Deze drie bakken kunnen aan elkaar worden gekoppeld,
waardoor men informatie kan krijgen door bijvoorbeeld de
kaart op het beeldscherm op te roepen en alleen maar
een perceel aan te wijzen. Alle denkbare gegevens van
dat perceel zijn dan zichtbaar te maken.
Elke afdeling stopt er zijn eigen gegevens in en houdt die
bij, maar ieder kan ook in de gegevens van anderen
kijken en daar zijn voordeel mee doen. Ook kunnen
signaalfuncties worden doorgegeven, bijvoorbeeld een
signaal van rioolbeheer naar wegbeheer wanneer zij de
weg willen openbreken. Als je er nu ook nog de be
volkingsadministratie aan koppelt, is het duidelijk dat je
een prachtig geïntegreerde informatiebron hebt om be
leid te maken.
Het is wel duidelijk, de techniek (en de systemen) kent
weinig beperkingen meer, maar een systeem is niet
sterker dan zijn zwakste schakel en dat is in dit geval de
informatie die erin zit en niet de programmatuur, waar
schuwt Versluijs. En het inwinnen van die informatie is
nog altijd mensenwerk.
De mensen achter de fotokaart
We moeten naar Almere om uit te vinden wie de stereo-
uitwerkingsinstrumenten bedienen om van de fraaie
luchtfoto's van Bollendorp, waar het verhaal mee begon
nen is, een goed digitaal bestand te maken.
Hier is Oranjewoud Fotodata gevestigd, een onder
neming welke samen met Hansa Luftbild is opgericht.
Directeur hiervan (tevens directeur VGG midden-
Nederland) is Akos Urban. Bedrijfsingenieur, ir. Leon
Hendriksvertelt in het kort wat men in huis heeft:
Een analoog en een analytisch uitwerkingsinstrument
waarmee alle voorkomende karteringen worden verricht
en afgeleverd.
Aan het analoge apparaat (Zeiss Planicart E2) bedient
Isaac Acheampong (uit Ghana) de Zeiss-wielen. De
uitwerking gebeurt in twee fasen, de eerste fase is de
aerotriangulatie, de tweede de uitwerking.
In de eerste fase worden twee foto's, samen goed voor
één stereomodel, in het apparaat geplaatst. Per model
worden zes dubbelpunten in coördinaten bepaald. Door
middel van blokvereffening worden alle modellen aan
elkaar gerekend tot één homogeen blok en met behulp
van de paspunten getransformeerd naar het RD-stelsel.
De tweede fase (de uitwerking) verloopt als volgt:
Per model wordt na absolute en relatieve oriëntering van
de modellen begonnen met de uitwerking. De RD-
Met de analytische Planicomp gaat het nog sneller.
Isaac bedient de wielen.
coördinaten van de objecten worden in het digitaal
grafische systeem vastgelegd door middel van een CAD-
pakket Microstation. De aflevering van het bestand
gebeurt in DUF of SUF 2 of elk formaat dat wordt ge
wenst. Duidelijk is dus dat het analoge uitwerkingsinstru
ment Planicart E2 digitale resultaten levert.
Isaac is net aan het laatste deel van een model bezig. De
huizen zijn klaar en ook de meeste topografie. Het laatste
restje van een wegkant moet er nog in. Met handen en
voeten (de Z wordt met de voetschijf bediend) „fietst" hij
door het beeld, het beeldscherm naast hem verraadt de
route die hij heeft gereden.
Op het analytisch instrument (Planicomp P3 van Zeiss)
werkt de Australische fotogrammeter G. Garrett een
model uit. De oriëntering gaat op dit apparaat veel snel
ler; relatieve en absolute oriëntering gaan in één keer
(numeriek) en na toetsing van de coördinaten van wat
meetpunten kan vrij snel met de uitwerking worden
begonnen.
Die uitwerking geschiedt precies op de manier die de
klant wil. Alles kan en dat is de meerwaarde van een
bedrijf dat alle onderdelen zelf verzorgt. De gemeente
Bollendorp kan dus net zoveel gegevens uit die luchtfoto
laten halen als ze zelf wil, al waren het alle rijen bollen
zelf. Alleen het pellen van die bollen zullen ze zelf moeten
verzorgen.
Het is al laat als we het markante bouwwerk in Almere
verlaten. In mijn hoofd maalt de grote hoeveelheid in
formatie die deze dagen is opgedaan, het lijkt moeilijk
door de vele (Oranjewoud)bomen het bos nog te blijven
zien. Of het is gelukt, is ter beoordeling aan de mede
werkers van Oranjewoud zelf en aan de lezers.
Het verhaal is lang niet compleet. Zo zou men kunnen
opmerken dat van de VGG slechts de V (vastgoed) en de
G (geodesie) aan het woord zijn geweest en de tweede G
(die van grondzaken) nergens is vermeld. Welnu, die
speciale afdeling (opgericht in 1987 door ir. Piet Vos
komt in het geweer zodra de gemeente Bollendorp zake
lijke rechten zal gaan vestigen voor haar kabels en
leidingen, maar dat was nu niet aan de orde.
Met excuses aan de mensen in de afdelingen van Oranje
woud die eveneens gastvrij de poorten hebben open
gezet en hebben getoond met welk interessant werk zij
bezig zijn, maar waarvan in dit verhaal niets is terug te
vinden. Wij weten echter dat zij allen een schakel vormen
in het „vrijwel - allesomvattend - Oranjewoud - vastgoed
bedrijf".
NGT GEODESIA 91 - 1
13