Integratie van grootschalige basiskaart en administratieve gegevens in de praktijk met SGB-IGOS gebaseerd op de criteria meervoudig gebruik en registra tieve kracht. De elementaire vastgoedgegevens zijn: bouwwerken, percelen, subjecten en adressen. In SGB wordt de geografische beschrijving van deze ele mentaire vastgoedgegevens vastgelegd. Een uitzonde ring vormen de subjecten die moeilijk geografisch te beschrijven zijn. De adressen vallen ten behoeve van SGB uiteen in straten en huisnummers. Deze gegevens dekken de geografische informatiebe hoefte van de gebruiker niet. Het gegevensmodel van SGB is zodanig aangevuld met gegevenselementen, dat het minimaal overeenkomt met de inhoud van de GBKN. Nu rijst de vraag: de GBKN heeft toch geen uniforme inhoud, deze kan toch per project verschillen? Dit is cor rect, we hebben aan de hand van een aantal GBKN- karteergidsen een „gemiddelde" GBKN-inhoud gedefi nieerd. Zodoende komen ook terreinafscheidingen, wa terwegen, hoogspanningsmasten, straatmeubilair, enz. voor in SGB. Deze toegevoegde gegevens hebben na tuurlijk alleen een geografische beschrijving en geen administratieve tegenhanger in IBVIS. Hoe de geografische gegevens worden opgeslagen, ver schilt per infrastructuur. De opslagstructuur is namelijk afhankelijk van het (geo)grafische pakket dat wordt toe gepast. Voor de relatie tussen geografische en administratieve gegevens geldt hetzelfde. Om meer inzicht te geven in deze relatie, wordt nu beschreven hoe deze wordt vastge legd in de HP- en IBM-infrastructuur, waar gebruik wordt gemaakt van IGOS. De relatie tussen geografische en administratieve gegevens kan schematisch als volgt wor den weergegeven: Bouwwerk 217 ->Relatietabel bouwwerken (SGB) IGOS volgnummer naam kaartblad CLOVIS bouwwerknummer opp. omtrek 217 centrum 51286 57 32 Basistabel bouwwerken (IBVIS) bouwwerk soort aantal nummer bouwwerk bouwlaag bouwjaar vertrekken 51286 woning 0 1963 6 Aan het grafische element dat de afbeelding van een bouwwerk vormt, is de klasse bouwwerk met volgnummer 217 toegekend (IGOS-identificatie). De naam van de klasse verwijst naar een tabel in de gegevensbank. Het volgnummer identificeert een regel in de tabel. In deze tabel verwijst een CLOVIS-bouwwerknummer naar een regel in de basistabel bouwwerken in IBVIS, waarin admi nistratieve gegevens van het bouwwerk zijn opgenomen. In IGOS kunnen bij alle grafische elementen maximaal twaalf verwijzingen naar tabellen worden opgenomen. IGOS eist in zo'n tabel vier verplichte kolommen: volg nummer, naam kaartblad, oppervlakte en omtrek. Het volgnummer is een interne identificatie die door IGOS zelf wordt gegenereerd en in een tabel uniek is. De naam van het kaartblad wordt gebruikt om bij raadpleging van een grafisch element via de administratieve gegevens te bepalen in welk kaartblad een grafisch element zich be vindt. De kolommen oppervlakte en omtrek spreken voor zich. Gebruikers of applicatie-ontwikkelaars kunnen aan deze tabellen naar behoefte kolommen toevoegen. In het voor beeld kunnen de relatietabel bouwwerken en de basis tabel bouwwerken worden gecombineerd. Hier is niet voor gekozen, omdat aan het gegevensmodel van IBVIS een uitgebreide inventarisatie van basis-vastgoedele menten ten grondslag ligt en hierin worden geen ver anderingen aangebracht ten behoeve van specifieke toe passingen, in dit geval SGB-IGOS. Beheer van geografische gegevens met de applicatie DEN Met de applicatie Digitaliseren En Naverkennen (DEN), van HCS Computer Graphics, kunnen geografische ge gevensbestanden worden aangemaakt en onderhouden, die aansluiten bij het Landmeetkundig en Kartografisch Informatiesysteem (LKI) van het Kadaster. Een van de produkten van het LKI-systeem is de GBKN, die project matig wordt vervaardigd. Alle geografische gegevens in een digitale GBKN zijn naast een geometrische beschrij ving voorzien van een aantal thematische of administra tieve gegevens, zoals LKI-classificatiecode, precisie, idealisatie, betrouwbaarheid, opnamedatum, enz. De LKI-classificatiecode geeft aan tot welke klasse een geo grafisch element behoort. SGB maakt gebruik van deze codering. De door LKI gehanteerde classificatie is afgeleid van de classificatie van topografische elementen, zoals is opge steld door de Bestuurlijke Overlegcommissie voor Over- heidsautomatisering (BOCO). Beheer van de relatie tussen grootschalige basiskaart en administratieve basis-vastgoedelementen De geografische elementen die zijn voorzien van een LKI- classificatiecode, kunnen worden gerelateerd aan admi nistratieve gegevens. Als de gebruiker de grafische af beelding van een bouwwerk wil relateren aan administra tieve gegevens, moet hij aangeven welke geografische elementen logisch bij elkaar horen. Lezers die bekend zijn met geografische informatiesystemen zullen direct opmerken dat dit in feite objectvorming is. Dit is nood zakelijk, omdat de gegevens uit een LKI-bestand welis waar in klassen zijn ingedeeld (LKI-classificatiecode), maar er nog afzonderlijke objecten zijn gevormd. In het automatiseringsjargon zou men kunnen zeggen dat van elk geografisch element bekend is tot welke entiteit het behoort, maar de occurrence is nog niet bekend. Het aangeven welke geografische elementen een object vormen in een bepaalde klasse, kan op drie manieren geschieden: 1. opgeven van een polygoonvormig venster; alle geo grafische elementen die geheel of gedeeltelijk binnen het opgegeven venster vallen; 2. opgeven van een polygoonvormig venster; alle geo grafische elementen die geheel binnen het opgegeven venster vallen; 3. aanwijzen van geografische elementen. NGT GEODESIA 91 - 2 77

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1991 | | pagina 21