Pilotproject in een dienstkring verkeerskunde weg- en waterbouwkunde meetkundige dienst hoofddirectie bouwdirectie regionale directies technisch-wetenschappelljke diensten Fig. 7. De organisatiestructuur van de droge" Rijkswaterstaat. gegevensbanken per dienstkring dan ook voor de hand. Eventueel regionale of landelijke aggregaties zijn daar buiten denkbaar. Los van het pilotproject op basis van het fotogrammetisch ingewonnen DTB adviseerde de pro jectgroep in het rapport aan de regionale directie om bij een nieuw wegbouwkundig project een proef te doen op basis van een digitaal wegontwerp en revisiegegevens van opzichters. Dit benutten van zogeheten „plantopo- grafie" is nog niet opgepakt. Bij ongewijzigd beleid biedt de beschikbaarheid van digitale wegontwerpen en het DTB van identieke wegdelen een mogelijkheid om de ver schillen eens nader te bestuderen. Buiten het proefgebied kan het DTB vooralsnog als ach tergrondgeheugen worden bewaard op magneetband. Gedurende het pilotproject op basis van het DTB beschikt de dienstkring 's-Gravenhage-Zuid over een remote- werkstation op het computersysteem van de MD (fig. 8). Het benutte GIS-programmapakket is GRADIS3000 van Straessle, in een volgende versie GRADIS-UX geheten [9]. Deze pakketten werken met de formele, relationele gegevensbanken MIMER respectievelijk ORACLE, ook voor de topografie. (De keuze van de apparatuur en pro grammatuur voor dit prototype is overigens maar van beperkt belang!) Voor dat gebied is in automatiserings termen dus sprake van „databasemanagement" in plaats van „filemanagement". Als basis werden per weg- kilometer gemiddeld 700 topografische objecten geme- Fig. 8. Handmatig vervaardigde tekening van een GRADiS-werk- station. ten, dat wil zeggen voor deze hele dienstkring ongeveer 50 000. In de relationele gegevensbank beslaat de 70 kilometer snelweg ongeveer 132 Mb. Terwille van de toe voeging van niet-topografische kenmerken zullen lijn- en vlakobjecten veelal verder moeten worden onderver deeld. Het aantal verhardings(vlak)objecten bijvoorbeeld zal nog spectaculair stijgen. De aansluitende strook bui ten de grens van rijkseigendom is geminimaliseerd. In theorie is daarbuiten aanvulling met ijlere GBKN-topo- grafie denkbaar. Terwille van een verantwoord gegevensbeheer wordt gewerkt met aparte topografie-(MD-) en dienstkringlagen. (Aangezien voor het eerste dienstkringgebruik kan wor den volstaan met tweedimensionale bestanden, is terwille van de prestatie de z-coördinaat niet uit het basisbestand overgenomen.) De eerste definitie van eigen dienstkring- gegevens en de leerervaringen daar komen de Rijks waterstaat als geheel en mogelijk ook andere wegbeheer- ders ten goede. Momenteel loopt het pilotproject. Na evaluatie kan planmatige, digitale verstrekking in deze of een aangepaste vorm voor alle dienstkringen gaan plaatsvinden. Een voorstudie en eventueel opvolgende pilot voor ook rivierbeheer is in voorbereiding. Vanuit de genoemde mogelijkheden is besloten het pilot project in de dienstkring 's-Gravenhage-Zuid, de proef tuin, in een aantal fasen te verdelen. In fase 1 zou los van standaardzaken als produktvariatie de aandacht vooral komen te liggen op de ondergrondse infrastruc tuur. In fase 2 zou het vooral gaan om de toelevering van gegevens voor onderhoudsbestekken voor asfalt, marke ringen en groen (bermen) vanuit het GIS en om de bij elementberekening genoemde indeling voor aselecte asfaltboringen. In fase 3 tenslotte zou het accent komen te liggen op het beheer van wegmeubilair. In deze dienstkring was geen behoefte aan een volledige „kadas trale laag". Thans is fase 1 operationeel. De volgende fasen zijn opgeschort door een nu geplande opzet van een Rijkswaterstaatsbreed informatiemodel voor de infra- stuctuur, waarover straks meer wordt vermeld. Uitwerking van fase 1 De GIS-mogelijkheden moeten steeds worden geopera tionaliseerd in gebruiksvriendelijke functies. Als voor beeld is vermeldenswaard, dat dienstkringmedewerkers niet gewend zijn met coördinaatparen te werken. Men is vertrouwd met (ééndimensionale) hectometreringen. Er is dan ook een functie gebouwd om vanuit de hectometer- bordjes de ligging van de gewenste strokenkaarten ook numeriek aan te duiden. Uitgaande van twee in coör dinaten bekende hectometerbordjes, het schaalgetal en de (halve) biadbreedte worden de voor het standaard programma benodigde coördinaten van de hoekpunten en het bladformaat berekend. Als bij autosnelwegen in de dwarsrichting van de weg bordjes met gelijke hectometer- getallen staan, worden hun coördinaten gemiddeld, enz. Ruim 90% van de leidingen in Nederland ligt onder of langs wegen. Wegbeheerders zijn voor de leidingen registratie dus de belangrijkste grondeigenaren. Bij zeker enkele tientallen gemeenten, met name in de Randstad, is de gewoonte ontstaan om een algemene verzamelkaart bij te houden vanwege het vaak laten uitvoeren van werken waarbij de ondergrondse infrastructuur van be lang is. Ook daar wordt nog verwezen naar de leidingen beheerders voor actuele of gedetailleerde informatie [10]. Dit informeren gebeurt voor leidingen van derden ook bij wegreconstructie, maar niet bij hovenierswerk in de berm NGT GEODESIA 90-11 493

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1990 | | pagina 13