-- .y*
124
in een groot aantal gevallen moest voor het transport gebruik worden
gemaakt van paarden.
tegen, als nazaten van de oorspronkelijk op de bananen
plantages werkzame slaven, aan wie het verboden was
zich op de hoogvlakte te vestigen.
De officiële taal is Spaans, terwijl door de negerbevolking
ook Engels wordt gesproken. De invloed van de cultuur
van de VS is groot, zoals blijkt uit het stratenpatroon en
de aanwezigheid van restaurants als McDonalds en
Pizzahut.
Aanleiding tot het project
Het Kadaster heeft een samenwerkingsovereenkomst
gesloten met ILIS (International Land Information Ser
vices), een samenwerkingsverband van de Nederlandse
bedrijven RAET, Euroconsult en KLM Aerocarto, dat zich
richt op de opzet van kadastersystemen, belastingsyste
men, kaartvervaardiging, enz. in ontwikkelingslanden. In
opdracht van het Directoraat-Generaal Internationale
Samenwerking (DGIS) van het Ministerie van Ontwikke
lingssamenwerking is door ILIS een studie gemaakt ten
behoeve van de opzet van een kadaster voor geheel
Costa Rica, een project met een looptijd van 10 a 15 jaar.
Begonnen wordt met de kartering van de hoofdstad San
José en omgeving met behulp van fotogrammetrie, uit te
voeren door KLM Aerocarto. De daarbij noodzakelijke
paspunten zullen via polygonering worden bepaald uit
het landelijke net. De kwaliteit van de aanwezige grond
slag is echter slecht, zodat de Costaricaanse regering
heeft besloten het bestaande netwerk te vernieuwen.
De vernieuwing van dit netwerk en de verdichting ervan
in de omgeving van San José zijn door de Costaricaanse
regering uitbesteed aan KLM Aerocarto. Voor de uitvoe
ring van dit met GPS te meten project werd door KLM
Aerocarto een beroep gedaan op de afdeling Rijksdrie
hoeksmeting van het Kadaster voor de voor de uitvoering
noodzakelijke ondersteuning.
Voorbereiding
Het eerste overleg met KLM Aerocarto werd gevoerd in
november 1989, waarbij al snel werd besloten eerst een
bezoek aan het land te brengen om een indruk te krijgen
van de omstandigheden. Daarbij zou worden getracht
een aantal testmetingen uit te voeren om te bezien hoe
de apparatuur zich onder die omstandigheden zou hou
den. Vervolgens werden bij de afdeling Rijksdriehoeks
meting de medewerkers benaderd, die mogelijk in aan
merking zouden komen voor dit project. Mijn oorspronke
lijke vrees dat er misschien te weinig vrijwilligers te
vinden zouden zijn, bleek onterecht. Integendeel, hoe
moeilijker ik het project afschilderde, des te enthousiaster
men werd.
Er moest helaas worden geselecteerd, waarna de uit
verkoren medewerkers een vaccinatieprogramma
moesten doorlopen (typhus, geelzucht, enz.). Voor de
zekerheid werd een medewerker als reserve aange
wezen, die eveneens het vaccinatieprogramma doorliep,
om in geval van het uitvallen van één van ons, in zijn
plaats naar Costa Rica af te kunnen reizen. Ondertussen
werd de GPS-uitrusting nagekeken, werd een oplossing
bedacht voor de stroomvoorziening, werden aansluitin
gen identiek gemaakt en antennekabels van nieuwe ste
vige aansluitingen voorzien. De apparatuur zou moeten
blijven werken onder de meest extreme omstandigheden!
Een bezwarende omstandigheid was het feit, dat net in
die tijd onze TRIMBLE 4000SX GPS-ontvangers werden
omgebouwd om de ontvangst van de door de nieuwe
blok II satellieten uitgezonden signalen te kunnen ont
vangen en dat onze beide twee-frequentie 4000SLD-
ontvangers werden voorzien van nieuwe elektronika om
het zwakkere L2 signaal beter te kunnen registreren.
Voor de uit te voeren testmetingen werden twee, reeds
omgebouwde SX-ontvangers naar Costa Rica verstuurd
en werd door een ieder getracht nog de nodige kennis
van het Spaans op te doen.
Vervolgens is van 13 t/m 22 december 1989 een oriënte
rend bezoek gebracht aan Costa Rica. Tijdens dit bezoek
werd met de Comisión Asesora de Catastro (een soort
commissie van toezicht op het Kadaster) overlegd over de
wijze van uitvoering van het project. Op een aantal pun
ten zou namelijk worden afgeweken van het zogenaamde
technical bid (de technische beschrijving bij de offerte).
Zo werd bijvoorbeeld voorgesteld de waarneming van de
meteogegevens niet ieder half uur te laten plaatsvinden,
maar alleen aan het begin en eind van iedere meetsessie.
Mijn voorstel om alle meteowaarnemingen maar te ver
geten, haalde het echter niet.
De betreffende commissie werd bijgestaan door prof.
Niemeier, hoogleraar aan de universiteit van Hannover,
en tijdelijk verbonden aan de nationale universiteit in
Heredia. Met hem werd overleg gepleegd met betrekking
tot het eventueel op elkaar afstemmen van de geplande
GPS-projecten, enerzijds het door ons uit te voeren
kadasterproject, anderzijds het met apparatuur van het
Niedersachsisches Landesvermessungsamt te meten
project ten behoeve van de meting van tectonische be
wegingen. Dit laatste project zou ongeveer in dezelfde
periode worden uitgevoerd als het kadasterproject. Om
dat bovendien een aantal punten identiek was, was het
niet ondenkbaar dat twee meetploegen tegelijkertijd bij
hetzelfde punt zouden verschijnen, met alle problemen
van dien. Integratie van beide projecten bleek niet moge
lijk; wel werd afgesproken dat met het ontwerpen van het
meetschema met elkaar rekening zou worden gehouden
en dat in het geval van samenkomen op hetzelfde punt
het meest moderne instrument voorrang zou krijgen en
dat de geregistreerde gegevens beschikbaar zouden zijn
voor de andere partij.
NGT GEODESIA 91 - 3