restrisch worden bepaald, hetzij door middel van polygo-
nering, hetzij door middel van GPS.
Het gehele fotogrammetrische proces verloopt als volgt:
vliegstrokenkaart maken, waarop paspunten en be
kende RD-punten worden aangegeven;
onderzoek naar de kwaliteit van bestaande RD-
punten;
schijven leggen in het terrein;
paspuntbepaling (kringnet, verdichting door polygone-
ring of GPS);
paspuntberekening;
fotovlucht uitvoeren (samenwerking met Hansa Luft-
bild);
aerotriangulatie en blokvereffening;
foto's uitwerken (Oranjewoud Fotodata, Almere);
naverkennen en bijmeten;
eindbestand aanmaken;
Al deze onderdelen heeft Oranjewoud zelf in huis, dus
ideaal voor een goede aansluiting in de planning.
Het blijkt dat de Bollendorpse grondslag kan worden be
paald uitgaande van een kringnet. „Gelukkig geen nacht
werk deze keer", zegt Ton.
Nachtwerk? Er waren wat problemen geweest in Venray.
Daar werden de punten gemeten met GPS. Wegens het
tijdschema van de satellieten moest dat in de nacht ge
beuren. Daar zaten onze mensen dan, aldus Ton, ergens
in het dorp in een plantsoen, midden in de nacht. Dat
wekte natuurlijk verbazing bij omwonenden, die toch
eens poolshoogte kwamen nemen. „Wij werken voor het
Kadaster", verklaarden de geodeten bij nacht. Maar dat
maakte het zelfs in het Limburgse niet waarschijnlijker;
Kadaster meten in de nacht? Ja, we meten op satel
lieten, werd nader toegelicht. Nou, dat werkte nog min
der, satellieten? Maak het nou. „Da gleuf-de zelf zeker
nie". Even later arriveerde de gealarmeerde politie. Ge
lukkig kon het werk worden afgemaakt. Wel stond er de
andere dag een flink stuk in de krant. Maar dat is natuur
lijk nooit weg, nu weet heel Limburg ervan.
Terug naar Bollendorp.
De grondslag is inmiddels gemeten en zelfs is het ter-
restrisch te meten deel opgenomen. Dat buitenwerk is ge
klaard en net binnen gekomen. De berekening is op onze
bezoekdag. Dat kan mooi mee voor NGT Geodesia.
Reken- en tekenafdeling in Oosterhout
Klaar terwijl u wacht
Na het passeren van wat IGOS, Digimat en andere
werkstations komen we bij de rekenafdeling waar John
Steenbruggen net begint aan het project Bollendorp. De
terreingegevens (diskette, veldwerken en meetformulie-
ren) zijn verzameld, de diskette is al ingelezen in Johns
computer. Het zijn de meetgegevens van een gebied,
waarvan de grondslag en de detailmetingspunten moeten
worden berekend. „We doen dat met MOVE", verklaart
John. MOVE is een grondslagvereffeningsprogramma.
We werken ook weieens met een vergelijkbaar program
ma dat GEOSCAN heet. (Maar hier wordt MOVE toe
gepast).
Met verbazingwekkende voortvarendheid tovert John de
gegevens op zijn beeldscherm, controleert de inleesge-
gevens, vergelijkt de bestanden, zoekt naar sterretjes die
afwijkingen verraden en corrigeert daar waar dit is ge
wenst. Als de invoergegevens goed zijn en de deel
gebiedjes (ook wel hapklare brokken genoemd) zijn
John Steenbruggen met MOVE.
samengevoegd tot één geheel, worden grondslag en
detailmeting gesplitst. Daartoe worden nieuwe bestanden
aangemaakt ten behoeve van de invoer in MOVE.
Ook tijdens die omzetting worden weer verschillende con
troles uitgevoerd en dat duurt dus even. De computer
controleert bijvoorbeeld of verkeerde codes zijn gebruikt
of puntnummers zijn omgewisseld, enz. Dan toont het
beeldscherm de lijst met grondslaggegevens (standplaat
sen, hoeken en afstanden). Nu worden de voorlopige
coördinaten berekend (nadat de coördinaten van de aan-
sluitpunten zijn ingevoerd). Na één minuut is het resultaat
te zien op een overzichtskaartje van het gehele gebied.
Bovenin het scherm prijkt de schaalfactor. Een blik op het
scherm is voldoende voor John. „En hij zag dat het goed
was.
„Nu gaan we vereffenen", zegt hij. Eerst worden nog wat
kwaliteitseisen en toetsingsparameters toegevoegd. Dan
kan er worden gerekend en (eindelijk, als geen enkele
controle meer te bedenken is) de punten vereffend en ge
toetst. Nadat de vereffening (secondenwerk) is gebeurd,
zien we het resultaat in de vorm van:
1een kaart met de standaardellipsen van de grondslag-
punten;
2. een lijst met coördinaten van alle berekende punten;
3. de netwerk-statistiek.
Er zijn 398 waarnemingen gedaan, met 202 onbekenden
en dus 196 voorwaarden. Ook zijn kwaliteitseisen ver
meld en de toetsingsparameters. De F-toets geeft 0,075
aan. „Ontzettend goed", merkt John voldaan op.
Nog niet klaar
De detailpunten moeten nog worden berekend en dat zijn
er veel meer. Nog één controle (de gemeten hoeken en
richtingen) is nodig en dan een druk op de knop en
na één minuut zijn 3000 detailpunten bekend. Bekend
wel, maar nog niet te lezen. Ze moeten nog worden om
gezet naar het gewenste formaat. Dat kan zijn Digimat,
IGOS of PNEM (een eigen formaat van de PNEM). Via
een Oranjewoud-stuurtabel is ook dit snel geklaard en
kan John op zijn lauweren rusten. Het hele werk heeft
toch niet meer dan een kwartier geduurd. Waar zou
Oranjewoud toch al die mensen voor nodig hebben?
„Voor wat speciaal werk", volgens Ton en leidt mij langs
een aantal enthousiaste medewerkers. Zij zijn bezig met
GBKN's, het digitaliseren van bestaande kaarten, het
ordenen van digitale bestanden (structureren) of met het
10
NGT GEODESIA 91 - 1