a: 1 Atomaire acties 559 h a. b. Fig. 3. Snijdende segmenten. alle segmenten begrenzen twee verschillende deel- vlakken. Aangezien we het hebben over een opdeling van het grondvlak, mag het niet zo zijn dat een seg ment (deel van een grens) een begrenzing vormt van een deelvlak met zichzelf (fig. 3c); Fig. 3c. Doorsnijding van hetzelfde vlak is niet toegestaan. alle segmenten maken deel uit van een minimale grens van zowel het linker als het rechter deelvlak. Onder een minimale grens van deelvlak X verstaan we de grens die wordt gevormd als we, uitgaande van een willekeurig segment dat deel uitmaakt van de grens van X, „rondlopend" langs de volledige grens, X hele maal omsluiten (dat wil zeggen, X ligt ofwel binnen ofwel buiten de volledige grens). Of X volledig binnen dan wel buiten de grens ligt, valt op te maken uit de links/rechts informatie van de segmenten (fig. 4). Hier vormt a-b-e-f-c-d-l-k een minimale (buiten)grens van X en een minimale (binnen)grens van A, g-h-j-i zowel een minimale (binnen)grens van X als een mini male (buiten)grens van Z en b-e-f-c een minimale (buiten)grens van Y. Alle segmenten van deze gren zen moeten ook de goede links/rechts informatie hebben. Neem bijvoorbeeld de grens g-h-j-i: g-h moet aangeven dat X links en Z rechts ligt; h-j (eigenlijk j-h) moet aangeven dat Z links en X rechts ligt; j-i moet aangeven dat X links en Z rechts ligt; i-g moet aangeven dat X links en Z rechts ligt; voor ieder deelvlak D moet gelden dat van de ver zameling mogelijke minimale grenzen van D er één is (zeg c) die een minimale buitengrens is van D. Voor a d Y P q A e f h B X Z r s J k 1 alle andere minimale grenzen van D moet gelden dat: zij binnen c liggen; een binnengrens zijn van D; geen andere minimale grens van D bevatten. We eisen dat er voor deelvlak X een buitengrens c is van X (a-b-e-f-c-d-l-k) (fig. 4). De links/rechts infor matie van deze grens moet zodanig zijn, dat X aan de binnenzijde ligt. Voor alle andere minimale grenzen van X (in dit voorbeeld alleen g-h-j-i), nemen we aan dat voor de links/rechts informatie moet gelden: alle minimale grenzen binnen c liggen (dit klopt voor g-h-j-iHier wordt uitgesloten dat er even tueel nog een binnengrens van X buiten de om sluitende grens zou liggen; alle minimale grenzen een binnengrens zijn van X (dit klopt in het geval g-h-j-i!). Hier wordt uitge sloten dat er, behalve c, een andere buitengrens van X is; alle andere minimale grenzen geen minimale grens van X bevatten (dit klopt voor g-h-j-iI). Hier wordt uitgesloten dat binnen Z nog een minimale grens zit van X. De gebruiker wijzigt de gegevens door middel van het uit voeren van acties. Dergelijke acties kunnen bijvoorbeeld zijn het verplaatsen van een segment en het toevoegen of verwijderen van een segment. We beschouwen hier alleen die acties, die eventueel van invloed kunnen zijn op de consistentie van de gegevens. Deze acties zijn te verdelen in drie klassen: vormverandering van een grens; samenvoegen van twee deelvlakken; splitsen van een deelvlak. Fig. 4. Deelvlakken en minimale grenzen. NGT GEODESIA 90 - 12 Fig. 5. Wijzigen van rechte in boogstraal. Vormverandering van een grens De vorm van een grens kan op één van de volgende manieren worden gewijzigd: de vorm van een segment kan worden veranderd. Hierbij wordt bijvoorbeeld een rechte in een boog ver anderd of de kromming van een boog wordt aange past (fig. 5). Hier kunnen problemen optreden, omdat deelvlak Y eerst binnen X lag en na de operatie buiten X komt te liggen. Als de links/rechts informatie van de segmenten van Y niet wordt gewijzigd, is het bestand inconsistent; een knoop kan worden verschoven. Hierbij worden de coördinaten van de knoop gewijzigd. De segmenten die eindigen in de knoop, „bewegen" elastisch mee (fig. 6). Hier kunnen problemen optreden, die equi valent zijn met de problemen als gevolg van vorm verandering;

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1990 | | pagina 23