Tunnel gemist
GPS is uitermate geschikt voor driehoeksmetingen in het landschap
van Costa Rica.
2. Escuela de Topografia, Catastro y Geodesia [15].
Deze school maakt onderdeel uit van de Facultad de
Ciencias exactas y naturales van de Universidad Na-
cional te Heredia, een provinciehoofdstad op 20 km
afstand van San José. Op deze school worden de
technische medewerkers en landmeters van het
Kadaster opgeleid.
Om tot de school te worden toegelaten, moet men het
einddiploma van het Colegio bezitten. Het Colegio is een
instelling met een middelbare opleiding van vijf jaar.
De school is in 1974 opgericht met medewerking van een
commissie van de Duitse Bondsrepubliek. Ten einde de
school een goede start te geven, werden in het begin veel
beurzen verstrekt door de „Deutsche Akademische
Austauschdienst". Van deze beurzen profiteerden stu
denten uit geheel Centraal-Amerika (Costa Rica, Guate
mala, Honduras, El Salvador, Nicaragua en Panama).
Sinds 1985 zijn alle nieuwe studenten uit Costa Rica af
komstig. Er kunnen drie soorten opleidingen worden
gevolgd:
a. opleiding techniek, topografie en kadaster van vijf
semesters; deze opleiding is een vooropleiding voor
de opleiding tot licenciado;
b. bachilerato en ingeniera topografica y geodesia van
acht semesters*);
c. licenciatura en ingeniera topografica y geodesia van
tien semesters (opleiding tot licenciado).
Literatuur
1Seligson, Mitchell A., Agrarian Reform in Costa Rica. Inter Ame
rican Economie Aftairs, 55 Spring 1982, p. 31 e.v.
2. OPSA (Oficina Planificación Sectoral Agropecuario), Informa-
ción basica dei sector agropecuario de Costa Rica, San José,
1978.
3. Seligson, Mitchell A., Implementing Land Reform, The Case of
Costa Rica, Managing International Development, Volume I no.
2, March-April 1984, p. 29 e.v.
4. Seligson, Mitchell A., El Campesino y ei Capitalismo Agrario de
Costa Rica, San José 1984, p. 41.
5. International Encyclopedia of Comparative Law, National Re
ports, Costa Rica-Mohr/Siebeck/Tubingen/The Hague/Paris
IV/V C89 en C90.
6. Rosholt, Jack D., Cadastres in Latin-America. Report 2 j. p. 12.
7. Mc. Larney, Bill, Land Tenure and Ethics in Costa Rica. The
Annals of Earth Stewardship, p. 20, 1984.
8. Zürcher, H. A. Sr., H. A. Zürcher Jr., E. Montoya Zürcher, E. A.
Zurcher, A Statement of the laws of Costa Rica, 5e ed. Gen.
Seer Organisation of American States, Washington D.C. 1978.
9. Seligson, Mitchell A., Agrarian Reform in Costa Rica, The im
pact of the titling security program. Inter American Economic
Affairs Volume XXXV p. 36. Spring 1982 no. 4.
10. Colección Leyes Editorial Porvenir S.A., Codigó Civily de Fami-
lia, Repüblica de Costa Rica. San José 1988.
11. Kriegel, Otto, Katasterkunde in Einzeldarstellungen. Heft 1, H.
Wichmann Verlag Karlsruhe 1973.
12. Katastereinrichtung in Zentral-Amerika. Ein projekt der Deut-
schen Entwicklungshilfe p. 13 en 14. Geodatisches Colloquium
T.U. Hannover 3-12-1968.
13. Sandoval, Gerardo Chaves, Colegio Federado de ingenieros y
arquitectos, Colegio de ingenieros topógrafos. Primer Congreso
Nacional de Topografia y Agrimensura, Conferencia El Catastro
y el Desarrollo. San José, agosto 1987.
14. Lopez-Calleja, Alfredo, Paris, La Reforma dei folio Real inmobili-
ario en Costa Rica, Ministro de Justica, Junta Administrativa del
Registro Nacional, prime edition. San José 1980.
15. Universidad Nacional, Facultad de Ciencias Exactas y Natura
les, Escuela de Topografia, Catastro y Geodesia, Pian de Estu-
dios 1981, Diplomado, Bachiller.
16. Universidad Nacional, Facultad de Ciencias Exactas y Natura
les, Escuela de Topografia, Catastro y Geodesia, Plan de Estu-
dios 1985, Diplomado-Licenciatura.
In 1985 is een nieuw studieplan aangenomen, waarin de op
leiding tot bachiller is vervangen door die tot licenciado, een
hogere opleiding. Nadien bleek echter dat er in Centraal-
Amerika grote behoefte bestaat aan deze tussenopleiding. Daar
om is besloten om de studie tot bachiller in het studieplan van
1991 weer in te voeren.
Het was leuk geweest als het bij de Kanaaltunnel was
gebeurd. Boorploegen die vanuit twee verschillende
richtingen werkend elkaar mislopen. Dat gebeurde in
het Noorse plaatsje Ufredal waar een tunnel van 2300
meter wordt aangelegd.
De „westelijke" boorploeg in Ufredal blijkt tien pro
mille te zijn afgeweken van de stijgingshoek die was
opgegeven. Daardoor liepen de twee ploegen elkaar
mis en moet 1200 meter tunnel opnieuw worden ge
boord. Het is een zeldzaam incident in de tunnelbouw.
Hoewel de metingen die voorafgaan aan het boren
van een tunnel zeer nauwkeurig moeten zijn en de ge
ringste miscalculatie in het verloop van de werkzaam
heden op enkele meters verschil kan uitdraaien, is een
fout zoals die in Noorwegen is gemaakt, uiterst zeld
zaam, verklaren Nederlandse deskundigen.
Een tunnel wordt vrijwel altijd vanuit twee richtingen
geboord. De beginpunten worden gemarkeerd door
landmeters en bovengronds wordt een patroon van
landmeetpunten uitgezet met lijnen die dwars staan
op de graafrichting. Omdat eenmaal ondergronds er
geen externe oriëntatiepunten zijn, worden de metin
gen in de tunnel steeds gerelateerd aan de marke
ringen bij het begin van de tunnelbuis. Bovendien
wordt een gyrokompas gebruikt.
Net als een gewoon kompas heb je met een gyro
kompas geen extern referentiepunt nodig om je te
oriënteren.
De tunnelgravers die in Noorwegen het werk hebben
verknoeid, zijn overigens inmiddels naar Zwitserland
vertrokken om hun collega's aldaar de fijne kneepjes
van het vak uit te leggen.
(Uit: De Volkskrant, 6 december 1990)
NGT GEODESIA 91 - 2
75