WERKPLAATS
MEETKUNDIGE
DIENST
Digitaal Topografisch Bestand (DTB)
Rijkswaterstaat
Fig. 3. Wegwijzer op het terrein van een Limburgse dienstkring,
waarop ook de onderafdeling Maasbracht van de buitendienst van
de MD is gehuisvest.
stellingen daarvan kenmerken (attributen) worden ge
koppeld. Praktische voorbeelden daarvan zijn de num
mers van praatpalen en verkeersborden, armatuurtypen
van verlichting, maar ook maaibeurten voor grasstroken,
verhardingsdikten, oplever-, onderhoudsgegevens en be
steknummers.
Deze gegevensbestandsfunctie kan zo integrerend gaan
werken voor deelregistraties. Op basis daarvan zijn dan
niet alleen rapporten en toeleveringen aan andere syste
men mogelijk, maar ook thematische kaartpresentaties.
Automatische integratie van deelregistraties zonder een
in coördinaten transformeerbare plaatsaanduiding van
deelregistraties is niet mogelijk. Wel kan men registraties
per (hopelijk ongewijzigde) hectometer presenteren en
deze dan interactief doen toedelen aan terreinobjecten
uit het topografische bestand. Daartoe kan splitsing of
vorming van een samengesteld object nodig zijn.
Een mogelijkheid van nieuwe hybride GIS-pakketten is
het als rasterbeeld-attribuut opslaan van gescande beel
den, zoals foto's van wegwijzers (fig. 3).
Statistische bewerkingen
Naar topografische objecten gestructureerde digitale
opslag biedt tal van mogelijkheden tot statistische be
werkingen. Ongelijke bijhouding kan daarbij een pro
bleem zijn: er is dan geen peildatum. Bijvoorbeeld de
nieuwe mottoborden" langs snelwegen kunnen in enke
le dagen worden geplaatst, maar zullen slechts geleide
lijk worden ingemeten. Een voordeel van een integrale
relationele gegevensbank is, dat opname van terrein
objecten ook zonder coördinaten al mogelijk is. Ze kun
nen dan in niet-kartografische bewerkingen reeds worden
meegenomen.
Pro memorie zij vermeld, dat bij continue kaartbijhouding
een voordeel van digitale opslag nog kan zijn, dat de
gebruiker de kaart pas laat tekenen als hij nodig is. Tradi
tioneel zouden onder potentiële gebruikers nieuwe blad
versies kunnen worden verspreid, die alweer worden
vervangen voor men ze daadwerkelijk benut.
Na jaren van digitaal karteren met tijdelijke opslag van de
digitale kartografische gegevens besloot de Meetkundige
Dienst van de Rijkswaterstaat (MD) in 1985 tot opbouw
van een Digitaal Topografisch Bestand (DTB).
Die eerdere kartografische gegevens waren procesge-
oriënteerd. De deels overlappende bestanden waren in
de zgn. spaghetti-structuur. De kleine („atomische")
topografische terreinobjecten werden in het DTB als
punten, lijnen en vlakken (gesloten polygonen) in een
vectorbestand gestructureerd. Gekozen werd voor het
eventueel daarbij in meerdere lagen opslaan van lijnele-
menten van vlakken; dit onder meer omdat men nog
slechts bezig was met een pilotproject en omdat de op-
bouwtijd de levensduur van systemen en gegevensbank
typen ver overstijgt.
Motief voor het besluit tot het DTB was in de eerste plaats
de op termijn verwachte winst bij kaartherziening. Van
wege de nieuwe techniek van het inspiegelen van digitale
topografie over fotomodellen (superimpositie) zou ook
digitale fotogrammetrie daarvoor bruikbaar worden.
Daarvoor, maar ook om bij plannen tot wegreconstructie
digitale terreinhoogtemodellen (zgn. DTM's) aan het DTB
te kunnen ontlenen, werd besloten tot een driedimensio
naal basisbestand. De maaiveldhoogte van breuklijnen in
het terrein zou tevens worden opgeslagen. Over dat
gebruik van DTM's en het programma MOSS voor de
grondbalans en het wegontwerp bij de Rijkswaterstaat is
al gepubliceerd [4] (fig. 4).
Naast de verhardingskanten ging ook de markering tot de
nieuwe selectie uit de genormaliseerde BOCO-classifi-
catie behoren (fig. 5). Het raadplegen van wegmarke-
Fig. 4. MOSS-model van het maaiveld, zoals dat aan het DTB is te
ontlenen.
BLOKMARKERING
DRIEHOEKMARKERING
GELEIDEBANDVLAK
OVERSTEEKPLAATS (BROM)FIETSERS
PIJLMARKERING LINKSAF
PIJLMARKERING RECHTDOOR
PIJLMARKERING RECHTDOOR/LINKSAF
PIJLMARKERING RECHTDOOR/RECHTSAF
PIJLMARKERING RECHTSAF
PUNTSTUK
VERDRIJFSTREPEN
VERFLETTERS EN -CIJFERS
VERFLIJN
VERFSTIPPELLIJN
VERFSYMBOOL
VOETGANGERSOVERSTEEKPLAATS
Fig. 5. Classificatie van de objectgroep markeringen.
NGT GEODESIA 90-11
491