tingen naar de vuurmonden worden
overgebracht) tot en met een kost
bare Wild T2002 theodoliet met
DI3000 afstandmeter.
Opper De Wild vertelt graag hoe dit
mooie toestel zeer snel wordt op
gesteld en de terreingegevens via
veldboek of REC-module kan toe
leveren aan het rekencentrum. Fou
ten maken bij het meten is vrijwel
uitgesloten, maar bij het verwerken
in het rekencentrum moet nog te
veel handmatig geschieden. Welis
waar beschikt men over een HP71,
maar dat instrument kan nog te wei
nig geautomatiseerd verwerken en
is daardoor een foutenbron. „Wij
hopen op de aanschaf van het
systeem Digimat in de nabije toe
komst", aldus opper De Wild (maar
wanneer dat zal lukken, weet nog
niemand).
Fig. 1. Het vereenvoudigde organigram van de AMBT. TMD aan het werk
Omdat op dat tijdstip is gepland dat
een meetploeg ergens te velde de
vindt, komt het erop neer dat het peloton zich in eerste in
stantie bezighoudt met het bepalen van coördinaten van
plaatsen waar de artillerie zich denkt op te stellen, dan
wel van punten in de buurt daarvan. In het spraakgebruik
spreekt men van BEKAP-punten (Beschrijvingskaart-
Artilleriepunt).
Het gebied dat de 101e AMBT heeft toegewezen gekre
gen, betreft heel Nederland en delen van Duitsland. Op
grote overzichtskaarten is het net van BEKAP-punten
aangegeven. De gegevens van die punten zijn opgeno
men in lijsten, zgn. triglists, en bestaan uit de coördinaten
van het punt (XYZ in het UTM-stelsel). Verder zijn van
deze punten BEKAP's gemaakt, met daarin de aan-
metingskaartjes.
Hoe komt de AMBT aan die punten? In eerste instantie
zijn de punten verkregen van burgerinstanties, zoals
Kadaster en Rijkswaterstaat, maar daar dit niet voldoen
de blijkt te zijn, worden door het peloton tussenpunten
gemaakt, de artilleriepunten. Elk punt moet verder wor
den voorzien van een oriënteringsrichting.
Zo komen we tot de volgende taakstelling:
verzorgen van het basisnet van vaste punten;
verdichten van het net (en aanvullen met oriënterings
richtingen);
onderhouden van het net (i.v.m. verstoring).
Twee meetgroepen, elk onder leiding van een opper
wachtmeester, doen dit werk, elk met twee meetploegen.
Zo zijn er vier meetploegen en twee rekencentra bezig
met het meten en berekenen van polygonen, achter
waartse insnijdingen en het omrekenen van gegevens
van RD naar UTM. Ook worden vaak „astro's" gemeten
(astronomische plaatsbepaling op zon en ster ten be
hoeve van de afsluitrichtingen).
De apparatuur die hiervoor beschikbaar is, stond voor
ons bezoek keurig opgepoetst en gebruiksklaar in een
van de grote magazijnen van de kazerne. Zij varieert van
een niet meer zo jonge gyroscoop Wild ARK 1 (waarmee
het pool-noorden kan worden bepaald) en het „kompas-
richttoestel" (een toestel waarmee de oriënteringsrich-
NGT GEODESIA 90-11 499
geluid-
meet-
dienst
radar
licht-
meet-
dienst
T.M.D.
weer-
meet-
dienst
reken
centrum
meet
ploeg
doel-
opsporing
meteo
terrein-
meetpeloton
A.M.B.T.
T2002 gaat gebruiken, verlaten we met een leger-
landrover het kazerneterrein en koersen richting BEKAP-
punt 1057 waar de meetploeg tegelijkertijd arriveert.
Wachtmeester Rerté Hartgerink zoekt het meetpunt en
laadt ter plaatse zijn meet-landrover uit. De opstelling van
de theodoliet kost weinig tijd, en heel snel zou met het
meten kunnen worden begonnenals de batterij niet
leeg was geweest.
De opstelling kost weinig tijd.