aanbrengen van „cleared ways" onder wegen en
spoorwegen voor zover ze vielen over gebieden met
bebouwing;
exact laten samenvallen van (gedeelten van) elemen
ten. In DFAD - Editie 1 kon het voorkomen dat maxi
maal drie elementen gedeeltelijk samenvielen: twee
vlak-elementen met op hun grenslijn een lijn-element.
Voor Editie 1 was het eigenlijk niet van belang of deze
drie elementen nu voor het samenvallende gedeelte
ook echt met dezelfde coördinaten in het bestand
stonden, of dat ze maar een beetje „om elkaar heen
zwabberden". Door de jaren heen werd echter de
noodzaak steeds groter om element-grenzen die in het
terrein samenvielen, ook als samenvallend in DFAD
op te nemen. Om dit in het oorspronkelijke bestand,
na toevoeging van de nieuwe elementen, uit te voe
ren, bleek erg tijdrovend. Daarbij kwam nog, dat in
Editie 2 het aantal (gedeeltelijk) samenvallende ele
menten kon oplopen tot vijf.
Dit alles heeft geleid tot de volgende aanpak:
er wordt niet voortgeborduurd op het DFAD - Editie 1
bestand, maar een compleet nieuw bestand wordt op
gebouwd. Hierbij wordt echter wel gebruik gemaakt
van coderingen en dergelijke uit Editie 1;
de bestaande manuscriptindeling wordt voor wat het
verzamelen van op te nemen elementen betreft, ver
vangen door de reguliere bladindeling van de topogra
fische kaart op schaal 1 50 000;
voor de initiële digitalisering wordt de „spaghetti"-
structuur vervangen door een topologische structuur:
er wordt gedigitaliseerd van knooppunt tot knooppunt,
waarbij aan elke lijn een of meerdere coderingen wor
den gekoppeld, die gerelateerd zijn aan de lijn en/of
de naastliggende vlakken;
na controle worden meerdere bestanden samenge
voegd en getransformeerd naar WGS, waarna hieruit
een uitsnede ter grootte van het oorspronkelijke ma
nuscript wordt gemaakt. Vervolgens wordt elk lijnstuk
met meerdere coderingen omgezet naar meerdere lij
nen met een code om tenslotte deze losse lijnstukken
samen te voegen tot DFAD-elementen. Dit laatste is
nog steeds noodzakelijk: het DFAD-uitwisselingsfor-
maat kan nog steeds geen relaties aan.
Afgeleide bestanden
Zoals reeds is vermeld, wordt het digitale bestand van
wegen en spoorwegen gebruikt voor zowel de produktie
van DFAD - Editie 2 als voor de opbouw van het digitale
bestand van de kaart op schaal 1 50 000. Een ander
bestand dat rechtstreeks voortkomt uit de DFAD-
produktie, is het zogenaamde „Obstakel-archief". In dit
bestand zijn momenteel meer dan 25 000 objecten opge
nomen, die stuk voor stuk meer dan 15 meter boven hun
omgeving uitsteken. Ze variëren van hoogspannings
masten, antennes en kerktorens tot schoorstenen, mo
lens en silo's bij boerderijen. Een derde bestand is een
hoogtematrix van Nederland met een interval van onge
veer 30 m x 30 m (1 sec. x 2 sec. op WGS). In feite is uit
dit bestand het in de CDB opgenomen DTED-bestand af
geleid door uitdunning.
Huidige en toekomstige toepassingen van
DLMS-gegevens
Allereerst is daar natuurlijk de toepassing waarvoor het
bestand in aanleg is bedoeld: radarsimulatie. Hiertoe
worden de DTED- en DFAD-bestanden van een gegeven
gebied gecombineerd en bewerkt tot DRLMS: Digital
Radar Land Mass System. Deze getransformeerde gege
vens worden in een vluchtsimulator ingevoerd, waarna,
na opgave van criteria voor seizoen, weersgesteldheid en
soort radar een nagebootst radarplaatje op het scherm
verschijnt. Een voorbeeld hiervan staat in fig. 5.
Daarnaast kent DLMS nog legio toepassingen, zowel mili
tair als civiel. Militair als invoer voor „intelligente munitie"
(bijvoorbeeld kruisraketten), maar ook voor zichtbaar
heidsberekeningen (bijvoorbeeld „lines of sight"); civiel
als hulpmiddel bij het ontwerpen van nieuwe telecommu-
nicatieverbindingen (straalpaden) of als een rekenmodel
bij het bestrijden van grootschalige rampen (bijvoorbeeld
een lek in een kerncentrale).
Bij al deze overige toepassingen moet echter wel steeds
de grofheid van de inwinning in ogenschouw worden ge
nomen. Het bestand biedt geen gedetailleerde beschrij
ving van het terrein. Daar staat tegenover dat in principe
DLMS-gegevens beschikbaar zijn van geheel West-
Europa, in een eenduidig formaat en vervaardigd volgens
eenduidige specificaties. Vooral in deze beschikbaarheid
ligt de kracht van dit bestand: er zijn internationaal nog te
weinig mogelijkheden om een alternatief bestand met
meer detail op te bouwen, waarbij afspraken kunnen
worden gemaakt over verplichtingen tot produktie en
onderhoud.
a. b. c.
Fig. 5. Drie weergaven van hetzelfde gebied, a.: fragment van de kaart 150 000 (verkleind), b.: het echte radarbeeld van dit gebied, c.: het
radarbeeld, gevormd vanuit de DLMS-gegevens van hetzelfde gebied.
546 NGT GEODESIA 90 - 12