengravure zou worden vervangen door de fotolithografie. Tevens werd het tekenen van het lijnwerk van de kaarten toe gewezen aan de opnemingsdienst. De militaire verken ners werden burger-topografen. De samenvoeging vond plaats op 4 januari 1932. A. van Hengel, oud-Kapitein ter Zee en raadadviseur, werd waarnemend directeur. De Dienst werd gevestigd in het gebouw aan de Princessegracht waar de Topographische Inrigting verbleef. Een aantal officieren van de Militaire Verkenningen werd benoemd tot afdelingschef bij de nieuwe organisatie. Na de proeven „Hilvarenbeek", ,,Den Hout" en Ooster hout" ging men de fotogrammetrie toepassen voor de kartering. In overleg met prof. Schermerhorn besloot men de ontschrankingsmethode toe te passen voor de karte ring van blad 44 West-Geertruidenberg. Men koos met opzet een vlak gebied om de techniek goed onder de knie te krijgen. De aanschaffing van een „Autograaf" of een „Aërokartograph" was te duur en werd niet efficiënt geacht voor een snelle produktie. De ontschranking was reeds door Schermerhorn met succes voor de rivierkaart gebruikt. Het blad Geertruidenberg werd geheel onder zijn leiding in het geodesiegebouw te Delft fotogramme- trisch uitgewerkt. De radiaaltriangulatie, het ontschranken en het uitteke nen op de stereopantograaf verliepen vlot. Men gebruikte opnamen op schaal 1 15 000, op glasplaten, formaat 13 x 13 cm met een brandpuntsafstand van 16,5 cm. De ontschranking werd uitgevoerd op schaal 1 12 500 en de uittekening op 1 16 666 met vertekening van de wegen. Ook voor de hoogtemeting ging men luchtfoto's gebrui ken, onder andere in het duinterrein. In 1933 werd bij firma De Koningh in Arnhem een ontschrankingsapparaat besteld (ontwerp van Schermerhorn en De Koningh), een Zeiss-radiaaltriangulator en een aantal stereoscopen. Het uittekenen werd voortaan, evenals bij de methode van Schermerhorn, op een speciaal apparaat, de stereo- cartograaf, uitgevoerd, ook op schaal 1:16 666 (fig. 7). Na de eerste luchtfotografie, uitgevoerd door de Lucht vaartafdeling te Soesterberg, werden in het volgend jaar bij de KLM foto's besteld met een formaat van 18 x 18 cm, Fig. 7. Stereocartograaf. Fig. 8. Tweede ontschranker van ,,De Koningh". op film. Een groter formaat had uiteraard veel voordelen voor de voorbereiding en uitwerking. Filmmateriaal was veel beter te hanteren en op te bergen, vergeleken met de eerdere glasnegatieven. Bij het uittekenen ging men al snel over op het direct uittekenen van de dia's op koda- trace. De foto's werden door de tekenaars bestudeerd met de stereoscoop. In 1936 werd de tweede ontschranker bij de firma De Koningh besteld (fig. 8) en daarna, kort vóór 1940, nog een Wild Autograaf A6. Dit apparaat is gedurende de oorlogsjaren in gebruik geweest bij de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat. Na de oorlog heeft de firma Wild een grondige revisie van het instrument uit gevoerd, en in 1949 kwam het terug bij de Topografische Dienst voor het karteren van heuvelgebieden en hoog bouw. Voor de verkenning van de nog niet fotogrammetrisch vervaardigde bladen werden foto's op schaal 1:10 000 gebruikt. Dit betekent een grote verbetering voor de ver kenningswerkzaamheden, die tot dan op de oude veld- minuten werden vastgelegd. De Duitse bezetter nam de Topografische Dienst al snel in handen. De waarnemend directeur, A. van Hengel, en het hoofd Opnemingsdienst, C. A. J. van Frijtag Drabbe, 432 NGT GEODESIA 90 - 10

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1990 | | pagina 8