Algemene conclusies ETS nr velden co ld Item ld Item ld Item ld Item ld Item ld Item Fig. 11. Record layout tabel van SUF-2. Recordtype 1 en 2 leggen definities vast voor het gehele (deel)bestand (DDR, Data Descriptive Record, gegevens- beschrijvende records). Overwogen zou moeten worden om record 1 dezelfde structuur te geven als de overige records; dat wil zeggen tien posities per veld, waarvan het karakter op de eerste positie de veldinhoud aangeeft. Voorts kunnen aan recordtype 1 entiteiten-, attributen- en domeindefinities worden toegevoegd, alsmede gegevens van de uitgever en de beheerder van het bestand. In het licht van de eisen die aan SUF-2 in de toekomst kunnen worden gesteld, is het noodzakelijk aandacht te schenken aan de mogelijkheid om in SUF-2 ook relaties uit te wisselen. Daarvoor kunnen bestaande relaties tus sen entiteiten worden beschouwd als entiteiten met een eigen identificatie. Bij elke occurrence van een entiteit kan dan deze identificatie worden vermeld en de eigen schappen van de relatie in een apart recordtype worden vermeld. Met SUF-2 kan de actuele situatie van een bestand wor den uitgewisseld. Vele gebruikers vragen echter om een continue bijhouding van hun geometrisch bestand. De bijhouding van een geometrisch bestand komt ook voor uitwisseling in aanmerking. SUF-2 zou dan ook zo moe ten worden aangepast, dat de ,,was/wordt"-gegevens kunnen worden uitgewisseld. Het gaat om occurrences van entiteiten die nieuw in het bestand zijn ingebracht en om wijzigingen van bestaande occurrences. De eerste kunnen in de uitwisseling worden toegevoegd zonder nadere aanduiding; voor de gewijzigde entiteiten moeten wijzigingen verwijzen naar de „bestaande" occurrences, zoals die in het bestand van de ontvanger voorkomen. Daartoe moet de verstrekker occurrences van entiteiten kunnen selecteren. Concluderend zou SUF-2 de volgende aanpassingen vereisen: recordtype 3 en 5 wijzigen in recordtype 10 en 11zo dat records 0 tot en met 9 alleen worden gebruikt voor gegevens die het gehele bestand betreffen; recordtype 2, 4 en 6 indelen bij respectievelijk 110 en 11; aan recordtype 1 de mogelijkheid toevoegen om ook de entiteitendefinitie, inclusief de attribuut- en domein definitie te kunnen uitwisselen, alsmede gegevens over de organisatie van de bestandsbeheerder en -uitgever; recordtype 1 in de algemene structuur brengen; de laatste twee karakters van elk record benutten om een nieuwe occurrence aan te geven (continuerings karakters); NAP toevoegen aan de metrische definitie in record type 1; ten behoeve van leidingen een D-veld definiëren, zo dat voor elk geometrisch gedefinieerd punt de diepte ten opzichte van het maaiveld kan worden uitgewis seld. Daarmee blijft het H-veld (hoogte van een object ten opzichte van het maaiveld) bestaan, terwijl het D- veld de diepte en het Z-veld de NAP-hoogte van elk punt van een object afzonderlijk weergeeft. NGT GEODESIA 91 - 2 In feite treft men in verschillende landen een norm aan voor de uitwisseling van geometrische gegevens, die vol doet aan de organisatie, de structuur en de wensen van de betreffende gebruikers. In het algemeen kan men concluderen dat: steeds meer landen overgaan op een bestaande of nieuw te ontwerpen standaard, zoals Australië, Cana da, Italië, Frankrijk, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, enz.; de moderne standaards zijn gebaseerd op ISO 8211 of EDIFACT en een onderliggend conceptueel gege- vensmodel hebben. Echter, ondanks het bestaan van een vaak relationeel gegevensmodel, worden bij de uitwisseling meestal de relationele gegevens gene geerd en de „kale" entiteiten geaccepteerd, waarna ze opnieuw in het eigen systeem worden gestructu reerd; in Europa een discussie gaande is om tot een Euro pese uitwisselingsstandaard te komen (zo dat al nodig is!). Daarbij wordt gedacht aan het gebruik van een bestaande (bijvoorbeeld DIGEST) of een nieuw te ont wikkelen standaard, waaraan de bestaande kunnen worden gekoppeld (fig. 12); SUF-2 de nodige aanpassingen behoeft, alvorens de huidige procedure bij het norminstituut wordt afge rond. Daarbij moet worden overwogen SUF-2 aan te passen aan de internationale ISO-normen (ISO 8211 of ISO 9735). Voorts moet ook aandacht worden ge schonken aan de noodzaak om ook relaties tussen entiteiten te kunnen uitwisselen. NTF NIEUW Digest VHS EBDS SUF-2 Fig. 12. Structuur van een Europese uitwisseling". Literatuur 1. Grotthenn, D., en W. Staufenbiel, Das Standarddatenformat zum Austausch kartografischer Daten. Nachrichten aus dem Karten- und Vermessungswesen, Reihe I, Heft 69, p. 25-48. 2. Een standaardformaat voor de uitwisseling van kartografische gegevens. Contactgroep Automatisering in de Kartografie. NGT Geodesia 1980 no. 10, p. 375-378, Kartografisch Tijdschrift jrg. IV, no. 2. 3. Spatial Data Transfer Standard. SDTS Technical Review Board, USGS, National mapping division, 510 National Center Reston VA, 1990. 4. National Transfer Standard, Release 1.1. Working party to pro duce a national standard for the transfer of digital map data. Ord nance Survey, 1989. 5. Ven, M. P. J. van de, Het topografisch/kartografisch informatie systeem ATKIS. NGT Geodesia 1990 no. 5, p. 206-210. 6. Osch, G. M. van, Mogelijkheden en onmogelijkheden van het gebruik van een landelijke vastgoedgegevensbank. NGT Geo desia 1988 no. 2, p. 62-67. 7. Standaard-Uitwisseiings-Formaat-2 gedefinieerd. RAVI-rapport no. 10. Apeldoorn 1989. 8. Koen, L. A., Normalisatie, een noodzaak. NGT Geodesia 1991 no. 1, p. 2-7. 9. Aalders, H. J. G. L., Gridgestructureerde VtSsen. NGT Geodesia 1991 no. 1, p. 16-19. 63

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1991 | | pagina 7