definieerde de systeemgrenzen van GIS tot die processen binnen de
digitale modellen die dienen voor omzettingen van en naar in- en uit-
voerbestanden, bevragingen, transformaties, integratie, analyse en
simulatie. Daarnaast omvat GIS ook het door de grafische voor
stelling ondersteunde interactieproces tussen het digitale model en
de mentale voorstelling van de gebruiker. Met gebruikmaking van
het programma Beitel (Beeld-Integratie Teledetectie) op een perso
nal computer demonstreerde hij hoe een visueel beeld tot stand komt
uit een beeldmatrix en hoe dit beeld met behulp van de programma
tuur kan veranderen zonder de beeldmatrix zelf te veranderen. Het
gebruik van het woord „kaart" voor de digitale informatie in de
beeldmatrix (digitaal model van de wereld) of bitmap (digitaal model
van de grafische voorstelling) draagt bij tot het voortbestaan van mis
verstanden.
Dr. ir. H. Vereecken, een collega van dr. ir. Feyen, liet zien dat het
gebruik van GIS in combinatie met mathematische modelanalyse
een evaluatie van (moderne) milieuproblemen mogelijk maakt. Bij
gebruik van PTF's moet de inherente onzekerheid in deze functies
tezamen met de variabiliteit in de inputgegevens worden weerge
geven in de simulatie-resultaten (N.B.: PTF PedoTransferFuncties
regressievergelijkingen of empirische, danwel functionele relaties
tussen eenvoudig beschikbare bodemeigenschappen enerzijds en
moeilijk of niet beschikbare bodemgegevens anderzijds).
Integratie van CAD, GIS en spreadsheet (voor drainageberekenin
gen) ten behoeve van het cultuurtechnische ontwerp, vormde de in
leiding van ir. D. Mallanl, eveneens van het Laboratorium voor Land-
beheer. Het rendement van de afzonderlijk gebruikte programma
tuur wordt verhoogd door deze integratie.
Ir. N. T. Konijn van de vakgroep Bodemkunde en Geologie van de LU
wist in zijn inleiding het belang van Gl-Systemen ten behoeve van
„multiple goal planning" aan te geven. Hierbij wordt getracht met
behulp van „meervoudige doelstelling programmeringstechnieken",
meerdere, vaak strijdige, doelstellingen te realiseren.
De voorlopige resultaten van het ambitieuze (EG) CORINE Project
(Coordination Information Environment) werden toegelicht door ir. J.
Maes van het Corine Europees Milieu-agentschap Task Force te
Brussel. Hij concludeerde dat er geen „major GIS technical pro
blems" zijn, maar dat het verkrijgen van de gegevens het grootste
probleem is, terwijl de „modelling techniques" nog achterblijven.
Drs. M. Damoiseaux van de Meetkundige Dienst van de Rijkswater
staat gaf informatie over een drietal „gerealiseerde GIS-projecten"
(MARIS, WADGIS en een GIS IJsselmeer). Daarnaast ging hij uitvoe
rig in op een GIS in ontwerp: de Waterstaatskaart-Nieuwe-Stijl. In het
bijzonder de projectmatige aanpak en de aandacht voor voorlichting
aan zowel de gebruikers als de opdrachtgevers maakten indruk.
Het besluit om GIS bij de landinriching toe te passen, werd door ir.
A. W. Sleeking toegelicht. Naast de goed geformuleerde redenen om
op GIS over te gaan, werd door hem stilgestaan bij de wijze van om
scholing van de tekenaars naar werken met een werkstation. Deze
omscholing is een onderdeel van een ambitieus programma dat twee
jaar in beslag neemt om alle tekenkamers te voorzien van de beno
digde apparatuur, bezet met geschoolde medewerkers.
De laatste spreker was ir. B. P. E. de Roovervan de Rijksuniversiteit
Gent, Laboratorium voor Teledetectie en Bosbeheersregeling. Hij
ging in op de mogelijkheden van zowel vectorieel als rastergeoriën-
teerde Gl-Systemen ten behoeve van actualisatie van de boskarte-
ring, en bosinventarisatie in relatie tot de houtvoorraad en houtop
brengst.
Afrondend gaf ir. R. Groot een samenvatting en een degelijk advies:
„Think big, get the principles right and start with an identified user.
In GIS development, Murphy's law is alive and well, and remember,
Murphy was an optimist!"
Evenals in zijn eerste inleiding wist hij de cursisten te boeien aan de
hand van talloze tips en voorbeelden. Dat hij ditmaal meer de Engel
se dan de Nederlandse taal bezigde, vond niemand storend.
De cursus werd door de cursisten als goed beoordeeld, zoals bleek
uit de zeer snelle verwerking van de door de cursisten ingevulde
enquêteformulieren. Binnen enkele weken hebben de cursisten de
resultaten ontvangen. Ook na afloop van de cursus bleek de cursus
leiding zich nog om de kwaliteit van de cursus te bekommeren:
de cursisten kregen zelfs nog een gecorrigeerde syllabus nage
stuurd!
F. B. de Vries en A. van den Berg, cursisten.
TWEEDE AGI-CONFERENTIE TE BRIGHTON
AGI, the Association for Geographical Information, organiseerde
haar tweede jaarlijkse conferentie in Brighton (GB) van 22 tot en met
24 oktober 1990. Thema van de conferentie was: ,,GIS The Key
to Managing Information".
De doelstellingen van de Association zijn als volgt:
1bewerkstelligen van een effectief gebruik van geografische infor
matie en aanverwante technologieën;
2. weergeven van de belangen van de Gl-gemeenschap in zaken
die invloed hebben op of worden beïnvloed door geografische
informatiesystemen.
Deze missies wil het AGI bereiken door:
coördineren van themagroepen;
verzamelen en verspreiden van informatie die de GIS-gebruiker
kan assisteren;
ontwikkelen van een beleid met betrekking tot de beschikbaar
heid en het uitwisselen van gegevens;
ontwikkelen van geschikte standaarden;
stimuleren van opleidingen, trainingen en onderzoek;
promotie van de technologie, haar toepassingen en baten.
AGI richt zicht tot op heden vooral op Groot-Brittannië, hetgeen ook
te merken was aan de tentoonstelling en de deelnemers: 600 Britten,
enkele Amerikanen, een verdwaalde Fransman en twee Neder
landers (een collega van de Dienst Verkeerskunde en onderge
tekende).
De meeste voordrachten waren gericht op het management. Dit blijkt
ook wel uit de thema's van verschillende sessies: „Key factors for
success", „Management and organisation", „Adding value through
sharing data".
Nick Pearce van Coopers Lybrand Deloitte (consultants) hield een
interessante voordracht waarin hij regels opstelde, die een GIS-
project tot een succes zouden moeten kunnen maken, waarop prof.
Stan Openshaw van de universiteit van Newcastle vertelde over een
mislukt GIS-project bij Northumbria Police en welke lessen daarvan
konden worden geleerd.
Robert Mahoney van Business Information Management behandel
de de impact van GIS op bedrijfsorganisaties (does it work and does
it fit?). Bestaande GIS-evaluaties concentreren zich meer op de
baten en de werking van systemen. Vrijwel geen aandacht wordt
besteed aan de niet-technische potentiële probleemvelden, de toe
wijding en de vereiste gegevensbronnen die nodig zijn om de imple
mentatie van een systeem tot een succes te maken.
De Ordnance Survey van Noord-lerland bracht een verhaal over een
onderzoek dat is verricht om na te gaan wat nodig is om effectief geo
grafische informatie voor een on-line toegang of een groot gebied te
distribueren.
Coulsen van de universiteit van Swansea hield een lezing over me-
thodologieën om de kosten en baten van een GIS te beoordelen. De
bestaande regels om kosten en baten te waarderen, voldoen niet.
Enkele succesvolle GIS-applicaties kwamen ook aan bod. Safeway,
een grote supermarktketen, en Nationwide Anglia, een groot make
laarskantoor, beschreven hun aanpak om locaties voor nieuwe vesti
gingen te plannen. Rekening moet worden gehouden met bevol
kingsdichtheid, koopkracht, bereikbaarheid, vraag van de consu
ment, enz. Een case study waarnaar door mijn werkgever (Meet
kundige Dienst van de Rijkswaterstaat) met veel belangstelling werd
uitgekeken, „Flood assessment through GIS" viel zwaar tegen. Het
idee bestond uit het scannen van een (oblique) luchtopname van het
overstroomde gebied, waarna de oevers werden gedigitaliseerd. Er
werd echter geen gebruik gemaakt van bijvoorbeeld een DTM, stro
mingsmodellen van de rivier en gevaarlijke riviersites.
Afgezien van het feit dat het een vrijwel puur Engelse aangelegen
heid was („Should the (non-existing) english standards become the
european standard?") was het een erg interessante en goed ver
zorgde conferentie.
Ter afsluiting de gedachtengang die als een rode draad door de voor
drachten liep:
„Think big, Start small",
„A GIS-course doesn't produce a GIS-expert, just as working with
WP doesn't make you an author"
Chung San Han
SCANNEN
Op 27 oktober 1990 werd door Teser Holland in Papendrecht een
symposium georganiseerd met als thema het scannen van kaarten.
Een uitstekend verzorgde dag, welke aan de geïnteresseerden vol
doende informatie bood om te kunnen concluderen of het scannen
van kaarten reeds voor hun eigen tak van werkzaamheden als een
geschikt tijds- en geldbesparend hulpmiddel kon worden ingezet.
Gedemonstreerd werd, dat scannen een geschikt hulpmiddel is voor
vele doeleinden. Zeker degenen die met grote archieven te maken
26
NGT GEODESIA 91 - 1