zowel aan te sluiten aan de accu als aan de generator, de Gridcase te laten werken op de accu en door een „knoop" te leggen in het snoer naar de generator. Ik heb nooit helemaal begrepen waarom, maar het werkte! Raadselachtig was ook, dat op een bepaald moment het uitlezen van de SL-ontvanger met behulp van een Grid case-computer wel weer mogelijk was. Op 28 februari kon het oorspronkelijk geplande meet- schema weer worden hervat. Dit was ook de dag waarop op het punt Puntarenas Base Sur de in Costa Rica ver vaardigde signaalmast moest worden opgezet. De ont worpen constructie bleek te werken en de metingen van die nacht verliepen goed, hoewel het wel enige discipline vereiste het carnaval in Puntarenas te verlaten om tijdig de metingen op te starten. Het was voor mij ook een nacht, dat ik mocht „genieten" van het slapen in de tent, met op enige afstand een zoemende generator. Het wassen de volgende morgen bij een kraantje boven de drinkbak van de koeien was ook weer wat anders dan de gebruikelijke douche in het appartement te San José. Werd ik 's morgens in Puntarenas gewekt door rond de tent grazende koeien, op Brujo werd de waarnemer 's morgens al vroeg gewekt door krijsende apen, die de vreemde indringers nauwlettend in de gaten hielden. De dag daarop kon de SLD-ontvanger op het afgesproken punt worden uitgelezen en keerde ik zelf weer terug naar San José. De metingen werden voortgezet in noordwestelijke rich ting waar de meetploegen Guanacaste introkken, het wat kalere, droge deel van Costa Rica, waar veel aan veeteelt wordt gedaan. De afstand tot San José werd nu ook groter, zodat de radioverbinding via een naar Guanacaste overgebrachte „repeater" moest lopen. Bij één van de punten bleek men bij aankomst op de verkeerde top te staan, maar de paarden stonden tenminste op de goede plaatsen en op de juiste tijd klaar. Op 3 maart werd het meest noordelijke punt La Cruz bereikt, waar het 's nachts hevig stormde, maar de metin gen verliepen opnieuw zonder noemenswaardige proble men. Wel ging er bij het transport naar Upala wat mis. Een paard was tijdens de beklimming gevallen en op zijn rug tussen de met de macheta gekapte bomen terechtge komen. Gelukkig heeft dit voor het paard geen nadelige gevolgen gehad, maar de tentstokken, de pannen en het bestek waren enigszins van vorm veranderd. Het project liep echter en er ontstond tijd iets te doen aan de voorbereiding van een GPS-cursus. De opdrachtgever bleek namelijk onder „the transfer of a reasonable amount of knowledge" duidelijk meer te verstaan dan het over de schouder willen meekijken, zoals mij was voor gehouden in de voorbereidende besprekingen. De metingen verplaatsten zich geleidelijk aan meer naar het oosten in de richting van de Caraïbische kust. Dit ge deelte is erg vochtig en gedurende een groot deel van het jaar, het zogenaamde regenseizoen, moeilijk te bereiken. Door de opgelopen vertraging waren wij al gevaarlijk dicht bij dit regenseizoen gekomen. De grootste proble men werden nu niet veroorzaakt door het als scheer messen zo scherpe gras of door stekende muggen die ondanks de in ruime mate ingenomen vitamine B het Hollandse bloed een lekkernij bleven vinden of de bijten de mieren, die variatie in hun dieet wilden aanbrengen, maar door de toestand van de wegen. Op weg naar het punt La Paz dreigde de auto de afgrond in te glijden. De 128 wagen werd uitgepakt en er werd gewacht op de komst van de ossekar, die bedoeld was voor het transport over het laatste stuk. De ossen bleken gelukkig geen moeite te hebben de auto weer op de weg te trekken. De weg naar het punt Negro was op bepaalde plaatsen overstroomd en de paarden moesten tot aan hun buik door het water. Het punt Cavallon werd zonder problemen bereikt, maar 's nachts begon het stevig te regenen, zodat werd ge vreesd dat we slechts met moeite weer zouden kunnen wegkomen. Er werden ossen geregeld om de auto er eventueel uit te trekken. Na een dag hield de regen gelukkig op en kon de wagen op eigen kracht naar het volgende punt. We waren ondertussen aangekomen bij het meest noord oostelijk gelegen punt, Vogue. Dit op een heuveltop in het natuurpark Tortuguero gelegen punt was over land slechts via een omweg te bereiken; eerst met de auto naar Limón en vandaar met een snelle boot gedurende een vier uur durende tocht naar Tortuguero. Besloten werd omwille van de tijd gebruik te maken van een lucht taxi, een vliegtuigje dat op de landingsstrip van Tortu guero kon landen. Voorafgaand aan het vertrek naar Vogue werd de SLD- ontvanger uitgelezen, zodat het gehele interne geheugen beschikbaar was voor de volgens planning gedurende vier dagen op dit punt uit te voeren metingen. De eerste twee nachten verliepen de metingen probleem loos. Het geheugengebruik was echter groter dan ver wacht, zoals mij telefonisch werd meegedeeld. Daarop werd besloten de volgende dag naar Vogue te gaan om de ontvanger uit te lezen. De reis ging weer met een vliegtuigje, dat vanaf het vlieg veld in San José in cirkels vliegend hoogte moest verkrij gen om over de bergketens heen te kunnen komen. In plaats van een schitterend uitzicht op de vulkanen, waar op ik had gehoopt, moest het grootste gedeelte door de wolken worden gevlogen. Nadat mij was verteld dat net een maand daarvoor een vliegtuig te pletter was gevlo gen tegen de bergen, omdat de navigatie-instrumenten niet goed hadden gewerkt, voelde ik toch iets van op luchting toen we weer gingen zakken en onder de wolken het tropische regenwoud aan de Caraïbische kust tevoor schijn kwam. Bij Tortuguero aankomend vloog de piloot op mijn ver zoek nog een keer over de top van de heuvel, waarop de tent met GPS-antenne zichtbaar was. Na de landing werden we met een snelle boot naar de voet van de heu vel gebracht, waar we werden opgewacht door onze man, Het uitlezen van de GPS-gegevens op het punt Vogue. NGT GEODESIA 91 3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1991 | | pagina 20