Scheur door bodemdaling in stelpboerderij in Grouw.
Ir. J. P. A. Roest (TUD)
Mogelijkheden van kleine zettingen bij de winning van gas
Zetting werd omschreven als een plotselinge beweging van een
beperkt volume gesteente, waarbij een spanningsveld optreedt en
energie vrijkomt. Het meest bekende mechanisme uit de mijnbouw
is het instorten van een ondergrondse ruimte. In de diepe ertsmijn-
bouw treedt het mechanisme van fault-slip" regelmatig op bij geo
logische storingen of breuken. Als de winning de geologische storing
nadert, kunnen zich zeer hoge spanningen op het storingsvlak ont
wikkelen en kan een „rockburst" het gevolg zijn. Seismologen
meten dan seismische activiteit. In het Lacq gasveld, Frankrijk,
hebben zich sinds 1969 meer dan 1000 (micro-)aardbevingen voor
gedaan. Alhoewel de geologische situatie in het Lacq veld compleet
anders is dan bij veel Nederlandse gasvelden, toont dit gasveld
duidelijk aan, dat er een directe relatie kan bestaan tussen gas
winning en seismiciteit.
Dr. H. W. Haak (afdeling Seismologie KNMI)
Seismische registraties in Nederland tegen de achtergrond van de
aardbevingen van Assen, Hooghalen en Purmerend
Het traditionele Nederlandse netwerk van seismografen, bestaande
uit de stations Witteveen, Winterswijk en Epen, is vooral toegesne
den op verre aardbevingen. Daarnaast bestaan er lokale netwerken,
wanneer de bewaking van een specifiek gebied is gewenst. Het net
werk rond de stad Assen is zo'n lokaal netwerk.
Naast het meten met instrumenten kan het enquêteren van de bevol
king een welkome aanvulling zijn. Een voorbeeld: door middel van
een enquête onder ongeveer 500 mensen in Purmerend en om
geving is een goede indruk verkregen van het epicentrum en de
diepte van de aardbeving aldaar. De signalen op een seismogram
zijn niet alleen afkomstig van aardbevingen. Naast de gebruikelijke
bodemruis, veroorzaakt door golfslag (Noordzee), wind, verkeer en
industrie, zijn ook signalen te herkennen van geluidsbronnen zoals
supersone vliegtuigen (Concorde) en onweer.
Paneldiscussie
De serie voordrachten eindigde met een paneldiscussie. Aan de orde
kwamen vragen over onder andere zeespiegelrijzing, kerncentrales/
gaswinning, elasticiteit van het terrein, oorzaak zgn. „bliksemschich
ten" (sterk zakkende peilmerken), tempo van bodemdaling (sedi
ment-afzetting), scenario's bij indringing van de zee, drukverande
ring in waterlagen boven zoutkoepels waaronder gas wordt ge
wonnen.
Terugblik
Deze leerzame en geslaagde dag werd overheerst door het gevoel
dat geen enkele discipline het meer alleen afkan. We hebben elkaar
nodig: een goede zaak!
Voor geïnteresseerden is een syllabus met de voordrachten te koop
bij de heer Roest van de Faculteit Mijnbouwkunde van de TU Delft.
J. H. ten Damme
U ZESDE EUROPESE CONFERENTIE AM/FM/GIS INTERNATIONAL
(EUROPEAN DIVISION) TE MONTREUX
t. Van 3 - 5 oktober 1990 vond te Montreux
Geographic de zesde Europese AM/FM-conferentie
international Information plaats. Het acronym AM/FM is uit de USA
European division Systems afkomstig en betekent afgezien van
radio-golflengten „Automated Mapping/Facilities Management".
AM/FM International werd in 1982 opgericht, de Europese divisie in
1985 en de Nederlandse subdivisie in 1989. Zeker nadat EGIS '90
zich profileerde als de „eerste Europese GIS-conferentie", vonden
de AM/FM-organisatoren het noodzakelijk om naam en logo uit te
breiden met het acronym GIS.
Ruim 300 personen woonden de zesde Europese conferentie bij, die
als motto droeg AM/FM Success Factors During Implementation".
Voorzitter was H. W. N. Mesker (Oracon BV, Amsterdam). In zes
sessies konden in ruim twee dagen 24 lezingen worden bijgewoond.
Verder was er een tentoonstelling met twintig stands.
Een openingsvoordracht van een ex-president van AM/FM Interna
tional, John. D. Bosler, verzekerde het al: The future for GIS is still
wonderfull". Enthousiast beschreef hij een onderzoeksproject van
zijn Center for Mapping at the Ohio State University over de toepas
sing van GPS voor de plaatsbepaling van een meetwagen met video
camera's om weggegevens vast te leggen. (,,l will conclude with the
idea that there are a lot of exciting opportunities ahead using GPS
and GIS to manage our infrastructure".) Wereldwijd gezien rijden er
al wat van die wagens rond, dacht ik zo.
Het eerste lezingenblok betrof een introductie in AM/FM/GIS, want
er blijft interesse bij starters. M. J. Ives van British Gas beschreef een
indexsysteem (een aparte gegevensbank) met de voortgang van de
digitale produktie bij dat zeer grote nutsbedrijf.
Ing. H. J. M. Jaartsveld (Energiebedrijf Amsterdam) bekende dat, in
de analoge vastlegging, gegevens binnen verschillende tekeningen
zonder samenhang werden bewaard. Binnen het bedrijfsmiddelen
informatiesysteem wordt nu de gehele gasstroom van ontvangstation
tot de gebruiker vastgelegd, waardoor een integraal beheer mogelijk
is. Men koos voor een conversie per laag (groep) in plaats van per
beheerkaart, omdat het eerste een beter beheersbare fasering op
levert.
Dat in een volgend blok ook vanuit een nutsbedrijf (met andere pri
maire produkten!) kwaliteitsbeschrijving werd gezien als een belang
rijke succesfactor, zal geodeten deugd doen. (Tijdens de sociale
uren van de conferentie vernam ik bijvoorbeeld nog van een nutsbe
drijf, dat men leidingen moest registeren op een naar 1 500 uitver
grote topografische kaart 1:10 0001) U. Carlbacker (S) attendeerde
bij de kwaliteitsbeschrijving op de datum van de laatste controle van
een object. The valid date for the last update of a spatial object is
often omitted and many people think of it as unnecessary since, in
the beginning, all objects in the database are of equal age".)
A. Libshitz (USA) van het IBM GIS Solution Centre verkondigde dat
men met hulpmiddelen van haar bedrijf de implementatie een stuk
zou vergemakkelijken, zij het dat de problemen met gegevens aan
de klant te wijten blijven. Velen wezen op de technologische GIS-
revolutie: in de Scandinavische landen bijvoorbeeld verwacht men in
dit decennium implementatie in 2000 gemeenten.
F. J. de Graaf (Volmac, Utrecht) had een toekomstgericht verhaal
over een abstracte, object-georiënteerde modellering van de werke
lijkheid. Objecten zijn bij hem in de nutswereld bijvoorbeeld teke
ningen, percelen, kabels en kleppen: gegevens en procedures.
„Messages" zorgen voor de communicatie tussen de objecten.
Correctief onderhoud van systemen zou gemakkelijker kunnen wor
den en de gebruiker zou beter naar wens worden bediend dan in de
traditionele, meer procesgeoriënteerde benadering. De spreker ver
wacht de eerstkomende jaren praktische toepassingen van de
object-georiënteerde technologie (waarvan trouwens net als van GIS
meerdere definities bestaan).
S. Marqoulies (B) benadrukte dat een GIS per definitie heterogeen
is en vol compromissen zit. The systems currently available serve
the user blindly by using all the data supplied, without any qualitative
distinction".) Een GIS wordt vaak (deels) gevuld met oude gegevens
uit diverse bronnen. De enige manier om te voorkomen dat een
gebruiker daar het slachtoffer van wordt, is kwaliteitsbeschrijving: „a
priori monitoring" in plaats van „a posteriori monitoring".
Als invaller sprak L. Engelken (CDN), de president van de Ameri
kaanse divisie van AM/FM. Op de GIS-markt in de USA zag hij het
geld als het belangrijkste implementatie-obstakel. Managers zou
men zo ver moeten krijgen, dat ze niet meer naar resultaten op korte
termijn kijken, maar oog krijgen voor totale levensduren!
Burstedde (D) had een geprofileerd verhaal met als thema „dat de
eigenlijke problemen in de organisatie liggen". De interdisciplinaire
aanpak bij de invoering van informatiesystemen kent projectdeel
nemers met verschillende doelen. Bij GIS-projecten moet men de
woningbouw als voorbeeld nemen: eerst een plan maken en bijvoor
beeld de kelder eerder plaatsen dan de dakkapel
M. Th. Sturm (PZEM, Middelburg) sprak in de slotsessie voor mana
gers, op welke sessie drukke mensen ook apart konden inschrijven.
Hij zette vraagtekens bij kosten/baten-analyses. Kleine systemen
88
NGT GEODESIA 91 - 2