Er was eens
een landmeetkundige afdeling van de RIJP
Waar is hij gebleven?
bij de Grontmij door Theo Scheele, redacteur.
SUMMARY
The people in the privatisation of the RIJP
For three years the people of the „RIJP", a department of the Ministry of Transport and Public Works in
Lelystad, hoped to keep their job. Since then many things have changed. Still they are together in Lelystad
as members of a private concern called Grontmij. They told us all about the kind of work they are doing
now and the difference between then and now.
In 1987 vierde de afdeling Landmeetkundig Werk van de
Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders haar veertigjarig
bestaan. Het was feest. Het was goed geweest en het kon
nog heel lang goed blijven wat de RIJP-ers betrof.
Bleef het goed?
Veertig jaar lang hadden landmeetkundigen meegewerkt
aan de inrichting van de IJsselmeerpolders, waar vanaf
het eerste begin behoefte was aan landmeetkundige
ondersteuning. Die behoefte is er tot het laatste moment
gebleven.
Die landmeetkundige ondersteuning was eerst nodig bij
de inpoldering, later bij de totale inrichting. Daarbij
hoorde het ontwerpen en bouwen van hele steden, zoals
Lelystad, Almere en Dronten.
Alle gegevens over aard en ligging van aanwezige en te
realiseren objecten en voorzieningen werden door de af
deling berekend, gemeten, in kaart gebracht en opgesla
gen. Alle sloten, wegen en bospercelen werden door de
Dienst in het terrein uitgezet en de afdeling Landmeet
kundig Werk van de RIJP beschikte tenslotte over uiter
mate volledige, digitale gegevensbestanden.
,,De landmeters zijn veelal de eersten geweest die hun
voetstappen in de polders hebben neergezet",
schreef ir. J. C. de Koning (toen Hoofddirecteur a.i. van
de RIJP).
De eerste voetstappen.
64
Hebben ze er inmiddels hun laatste ook gezet?
De groei die de dienst heeft meegemaakt, zowel in taak
als in mensen en middelen, is zeer boeiend. Soms was de
groei explosief, bijvoorbeeld toen zij werd belast met de
ondersteuning bij de ontwikkeling van steden als Lelystad
en Almere. Veel jonge mensen werden toen aangetrok
ken. De dienst verhuisde van Zwolle naar Lelystad.
De apparatuur werd ook uitgebreid en gemoderniseerd.
Er werd gemeten met moderne, zelfregistrerende tachy-
meters; de kaartvervaardiging geschiedde geautomati
seerd. Een interactief grafisch systeem (Gradis 2000)
deed haar intrede en tenslotte werd een compleet ge
automatiseerd vastgoedsysteem vervaardigd van geheel
Flevoland.
En zo vierde deze landmeetkundige RIJP-afdeling in
1987 haar veertigjarig bestaan.
Maar de oorspronkelijke taak (het ondersteunen van de
inrichting van de Flevopolders) liep duidelijk ten einde.
Hoe keek men vier jaar geleden tegen de toekomst aan?
Zeer hoopvol. Het in 1987 uitgegeven herdenkingsboekje
besloot met de volgende toekomstverwachting:
„Duidelijk is dat de afdeling Landmeetkundig Werk nog jong
en vitaal is. Bijblijven in kennis, nieuwe taken aanvatten en
nieuwe ontwikkelingen gebruiken, leveren een afdeling op, die
ook in de toekomst haar plaats kan waarmaken".
Men dacht toen duidelijk aan een soort centrale dienst,
die werk zou kunnen verrichten voor alle overheids
diensten in Flevoland, zoals Kadaster, Rijkswaterstaat,
gemeenten, waterschap en nutsbedrijven.
Op naar Lelystad
Inmiddels is duidelijk geworden dat het allemaal heel
anders is gelopen. Ook dit RIJP-onderdeel moest worden
geprivatiseerd. Het landmeetkundig bureau van de RIJP
is niet meer.
NGT Geodesia ging een kijkje nemen in het „nieuwe
land", op zoek naar de verdwenen mensen. Ze waren er
nog bijna allemaal, en ze leefden nog steeds gelukkig. Ze
hebben alleen een andere pet op (of das om), die van de
Grontmij.
NGT GEODESIA 91 - 2