vierkant. Uit de geschiedschrijving is gebleken dat het één van de
oudste instrumenten in deze vorm en uitvoering is. Mogelijk werd het
eind 16e eeuw door een onbekend gebleven landgenoot vervaar
digd. Dit oude Vierkantwinkelkruis, zoals de juiste naam luidt, is
eigendom van museum It Bleekershüs in Drachten en is voor lang
durige bruikleen beschikbaar gesteld aan het Eise Eisinga Plane
tarium in Franeker. Het al bijna vierhonderd jaar oude instrument is
samen met een aantal andere meetkundige instrumenten tentoon
gesteld.
Naast het Vierkantwinkelkruis heeft het Eisinga Planetarium nog een
paar speciale meetinstrumenten, waaronder de Octant en de Sex
tant, welke vooral gebruikt werden voor metingen op zee. Maar ook
in onherbergzame gebieden kon er richting en plaats mee worden
bepaald.
De tentoongestelde instrumenten zijn alle een paar honderd jaar oud
en hoewel tegenwoordig elk schip en vliegtuig gebruik maakt van
satellietnavigatie, heeft toch elk schip, vliegtuig en zelfs ruimtevaar
tuig nog steeds een Sextant aan boord.
Het Eisinga Planetarium mist in haar collectie meetinstrumenten nog
de Jacobsstaf en een Astrolabium. Dat zijn de twee oudste hoek-
meetinstrumenten die we kennen. Ze werden vermoedelijk alleen in
het begin gebruikt voor astronomische doeleinden. Van deze twee
laatste instrumenten hebben wij wel een mooie kopie. Vooral het
Astrolabium is een heel knap uitgedacht instrument, de oudste zijn
waarschijnlijk afkomstig van de Babyloniërs, dus al zo'n kleine
duizend jaar voor onze jaartelling. Het instrument was ook al bij de
Grieken bekend en werd daarna in gebruik genomen door de Arabi
sche wereld. Arabieren brachten verschillende verbeteringen in de
toen bestaande uitvoering aan. In Europa werd dit Astrolabium pas
in de Middeleeuwen bekend; via de Mohammedaanse wereld werd
dit instrument ook in het oosten, onder andere in India, bekend en
gebruikt. Overigens niet alleen voor astronomische metingen en
gegevens.
Tot in de 19e eeuw werd het Astrolabium gebruikt bij de Moslims om
de gebedsuren te bepalen en het begin en einde van religieuze pe
rioden aan te geven. Het is één van de meest nauwkeurige histo
rische astronomische instrumenten die we kennen. In de uitgebreide
vorm is het geschikt voor navigatiedoeleinden, astronomische waar
nemingen en als landmeetkundig instrument.
Naast de hier eerder genoemde meetinstrumenten tonen wij in deze
tentoonstelling ook enkele zeer eenvoudige instrumenten. Zoals een
oud messing duimstokje, een gradenboog en een voorloper van de
rekenlineaal uit de 18e eeuw. Ook zijn er van verschillende meet
instrumenten oude prenten te zien.
Tot eind december kunt u deze bijzondere, kleine expositie van oude
meetinstrumenten in het Eise Eisinga Planetarium bezichtigen. De
openingstijden zijn: dinsdag t/m zaterdag 10 - 12.30 uur en 13.30 -
17 uur, zondag 13-17 uur.
CIAD-PRIJS 1990 VOOR GEMEENTEWERKEN ROTTERDAM
De voorzitter van CIAD, de vereniging voor computertoepassingen in
de ingenieurspraktijk te Zoetermeer, heeft de ClAD-prijs 1990 op 19
september 1990 uitgereikt aan Gemeentewerken Rotterdam.
Ir. H. W. Schroten, directeur van deze dienst, nam de prijs in ont
vangst tijdens de door Gemeentewerken en CIAD gezamenlijk ge-
Ir. H. J. Vermeulen (links op de foto) overhandigt de ClAD-prijs 1990
aan ir. H. W. Schroten, directeur Gemeentewerken Rotterdam.
organiseerd symposium onder de titel „Waar zouden we zijn zonder
technische automatisering?".
Jaarlijks wordt deze prijs toegekend aan een persoon, bedrijf of
instelling die zich bijzonder heeft onderscheiden op het terrein van
de technisch-wetenschappelijke en/of industriële automatisering in
het algemeen en hierbij in het bijzonder CIAD heeft betrokken.
Om de volgende redenen is dit jaar de prijs aan Gemeentewerken
Rotterdam toegekend:
reeds in een zeer vroeg stadium heeft de dienst het belang van
het gebruik van automatiseringshulpmiddelen onderkend en
hieraan structureel gewerkt in de organisatie;
zij vervult hierbij een voortrekkersrol voor de gemeentelijke tech
nische diensten;
reeds vanaf de oprichting van CIAD in 1968 heeft de dienst
samengewerkt in ClAD-verband en is actief (geweest) op zowel
bestuurlijk als projectgroepniveau.
NIEUWE ORGANISATIE NS
Op 1 juni 1990 is bij de NV Nederlandse Spoorwegen een zeer groot
schalig reorganisatieproject afgesloten. De voormalige Diensten
Infrastructuur en Onderhoudsdienst zijn samengevoegd tot de
Dienst Infrabeheer, terwijl daaruit twee opdrachtnemende bedrijfs
onderdelen zijn afgesplitst: het Ingenieursbureau en de Groep Be
drijven Infrastructuur. De Dienst Infrabeheer is opgebouwd uit vijf
regionale directies en zeven centrale afdelingen één daarvan is de
afdeling Vastgoed en Geodesie (voor liefhebbers van NS-afkor-
tingen: If 4), met aan het hoofd dr. ir. H. Quee.
De afdeling bestaat uit zes sectoren: Formele Regeling Werken,
Onroerend Goed Zaken, Juridisch Beheer Vastgoed, Vastgoeddoku-
mentatie, Landmeten, en Technische Dokumentatie/Reprografie. De
sectoren op geodetisch gebied worden aangevoerd door ing. Th. J.
Boon (Vastgoeddocumentatie If 4.4) en ing. C. J. van Hamersveld
(Landmeten If 4.5); in de sector Landmeten blijven ir. R. van Noord
en ing. A. A. Bakker in functie als chef van het Landmeetkundig Re
kencentrum, respectievelijk de Buitendienst, en in de sector Vast
goeddocumentatie J. A. Luitwieler als chef Kartografie/Fotogram-
metrie (if 4.43). De leiding van het bureau Kadaster (If 4.42) is vacant.
Ing. B. A. Groen is belast met de leiding van de automatisering van
de afdeling If 4. Hierbij wordt opgemerkt dat de afdeling voor de ge
hele Infra-organisatie van NS een coördinerende rol vervult op het
gebied van geografische informatiesystemen en de daaraan gerela
teerde informatisering.
MEETKUNDIGE DIENST VERLIEST 20 BANEN
De Meetkundige Dienst (MD) van de Rijkswaterstaat moet per 1
januari 1992 twintig arbeidsplaatsen inleveren. Dat komt omdat per
die datum 9000 kilometer Nederlandse weg van beheerder zal wisse
len. Enige honderden wegbeheerders van Rijk, provincies en ge
meenten zullen met „hun" weg overgaan naar een andere overheid
onder het motto „weg over, man over".
Voor de regionale directies van de Rijkswaterstaat is het duidelijk dat
het vooral om kantonniers gaat, maar bij de MD zijn ook perso
neelsleden betrokken bij het beheer en onderhoud van wegen. Daar
om is afgesproken dat de MD per 1 januari 1992 twintig mensjaren
en dus twintig MD-salarissen op het personeelsbudget moet in
leveren.
Er is voorzien in een overgangsregeling. De MD zal hierop een be
roep doen, zodat de personeelsvermindering via natuurlijk verloop
kan geschieden. Tegelijkertijd wil de MD nagaan of er binnen de
Dienst mensen zijn, die vrijwillig bij een lagere overheid in dienst
willen treden.
Rijkswaterstaat draagt op 1 januari 1992 ongeveer 3000 kilometer
rijksweg over aan lagere overheden (provincies, gemeenten).
GESLAAGDEN TU DELFT
De redactie is met de berichtgeving enigszins achterop geraakt,
maar aan de Faculteit der Geodesie van de Technische Universiteit
Delft worden nog wel degelijk diploma's voor Geodetisch Ingenieur
uitgereikt, en wel aan:
24 november 1989: J. C. M. Leijten, N. J. Sneeuw (met lof) en J.
Suijker;
23 februari 1990: H. J. Hagemans, R. M. F. Helmer, T. A. Konvalinka
en J. A. Zevenbergen;
23 mei 1990: J. A. Bax, H. F. Duursma, L. J. Goossens, W. J. Kok,
M. G. L. de Laat, L. Möller, R. A. M. Nohlmans, P. H. van Oorschot,
F. B. Rosman (met lof), W. L. M. Sosef, D. Stelpstra en A. J. M. Ver-
heijen (met lof);
21 september 1990: F. C. Ingen Housz en E. J. de Min.
NGT GEODESIA 90-11
511