MooTT heer op RPS Z.ON-
KA^RJEN VAN
jTQPQGRa ElSCHE DIENST
564
De vorige regering verhinderde de invoering van computers, omdat
daarmee afwijkende meningen zo makkelijk konden worden ver
spreid!
Inpark toonde Radulescu hoe een commercieel bedrijf werkt. Het
blijkt zeer moeilijk om duidelijk te maken hoe een vrije markteco
nomie in elkaar zit. De mogelijkheid om winst te maken, wordt zeer
aantrekkelijk gevonden. Dat er echter ook andere aspecten een rol
spelen, zoals de continuïteit van de onderneming en de commerciële
risico's, wordt niet direct onderkend. De mooie kanten van het vrije
ondernemerschap blijven het best hangen.
Het laatste bezoek werd gebracht aan de Meetkundige Dienst van de
Rijkswaterstaat. Speciale interesse was hier voor de afdeling Foto-
grammetrie en voor deformatiemetingen. Radulescu geeft les aan
een technische hogeschool, waarbij mijnbouw en industriële metin
gen de belangrijkste vakgebieden zijn. Naast deze specialismen
werd het hele werkterrein van de Meetkundige Dienst getoond.
De heer en mevrouw Radulescu logeerden tijdens hun bezoek bij mij
thuis en wij hebben niet nagelaten om naast de vaktechnische be
zoeken ook wat toeristische trips te maken. Zo hebben we een rond
vaart gemaakt door de Amsterdamse grachten, met een bezoek aan
het NAP-monument in de Stopera. Een rit naar Kinderdijk met be
zichtiging van de molens, lunch op de kade te Dordrecht (een prach
tig punt!), bezoek aan Europoort en het Westland toonde wat van
Nederland. Omdat het zo makkelijk is, zijn we nog naar Brussel en
Antwerpen geweest. Dat je zo eenvoudig naar het buitenland kunt,
hadden onze vrienden niet verwacht.
Ik hoop dat dit bezoek zal hebben meegeholpen aan beter begrip in
Roemenië van de stand van zaken in West-Europa. Mijn dank gaat
uit naar de genoemde diensten en bedrijven welke hun medewerking
en gastvrijheid verleenden na daarom op zeer korte termijn te zijn
gevraagd.
ir. S. Stellingwerff Beintema
SYMPOSIUM „TOPOGRAFISCHE INFORMATIEVOORZIENING"
Woensdag 24 oktober 1990 vond te Emmen het symposium Topo
grafische informatievoorziening" plaats, georganiseerd door de 175
jaar oude Topografische Dienst (TDN) in samenwerking met de vak-
verbanden NVK en NGL. De aankomst bij ,,De Muzeval" was plech
tig met een feestelijk spelende militaire kapel. Dagvoorzitter was de
oud-directeur van de jubilerende dienst, prof. ir. L. van Zuijien.
Drs. E. S. Bos sprak een openingswoord namens NVK en NGL en
zag bij de 175-jarige TDN ,,toch geen teken van verval, vergrijzing
en gezapigheid", maar juist een jong elan. Toen hij de TDN als
's lands grootste karteringsdienst" betitelde, dachten de geodeten
vast, dat de NVK-er zich tot de kleinschalige wereld beperkte.
De Staatssecretaris van Defensie, mr. B. J. M. Baron van Voorst tot
Voorst, die in juni 1990 de jubileumtentoonstelling al opende (zie
NGT Geodesia 1990, p. 329/331), sprak over de TDN-weg naar zelf
beheer. Met het militaire „moederhuis" wordt een convenant geslo
ten. Het doel van het zelfbeheer is de bevordering van doelmatig
heid. ,,De verwachting is, dat hierdoor ook een beter beeld ontstaat
over de verhouding tussen de militaire en civiele produktie. Hierbij
geldt als uitgangspunt, dat deze laatste minimaal kostendekkend zat
zijn", aldus de staatssecretaris. Hoofdtaak van de TDN is en blijft het
voorzien in de geografische informatiebehoefte van de krijgsmacht.
.Nieuwe raketafweersystemen vragen digitale topografie", zo wist
hij. De staatssecretaris vernam pas, dat de Amerikanen bij hun ver
dedigingsplannen in het Golfgebied last hadden van het mankeren
van een vliegveld op een topografische kaart. (Menigeen in de zaal
herinnerde zich ook militaire vliegvelden op de TDN-kaarten te
hebben gemist. Stond daar geen fantasie-verkaveling?)
De directeur van de TDN, drs. P. W. Geudeke, sprak over „Land in
kaart en bestand". Hij noemde de behoefte aan topografische basis
informatie in een GIS ,,niet wezenlijk verschillend voor militaire dan
wel civiele toepassingen van ruimtelijke informatie". (Zijn aardige
illustratie van reclame voor civiel gebruik anno 1937 nemen we hier
bij graag over.) De directeur memoreerde de mislukte poging uit
1820 voor een nationale basiskartering. Hij vond hetuitdagend om
de afgebroken draad van 1820 weer eens op te pakken en op weg
te gaan naar een nationaal karteringsprogramma ".Ook voor de TDN
als defensiebedrijf zou dit aantrekkelijke perspectieven" bieden.
Als nationaal platform voor het beleid op het terrein van de ruimte
lijke informatievoorziening vond hij de RAVI te beperkt: onder andere
het Ministerie van Defensie zit er niet in!
Dipl.-lng. K. J. Barwinski van het Landesvermessungsamt
Nordrhein-Westfalen sprak over „Topographische Informationsver-
sorgung in europaischer Perspektive". Hij beschreef het (West)-
Duitse ATKIS-concept met als basis een digitaal landschapsmodel
(DLM). Voor analoge produktie worden hieruit de benodigde digitale
kartografische modellen (bijvoorbeeld 1 50 000 en 1 250 000) af
geleid. De ontwikkeling en de opbouw van topografische gegevens
banken blijken in heel Europa nog aan het begin te staan. Conversie
is een enorm karwei, dat bovendien aanpassing van organisaties
vergt.
Na de lunch sprak adjunct-directeur ir. J. van der Linde van de TDN
over „Topografische gegevens en geografische informatie". Hij zag
de TDN als producent. (,,De Dienst is zelf geen gebruiker, alhoewel
hopeloos verslaafd aan zijn eigen produkten".) Ruwe gegevens
moeten door de TDN als producent worden omgevormd tot informa
tie voor de gebruikers. Om de diverse groepen terwille te zijn,
moesten in het verleden compromissen worden gesloten inzake de
kaartinhoud. De techniek maakt het mogelijk om nu maatwerk te
leveren. „Om die specifieke produkten te kunnen maken, moet de
producent wel weten wat de wensen zijn van de klant. De klant weet
echter niet wat hij kan wensen in het GIS-tijdperk. Hij zou door de
winkel moeten kunnen lopen om te proeven en te keuren wat er zoal
te koop is. Hoewei de Topografische Dienst nog vele lege schappen
in zijn winkel heeft, raken er nu toch een aantal gevuld", zo ver
volgde hij. Dit jaar bijvoorbeeld zijn de hartlijnen van alle wegen van
de kaart 1 50 000 beschikbaar. Een mijns inziens nieuw geluid was
zijn opmerking „of er niet meer moet worden uitbesteed, met name
waar kennis of capaciteit te kort schiet".
Vervolgens kwamen vier gebruikers aan het woord. Luitenant
kolonel H. J. Timmers als hoofd van de „Sectie Inlichtingen D. van
de Landmachtstaf", ing. C. Visscher van het bureau Landmeet
kundige Zaken bij de provincie Noord-Brabant, directeur M. J. M.
Strous van RAET-LUM BV te Tilburg en ir. H. J. M. Groot Koerkamp
van Het Logistiek Adviesbureau te Epe.
Allen spraken naast gelukwensen de hoop uit, dat in de nabije toe
komst gevolg kan worden gegeven aan wensen met betrekking tot
actualiteit, continuïteit en kwaliteit.
Aan het eind van de middag was er een receptie in het gebouw van
de TDN, waar ook de jubileumtentoonstelling kon worden bezocht.
NVK en NGL hadden tijdens het symposium reeds een boompje (met
gedenkplaat!), respectievelijk forse plant gegeven. Van de geschen
ken op de receptie verdient dat van Intergraph vermelding. Drs.
E. J. E. van Riet had een moderne wandversiering ontdekt, waarin
de artiest een stuk topografie had verwerkt en gaf dat kunstwerk nog
aan deze klant weg ook!
Adri den Boer
MINISTER TER BEEK ONTVING „GROTE HISTORISCHE ATLAS"
Net een week na het symposium stond de Topografische Dienst
weer in de schijnwerpers. Donderdag 1 november 1990 kreeg de
Minister van Defensie, A. L. ter Beek, het eerste exemplaar van de
vierdelige Grote Historische Atlas van Nederland. Hoewel uitgever
Wolters-Noordhoff uit Groningen komt, de Topografische Dienst in
Emmen zit en de minister in Coevorden woont, vond de presentatie
plaats in het perscentrum Nieuwspoort te 's-Gravenhage. (Naast de
pers waren er ook genodigden present: van de voorzitter van het
NGL tot de Chef van de Generale Staf.)
NGT GEODESIA 90-12