OLMS DiQiIqi Lancmos', System S)0'<Pr LOC'S Fig. 2. Onderlinge relatie van de DLMS-deelbestanden DTED (pro fiel) en DFAD (stoffering). uitwisselen van de digitale gegevens in het in de Specs omschreven DLMS-formaat; opslaan van de geproduceerde gegevens bij DMA in een centrale gegevensbank (Central Data Bank - CDB), waarover DMA tevens het beheer zou gaan voeren; het (voor militaire doeleinden) vrij kunnen beschikken over de gehele CDB-inhoud door iedere deelnemer aan het project. Verder werden afspraken gemaakt over produktie- en inzend-verantwoordelijkheden, zodat iedere deelnemer aan dit zogenaamde DLMS-project wist wie waarvoor ver antwoordelijk was en binnen welke termijn welk gebied in principe gereed zou zijn. Problemen bij de produktie of anderzijds zouden in regelmatig gezamenlijk overleg wor den opgelost. Tenslotte zouden belangstellende naties zich onder dezelfde voorwaarden bij het DLMS-project kunnen aansluiten. Het eerstvolgende land dat zich bij dit project aansloot, was Nederland. De overeenkomst hiervoor werd in 1977 aangegaan tussen de TDN, op verzoek van de Konink lijke Luchtmacht, en DMA. TDN nam daarbij de volgende produktieverantwoordelijkheid op zich: voor DFAD voor geheel Nederland, voor DTED binnen de gehele geogra fische graadlijnen waarbinnen Nederland globaal ligt (fig. 1). De termen ,,DFAD" en „DTED" staan voor „Digital Feature Analysis Data", respectievelijk „Digital Terrain Elevation Data". Na Nederland volgden nog Frankrijk, België, Noorwegen en sinds kort Spanje. Specificaties Eerst volgen enige algemene opmerkingen aangaande de Specs, zoals die er uitzagen eind jaren zeventig: ze zijn zodanig opgezet, dat op een eenduidige wijze zonodig de gehele aarde kan worden opgeslagen in een digitaal bestand, wat wordt bereikt door te werken in een geografisch stelsel: het „World Geodetic System" (WGS); ze zijn ontworpen voor de opbouw van een bestand ten behoeve van radarsimulatie en -predictie. Omdat een radarscherm slechts met een beperkt aantal pixels een vrij groot gebied moet beschrijven, is het niet nodig een grote mate van gedetailleerdheid aan te brengen in de bestanden, zoals verderop duidelijk zal worden; het DLMS-bestand is opgebouwd uit twee delen, DTED en DFAD, die samen het aardoppervlak be schrijven (fig. 2). DTED Digital Terrain Elevation Data DTED geeft een beschrijving van het profiel van de aarde. Hiervoor wordt een matrix gebruikt van ongeveer 100 m x 100 m. Op elk matrixpunt wordt een hoogte gegeven in gehele meters ten opzichte van „Mean Sea Level" (ge middeld zeeniveau; voor Nederland komt dit overeen met NAP). Het matrix-interval wordt uitgedrukt in geografi sche seconden, waarvan het interval verloopt van 3 sec. breedte x 3 sec. lengte naar 3 sec. breedte x 18 sec. leng te, afhankelijk van de ligging ten opzichte van de equator (fig. 3). Door dit verloop wordt bereikt, dat de bovenge noemde matrixgrootte van ongeveer 100 m x 100 m over de gehele aardbol gehandhaafd blijft. De nauwkeurigheid van de aldus opgebouwde DTED-matrix moet liggen binnen 30 m in verticale richting. Horizontale nauwkeurig heid voor een vast omschreven grid zoals WGS voor DTED is, is niet van toepassing: horizontale fouten als uit vloeisel van generalisatie-, weergave- en digitalisatie- fouten van hoogtelijnen zijn altijd te herleiden tot fouten in verticale richting. De opslageenheid is een zogenaam de „cel" ter grootte van 1° x 1°, welke standaard wordt aangeduid met de graadwaarden van het linkeronder- hoekpunt en wel eerst de breedte en dan de lengte. DTED is in eerste instantie voor een groot deel van het interessegebied van de DLMS-gemeenschap door de Amerikanen vervaardigd met behulp van de hoogtelijnen zoals weergegeven op de reguliere kaartserie schaal 1 250 000 (zogenaamde interimgegevens). Inmiddels is het overgrote deel van deze gegevens vervangen door nieuwere en in de meeste gevallen ook veel betere bestanden, veelal gebaseerd op kaarten schaal 1 50 000. TDN en DTED De Topografische Dienst heeft de DTED-bestanden wel ke onder haar verantwoordelijkheid vallen, in het begin van de jaren '80 ingezonden naar de CDB. Ze zijn geba- Fig. 3. Verloop van de matrix-grootte voor DTED vanaf de equator naar de polen. Gebied A: 0° - 50°, interval: 3 sec. x 3 sec. (breedte x lengte) Gebied B: 50° - 70°, interval: 3 sec. x 6 sec. Gebied C: 70° - 75°, interval: 3 sec. x 9 sec. Gebied D: 75° - 80°, interval: 3 sec. x 12 sec. Gebied E: 80° - 90°, interval: 3 sec. x 18 sec. NGT GEODESIA 90 - 12 543

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1990 | | pagina 7