tektor itoti
dubbellussen per rij-
OS onderstotion
goot lagen. Zowel grafische pre
sentatie van de kabelbundel door
een lijn als presentatie van meer
dere evenwijdige lijnen moest mo
gelijk zijn. In het laatste geval werd
gemarkeerd of kabels al dan niet
verschoven werden gepresen
teerd. Per kabelgoot bleken er ka
bels met gelijke classificatie en
attributen te zijn, die dan toch indi
vidueel opvraagbaar moesten zijn!
Thans is men bezig met de ar
beidsintensieve homogenisering:
het na confrontatie met de nieuwe
topografie uit het DTB eventueel
corrigeren van kabels en leidingen
bij de aansluitingen op wegmeubi-
lair, kokers langs viaducten, enz.
Daarbij kunnen ook manco's wor
den gedetecteerd.
Naast een classificatiecode naar
soort (telecommunicatie, gas, wa
ter, enz.) werden deze lijnobjecten
direct voorzien van een beheer
dersattribuut. De dienstkring zelf
kan er gefaseerd verdere attribu
ten aan toevoegen: rijkswegnum
mer, hectometreringen en zaken
als vergunningnummer en -datum
bij kabels en leidingen van derden.
(Het vergunningnummer is de sleu
tel tot analoge dossiers.) Het lo
gisch gegevensmodel bevat daar
naast specifieke attributen als
doorsnede en materiaal van riolen
en mantelbuizen. Een aan
dachtspunt is de al dan niet
bekende aanwezigheid van onder
grondse brandstoftanks van (voor
malige) benzinestations!
In de integrale, relationele gege
vensbank kunnen leidingenobjec
ten overigens al vanaf hun eerste
administratieve registratie worden
opgenomen, dus ook als er nog
geen geometrie in coördinaten be
kend is.
of het slaan van een paal. Juist bij kleine projecten ont
breekt de tijd voor communicatie. Binnen de Rijkswater
staat werd de MD nog slechts zeer incidenteel betrokken
bij het registreren van de ondergrondse zaken [11]. Dit
gebeurde zelfs niet bij registratie van de eigen verkeers-
signaleringskabels, gladheidsdetectiesystemen, tellus
sen, riolen en mantelbuizen (fig. 9).
Van alle beheerders van kabels en leidingen binnen het
weggebied van de dienstkring werden voor het pilot-
project nieuwe analoge tekeningen gevraagd en ont
vangen. Het leek onjuist de oude tekeningen uit vergun
ningdossiers te gaan digitaliseren zonder de nutsbedrij
ven erin te kennen. De tekeningen zijn (extern) gedigitali
seerd, omdat ze in deze regio niet digitaal beschikbaar
waren. De tekeningen waren slechts zelden voorzien van
een coördinatennet. Inpassing vond zonodig plaats via
terreindetails die zowel op de leidingentekeningen als op
wegbeheerkaarten aanwezig waren.
Een complicatie ontstond, wanneer er meer kabels in een
Het digitaal opslaan van de eigen kabels, riolen en lei
dingen van de Rijkswaterstaat behoeft geen toelichting.
Terecht brachten de externe beheerders op de verstrekte
kaarten van de rijksweggebieden clausules aan (,,niet
aan derden verstrekken"). Volledigheidshalve zij ver
meld, dat de komst van KLIC's de verzamelactie niet
overbodig maakt. (KLIC-kantoren geven geen informatie
over de ligging van kabels en leidingen, maar alleen over
de geografische beheergebieden van de deelnemende
instanties). De schaduwbestanden dienen alleen te wor
den benut voor kleine „projecten" zonder planvorming
en voor alleen de eerste fasen van grotere projecten: de
initiatief- en ontwerpfase. In de aanbestedings-, contract
en uitvoeringsfase eist de Rijkswaterstaat in bestekken
doelgericht overleg inzake kabels en leidingen. (Uiteraard
is ook het graven van proefsleuven en aandacht voor
bovengrondse markeringen niet achterhaald.) Van het
bronbestand van de eigen kabels en leidingen van de
wegbeheerder geldt die beperking uiteraard niet.
meetmast
'optioneel)
windvaan
anemometer
thermometer
meteohut
Hygrometer
thermometer
neerslag
detektor
regenmeter
'optioneel)
I PTT Wast je
door ver bindings
kastje
Opbouw van het autosnclwegsignaleringssystccm
Gladheids detectiesysteem
Fig. 9. Schema's van de opbouw van gladheidsdetectie- en verkeerssignaleringssystemen,
die de toenemende bekabeling van de autosnelwegen illustreren.
494
NGT GEODESIA 90-11