Sectie Kadastraal Werk Sectie topografie Sectie Nutsvoorziening Voetstappen van de landmeters Is de privatisering geslaagd? bodig. Je stopt er een rol papier van 150 meter in en zonder dat er iemand bij hoeft te zijn, draait er een massa gekleurde kaarten uit. Lopend over deze sectie zie je geen enkel verschil met een echt Kadasterkantoor. Veldwerken, hulpkaarten, matrixstaten, berekeningen en nummeringen, alles kom je er tegen. Zelfs het bijwerken van de bijbladen. Het efficiëntie-gevoel ligt er ook hier dik bovenop: Ze hebben alles digitaal in het bestand zitten; ze zouden dus alles geautomatiseerd kunnen aanmaken, ook de matrixstaat, maar die moet van het Kadaster nog met de hand worden geschreven. Tot mijn geruststelling zie ik, dat het toch niet meer in schoonschrift met kroontjespen gebeurt. Leo Vollegraaf heeft weinig moeite met de vraag wat hier allemaal gebeurt: Alles wat in de polder buiten zichtbaar is, wordt hier in kaart gebracht. Onmiddellijk vertelt hij erbij, dat het wel allemaal digitaal gebeurt. Moderne tachymeters nemen de gegevens bui ten op en hier worden ze verwerkt en in bestanden op geslagen. Het blijkt zelfs meer te zijn dan dat, want ook assen van wegen worden hier berekend, voordat de weg er ligt. Het blijkt ook meer dan ,,de polder" te zijn, want een beeldscherm ergens in de hoek van de kamer vertoont beelden van eilanden in de Zeeuwse Grevelingen. Het is een luchtfotokaart die wel in het bestand zit, maar nog niet is „gehorizonteerd". Dat gebeurt hier. Er zijn lagen dijktalud, beplanting, grasland en bos te zien. Wat over dag via het beeldscherm wordt opgenomen, wordt 's nachts in het bestand verwerkt. En daar hoeft gelukkig niemand bij te zijn volgens Leo, want dat is zelfs bij een particulier bedrijf niet echt leuk. Het is geen verrassing dat deze sectie zich bezighoudt met registratie van kabels en leidingen. Al jaren heeft de RIJP die gemeten en opgeslagen, maar er wijzigt nogal eens wat. Vol trots vertelt chef Jan van der Meer dat hier de eerste contracten zijn afgesloten voor de bijhouding. Met de PGEM en de Gasmaatschappij zijn onlangs rechtstreeks contracten afgesloten op basis van een meterprijs. Wat meer eenheid zou in de toekomst van belang zijn voor de klanten zelf, vindt Jan, want iedereen hanteert nu nog zijn eigen systeem. Ook wordt er nog veel analoog gewerkt. Als alles is geautomatiseerd, kan een nutsmaat- schappij met een druk op de knop bijvoorbeeld zien hoe veel asbestleiding moet worden vervangen en daarvoor moet nu uren worden gepuzzeld. Maar ooit komt men daar wel aan toe, weet hij hoopvol te melden, en dan krij gen ze er een gigantische hoeveelheid werk bij Waren de landmeters vanmorgen niet bezig binnen het gezichtsveld van Rijksweg A6, dat ze toch allemaal aan het werk zijn, bewijst het feit dat geen van allen binnen is, terwijl de regenbuien en een storm van windkracht 10 het veelbezongen buitenleven toch enige beperkingen moet opleggen. Alleen de buitendienstchef Harm Bies is binnen. Als ik een ploeg aan het werk wil zien, kan dat zo worden geregeld; ze zitten in een buitenwijk van Almere. Ik zie er toch maar vanaf, het wordt te laat (en dan die windkracht 10. Tien meetploegen kent de dienst en die zwerven nog steeds door ,,de polder", want het werk is nog niet hele maal af. Ook hier wordt met groot enthousiasme gewerkt aan allerlei soorten werk, zoals GBK-FI, kadastraal werk, leidingen, wegtracé's en profielen van watergangen. Op drachtgevers zijn de Rijkswaterstaat, nutsbedrijven, ge meenten en Kadaster. Met die laatste instantie zit alles nog niet geheel rond. Mochten de RIJP-landmeters vroeger zelf aanwijs halen voor kadastrale metingen, nu deze meetdienst particulier bedrijf is geworden, vindt het Kadaster dat eigenlijk min der geslaagd. Aanwijs halen doen rijksambtenaren, geen particulieren. De RIJP-mensen vragen zich af of ze nu minder betrouw baar zijn dan vroeger. De eerste contracten met de nutsmaatschappij zijn getekend. In 1987 was ir. H. W. v.d. Zijpp hoofd van het oude land meetkundige RIJP-bureau. Toen was hij nog zeer opti mistisch over een mogelijk voortbestaan van zijn dienst. Het is allemaal wat anders gelopen dan u toen voor ogen stond. Hoe is dat zo gekomen? Er was geen andere keus. Het werk raakte klaar, de RIJP- dienst moest volledig worden afgebouwd en de kans op een zelfstandige centrale dienst werd kleiner, toen de Markerwaard werd afgeblazen en het werd helemaal onmogelijk toen de gemeenten, waterschappen en pro vinciale diensten hun eigen boontjes wilden doppen. Twee mogelijkheden bleven over: verzelfstandiging of pri vatisering. De eerste mogelijkheid was te riskant en bood onvol doende zekerheid. Wat gebeurt er als de conjuctuur terugloopt? Bij alles heeft steeds het belang van de mensen voorop gestaan. Privatisering was een reële mogelijkheid, we hadden een goede actieve en goed uitgeruste dienst, we hadden wat aan te bieden. Dat bleek ook al gauw, toen we de markt op gingen. Vijf particuliere bureaus waren geïnteresseerd. Dat had dus een B5 kunnen worden? Nee, dat zochten we niet, we wilden als gehele dienst overgaan. We hebben alle vijf bedrijven bekeken; drie vielen al gauw af. Samen met het personeel is toen de NGT GEODESIA 91 - 2 67

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1991 | | pagina 11