Noord-zuid verhouding In een wereldorganisatie als de FIG speelt de noord-zuid verhouding uiteraard een grote rol. Toch blijkt het moeilijk om de „derde wereld"-landen goed te betrekken bij de FIG-activiteiten. Men kan niet goed meekomen met de vakbroeders uit de westerse wereld en er is te weinig geld om internationaal actief te zijn. De Kenyaan Stephen Nyadimo schetst de positieve gang van zaken in zijn land. Waren er bij de oprichting van de Kenyaanse vereniging 44 leden, nu reeds is de 7500 gepasseerd. De vereniging heeft van de Staat de bevoegdheid om landmeters na gebleken bekwaamheid van een werkvergunning te voorzien. De deskundigheid moet echter groter worden; waarom zijn er niet meer symposia in de derde wereld? De voorzitter van Maleisia, Ravindra Dass, was zelfs boos. Al sinds de 60-er jaren wordt in de FIG gesproken over hulp bij ont wikkeling. Alles wat de FIG doet, gebeurt echter in Europa of in Noord-Amerika. De President van de FIG, Juha Talvitie, vond het geschetste beeld te somber. Dank zij de contacten die de FIG met HABITAT en UNEP heeft opgebouwd, zijn veel landmeters uit ontwikkelingslanden financieel in staat gesteld het FIG-congres bij te wonen. Bovendien zijn er veel lezingen over de mogelijke bijdrage van landmeters aan de ontwikkeling van landen. Bovendien is er een bijeenkomst ge weest met alle directeuren van nationale kadasters en karterings- instanties, waar over de ontwikkelingsproblematiek is gesproken (bijgewoond door Kadaster-PHD Besemer, vdM). Met de lezing van Henssen wordt een handvat gegeven voor de aan pak van land-management, noodzakelijk voor verdere ontwikkeling. Henssen geeft zelfs voorbeelden van argumenten waarmee de land meters in ontwikkelingslanden hun regeringen kunnen overtuigen van het nut van kadasters e.d. Probleem voor de FIG zelf blijft het geld. Zo moest de vereniging van Kameroen worden geroyeerd, omdat ze al vijfjaar de contributie niet had betaald. Kunnen de rijkere verenigingen dergelijke landen niet adopteren en voor hen de kosten betalen, was zijn idee. Beknopte samenvatting van enkele belangrijke lezingen P. A. Karlgren, Digital cadastral maps in Sweden Zweden kent een kadastraal register, dat berust bij de National Land Survey. Het openbare register (titles) is ondergebracht bij de plaatse lijke rechtbanken. Samen zijn deze geïntegreerd in een nationaal „land data bank system", dat dus registratieve informatie bevat, maar geen grafische gegevens. De percelen zijn aangeduid met een soort perceelscoördinaat. De conversie van de beide registers in de gegevensbank is begonnen in 1978 en duurt voort tot 1995. Het gaat om de kadastrale gegevens van 3,5 miljoen percelen. De kadastrale kaart is gebaseerd op de zgn. economische kaart van Zweden, een land-bedekkende topografische kaart 1 20 000, waarvan de werk bladen de schaal 1:10 000 hebben. Deze werkbladen worden ge bruikt voor de aanduiding van de percelen. Aangezien de econo mische kaart langs digitale weg wordt vervaardigd, zijn van de werk bladen nogal wat (hoeveel?) digitale bestanden aanwezig. De proble men die bij het opbouwen van een dergelijke gegevensbank moeten worden opgelost, hebben uiteraard gelijkenis met die in Neder land, zoals de topologische structuur moet zodanig zijn, dat percelen kunnen worden geïdentificeerd; de administratieve gegevensbank en de geometrische gege vensbank moeten door middel van coördinatie, datacommunica tie en gestandaardiseerde identificatiekenmerken gelijktijdig kunnen werken en gekoppelde informatie opleveren; in-de geometrische gegevensbank moet plaats zijn voor nauw keurige en minder nauwkeurige gegevens; elk gegeven moet een kwaliteitskenmerk hebben (PIB-gege- vensl); lokale coördinaten moeten eerst worden geconverteerd naar het nationale coördinatenstelsel; veel werkbladen zijn gebaseerd op orthofoto's; gedacht werd aan een verbetering van de kwaliteit, maar na raadpleging van de belangrijkste gebruikers bleek dat er geen draagvlak was voor de investeringen en dat de verbetering bovendien te lang zou gaan duren. De stand van zaken momenteel (oktober 1989) is dat er een voorstel ligt bij de regering om tot een dergelijke gegevensbank te komen. Er is een proefproject uitgevoerd in een gedeelte van een provincie. Het opbouwen van de gegevensbank is gepland gereed te zijn in 2000, en de kosten worden in het regeringsvoorstel geraamd op 700 mil joen SKr, 300 miljoen gulden. Men verwacht dit bedrag niet geheel beschikbaar te krijgen; daarom probeert men door een doelmatiger produktie van de economische kaart gelden vrij te maken. Toch zal de regering een „flinke" som op tafel moeten leggen als het project wordt uitgevoerd. Een belangrijk element in het regeringsvoorstel is de regeling van de verplichte samenwerking tussen gebruikers en leveranciers van gegevens. Kauffmann (CH), Hervorming van de landmeetkunde bij de overheid De opbouw van een geheel numerieke gegevensbank van de over- heidslandmeting genaamd RAV (Reform der Amtlichen Vermes- sung) wordt momenteel voorbereid in Zwitserland. Het doel is een betere dienstverlening aan de gebruikers, waarbij moet worden ge dacht aan de nutsbedrijven, de gemeenten, de PTT en de Spoor wegen. Men mikt op een betere wettelijke basis, een verbetering van het management en op toepassing van nieuwe technologie. De voor bereiding begon in 1981 met de vervaardiging van een goede hand leiding voor het management, het opnieuw definiëren van de „inter faces" tussen de openbare gegevensverzamelingen en een aanpak voor de beveiliging van de gegevens. Die officiële „interfaces" er moet mijns inziens worden gedacht aan een uitwisselingsformaat en standaardisering wordt dit jaar bij wet opgelegd. Het draagvlak is aanwezig, omdat alle voorbereidingen in nauw overleg plaatsvinden met alle gebruikers. Het punt, waarop men niet meer terug kan, ligt in 1991, waarin de regering van Zwitserland moet besluiten tot een nieuwe wettelijke basis en de fondsen beschikbaar zal moeten stel len. Het technische concept is gebaseerd op een gegevensbank met lagenstructuur, te weten de eigendomsgrenzen, de namen („nomen- klatur"), de hoogten, de perceelsgerelateerde objecten en de grondslagpunten. De financiering vindt plaats door vastgestelde en en wettelijk opgelegde bijdragen van de gebruikers. Door middel van fotogrammetrie, aangevuld met terrestrische metingen alsmede door digitalisering, moet de gegevensbank met numerieke nauwkeurig heid kunnen worden opgebouwd in 20 a 30 jaar. De RAV wordt ge zien als een uitdaging voor het landmetersberoep en een breuk met de traditie van meer dan 70 jaar! Williamson (AU), Current status and future directions of digital cadastral data bases in Australia and New Zealand Dit is een overzichtslezing. Speciale problemen zijn: kwaliteit; modelbouw; bijhouding. Deze problemen doen zich ook voor in Nederland. De kadastrale kaarten geven een „bij benadering" ligging van de kadastrale gren zen. Dit houdt verband met het Torrens-systeem van landregistratie, waarin het perceel is gedefinieerd in termen van windrichting en af meting, en zodoende met een „grove pen" op de kaart zijn gezet. Latere splitsingen werden er min of meer tussen gefrommeld. Met behulp van het overdekken van de parcellering met precieze grondslagnetten proberen ze met een soort supertransformatie één en ander in model te krijgen. Hiervoor heeft men het MAGIC-systeem (Multiple Adjustment of Geometry with Implicit Constraints). Hoe moet je vervolgens allerlei veldmetingen in de gegevensbank krij gen? Coördinaten worden in ieder geval voorzien van een kwaliteits kenmerk. Er is nog genoeg onderzoek te doen. M. Parviainen (SF), Real Estate Information System under construction (REIS) In het verleden kende Finland een versnipperde aanwezigheid van allerlei geautomatiseerde gegevensverzamelingen ten behoeve van overheidslichamen. De druk tot uniformering groeide en in 1984 en 1987 werden door de regering besluiten genomen om uiterlijk in 1995 een uniforme vastgoedinformatievoorziening beschikbaar te hebben. De gedachten achter een dergelijke aanpak zijn dezelfde als in Nederland, namelijk: de levering van kwalitatief goede vastgoedinformatie aan over heid, bedrijfsleven en burgers; niet dezelfde gegevens meerdere keren verzamelen en opslaan; kostenvermindering verzameling en bijhouding; moderne technieken toepassen. De inhoud van REIS is uitgebreider dan in Nederland, te weten: perceelsregisters plankaarten; openbaar register/kadastrale gegevens; ruimtelijke ordening-gegevens. Voor de ontwikkeling en uitvoering is geen speciaal overheids lichaam in het leven geroepen, maar wel een interdepartementale projectorganisatie, waarbij inbegrepen de vereniging van gemeen ten. De National Board of Survey is verantwoordelijk. Vullen en bijhouden van de gegevensbank gebeurt door alle betrokken over heden die daartoe verplicht zijn. Een koppeling wordt gelegd met het systeem van digitale kadastrale kaarten, dat met behulp van FINGIS op VAX draait. Dit pakket is ook bij het Nederlandse Kadaster in gebruik, en wel ten behoeve van de landinrichting. Gebruikers van REIS moeten gelijktijdig de kadas trale kaarten kunnen raadplegen. 504 NGT GEODESIA 90-11

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1990 | | pagina 24