Interpretatie en meting in totaal om ongeveer 8000 opnamen. De foto's worden gemaakt met een 15 cm- of 21 cm-lens. De 21 cm- fotografie wordt tevens gebruikt voor het karteringspro- gramma van de TDN. De fotoschaal is 1 18 000. Ter controle van de bedekking en als documentatie van de fotografie worden zgn. hakenkaarten gemaakt. Hierop wordt de ligging van alle foto's aangegeven door het linker fotokader en kleine stukjes van het noord- en zuidkader in te tekenen op een topografische kaart 1 50 000. Uitwerking De tweede fase van het project betreft de uitwerking. In het uitwerkingscontract is een bestek opgenomen, waarin de eisen voor de tussen- en eindprodukten zijn vastge legd. De werkmethoden van de uitvoerende bedrijven mogen binnen het raamwerk van het bestek onderling verschillen. De werkmethoden worden wel vooraf door TDN gefiatteerd. In het contract is overeengekomen hoeveel gemeenten c.q. kaartbladen 1:10 000 de leverancier maandelijks af levert om een goede voortgang te garanderen. In 1981 is alle bebouwing voor het eerst gemeten. In de daaropvolgende projecten zijn deze gegevens steeds herzien. Grondslag De bebouwing wordt gemeten door middel van stereo- kartering. De modellen worden afzonderlijk getransfor meerd naar RD aan de hand van planimetrische pas- punten, welke zijn afgeleid uit de topografische kaart 1:10 000. Er vinden dus geen triangulatie en blokveref- fening plaats. De paspunten bestaan uit goed gedefinieerde topografie, zoals slootsnijdingen. De modellen worden genivelleerd en met zes paspunten overbepaald gelijkvormig aan gesloten. De standaardafwijking na transformatie mag per model niet meer bedragen dan 4,75 meter. In de praktijk blijkt de gemiddelde standaardafwijking 3 meter te zijn. De leverancier werkt zijn gebied af in een afgesproken volgorde. Allereerst worden aan de hand van de lucht foto's de mutaties opgespoord en ruwweg aangegeven op bestaande kommenkaarten 1 10 000 (eindprodukt van vorig project). Vervolgens worden de benodigde modellen voorzien van paspunten, waarna de afzonder lijke mutaties in de stereokartering worden gemeten en gecodeerd. (Bij gebruik van stereoplotters met inspiege- ling gebeuren de interpretatie en de meting in dezelfde fase.) Vervolgens worden de komgrenzen op een inter actief werkstation aangepast aan de mutaties, rekening houdend met het gemeentegrenzenbestand. De bedrijven leveren als eerste tussenprodukten plots 1:10 000 van het mutatiebestand en van alle gemeten modellen een overzicht van de transformatieberekening. Op de mutatiepiot staan, in verschillende kleuren, de ver vallen en nieuwe gebouwen en de komgrenzen. Deze plot wordt inhoudelijk zeer uitgebreid door de TDN gecontro leerd door vergelijking met de oude definitieve plot en de luchtfoto's. Dit is de belangrijkste controle op juistheid en volledigheid. EMMEN Fig. 1. Fragment van een definitieve piot van de gemeente Emmen. NGT GEODESIA 90-11 487

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1990 | | pagina 7