Uitwisselen van
digitale ruimtelijke gegevens [1]
Normalisatie, een noodzaak
door ir. L. A. Koen, directeur van het Kadaster in de provincie Flevoland.
SUMMARY
Normalisation, a necessity
The author gives an outline of the current activities regarding digital cartographic data standardisation. The
role of the national and international standardisation institutes is discussed. The author advocates a more
active role of these institutes in the process of standardisation.
Inleiding
In dit artikel zal worden ingegaan op normalisatie als
voorwaarde voor een effectieve en efficiënte uitwisseling
van digitale ruimtelijke gegevens. Daarbij zullen vooral de
organisatorische en functionele aspecten van het norma
lisatieproces worden belicht. In enkele nog te publiceren
artikelen in deze reeks zal overigens dieper worden inge
gaan op de functionele en technische aspecten.
Begonnen wordt met een algemene inleiding over nor
malisatie en een omschrijving van enkele belangrijke be
grippen. Daarna worden enkele aspecten die voor norma
lisatie in aanmerking komen, behandeld en wordt een
schets gegeven van de huidige situatie in en buiten
Nederland. Tenslotte zal een beeld worden gegeven van
enkele te verwachten ontwikkelingen.
Historie
Normalisatie is zo oud als de beschaving. In het verkeer
tussen mensen vormden gebaren en tekens de eerste
stilzwijgende normen. Later kwam daar de taal bij, waar
bij met name de grammaticaregels als een norm kunnen
worden opgevat. Grammatica immers is het geheel van
regels die moeten worden gevolgd om een taal correct te
spreken of te schrijven. Een afspraak dus waarover veelal
een consensus bestaat en die vrijwillig wordt aangegaan
en nagekomen. Daarmee hebben wij meteen twee be
langrijke kenmerken van een norm genoemd.
De taal is overigens niet alleen object van normalisatie,
maar evenzeer een belangrijk hulpmiddel bij normalisatie
op velerlei gebieden. Een voorbeeld van dit laatste is de
classificatieproblematiek in de vastgoedinformatie, waar
bij een goede (syntactische) definiëring van de objecten
van groot belang is.
Reeds in het verre verleden was normalisatie van belang
bij bouwactiviteiten met een massaal of repeterend karak
ter. Al omstreeks 1500 v. Chr. gebruikten de Egyptenaren
voor hun gangen en vestibules vierkante, vlakke vloer
stenen (tichelstenen) met een vast formaat en de Feni-
ciërs bouwden al omstreeks 1000 v. Chr. schepen met
standaardafmetingen. In Europa voerde Karei de Grote
omstreeks 750 n. Chr. een nieuw genormaliseerd hand
schrift in. Dit was de Karolingische minuskel, die vrijwel
overeenkomt met onze hedendaagse blokletter.
De definiëring van een handzame lengte-eenheid is door
de eeuwen heen een belangrijk normalisatieprobleem
geweest en niet alleen voor de landmeters. Dat hand
zame mag in dit verband ook letterlijk worden opgevat,
omdat van oudsher het menselijk lichaam vaak als hou
vast diende bij de definiëring van de verschillende lengte
eenheden (ellen, voeten, duimen, palmen, enz.).
De vervanging van de vele in Europa in gebruik zijnde
lengte-eenheden door de meter mag als een van de grote
successen van normalisatie worden beschouwd. Dat
deze lengte-eenheid (althans de gebruikte standaard)
voor verschillende landmeetkundige toepassingen niet
erg gebruikersvriendelijk was, doet niets af aan dit suc
ces. De moderne technische hulpmiddelen hebben de
problematiek van de gebruikersonvriendelijkheid trou
wens sterk verminderd.
Grote ontwikkelingen op het gebied van de normalisatie
kwamen pas in de Napoleontische tijd en later na de
industriële revolutie. Napoleon voerde belangrijke be
stuurlijke reorganisaties door en gaf de stoot tot de op
bouw van een fiscaal kadaster. Deze acties leidden tot
een schaalvergroting die normalisatie noodzakelijk maak
te. Ook de industriële revolutie bracht schaalvergroting
en daarmee de noodzaak van normalisatie met zich mee.
De parallel met de huidige ontwikkelingen is evident.
Vooral onder invloed van technische en politieke ontwik
kelingen is ook in onze tijd sprake van een duidelijke
schaalvergroting. Daarbij gaat het zowel om Nederlandse
als Europese en mondiale ontwikkelingen.
Omstreeks het jaar 1900 begon in Europa het technische
normalisatiewerk een duidelijker gezicht te krijgen. De
oprichting van onder andere het British Standards Insti
tute in 1901, het Nederlands Electrotechnisch Comité
(NEC) in 1911 en het Nederlands Normalisatie Instituut
(NNI) in 1916 waren daarvan uitingen.
Door de steeds grotere invloed van de techniek in onze
maatschappij nam in de 20e eeuw het normalisatiewerk
explosief toe. Alleen al binnen het NNI zijn op dit moment
ongeveer 750 commissies en ongeveer 4000 deskun-
2
NGT GEODESIA 91 1