Het statief wordt gecentreerd boven het meetpunt aan de rand van
de krater van de vulkaan ,,lrazu".
die ons tevens liet kennismaken met het gezin dat voor
hun eten zorgde. We kregen direct koffie aangeboden
met overheerlijke eierkoeken, waar ook de kippen dol op
bleken te zijn. Zitten op een bankje op de „veranda van
een blikken keet" temidden van de palmbomen, met op
enige afstand de branding van de Caraïbische Zee, komt
dan wel wat onwezenlijk over. We moesten echter de
berg op. Gelukkig werd de computer gedragen door onze
Costaricaanse helper, zodat ik mijn handen vrij had om
mij soms aan de boomwortels omhoog te hijsen over een
pad dat door de regen spekglad was geworden. Na een
half uur stevig doorklimmen werd de top bereikt, waar de
tent net bleek te kunnen staan. Aan beide zijden was een
afgrond van ongeveer tachtig meter.
Na het uitlezen van de ontvanger kon de terugreis worden
aanvaard. De tocht omlaag bleek lastiger dan omhoog en
ik probeerde te vergeten dat langs dit pad de complete
uitrusting weer naar beneden moest. In de loop van de
middag kwam ik weer in de hoofdstad San José aan en
kon mij iets meer een beeld vormen van de omstandig
heden, waaronder moest worden gewerkt.
De daaropvolgende nacht werd ik nog een keer door de
Costaricaanse waarnemer op het kadasterkantoor uit
mijn bed gebeld. Hij had over de radio doorgekregen, dat
er problemen waren. Bij aankomst bij het kadasterge
bouw bleek de portier aan de poort kennelijk in diepe
slaap verzonken, want op mijn lichtsignalen en na hevig
claxoneren kwam hij niet zoals gebruikelijk het hek ope
nen. Ik moest echter naar de radio! Er bleef niets anders
over dan maar over het hek te klimmen en zo snel moge
lijk in het licht te komen voor de ingang van het gebouw,
want ik kon niet voorspellen hoe een gewapende bewaker
zou reageren op een in het donker rennende Hollander.
De portier van het gebouw schrok wel even, toen hij mij
onaangekondigd voor zich zag opduiken; ik kon echter
naar binnen. Via de radio vernam ik vervolgens, dat de
ontvangst van de satellietsignalen op Vogue niet naar
wens was verlopen, vermoedelijk als gevolg van het hevi
ge onweer, waardoor de gegevens van de tweede meet-
sessie onbruikbaar leken.
Omdat de gegevens van de vorige nacht ook al enigszins
verdacht waren gebleken, werd besloten het meetpro
gramma voor die nacht de volgende nacht te herhalen,
vooral ook omdat nog een aantal andere, moeilijk toe
gankelijke punten werden bezet.
Daaronder was het punt Uva, gelegen op een eilandje
NGT GEODESIA 91 - 3
voor de kust van Limón. Het transport erheen ging met
een vissersboot; voor het laatste gedeelte moesten de
spullen echter worden overgeladen in een kleinere boot,
waarmee surfend op de toppen van de golven de koraal
riffen konden worden gepasseerd.
En verder niet te vergeten het punt Silencio. Over dit punt
was al geruime tijd met het nodige ontzag gesproken.
Men was twee maanden bezig geweest een pad te maken
om de bergtop voor paarden bereikbaar te maken. Door
de regen was het pad echter slecht begaanbaar gewor
den, zodat de zes uur durende beklimming meer op een
wadlooptocht leek, maar dan steil omhoog. Halverwege
de beklimming struikelde bovendien het paard dat de
GPS-ontvanger en de generator op zijn rug had, gleed
van het pad, ongeveer zestig meter langs de helling om
laag, om vervolgens in een vijftien meter diep ravijn te
verdwijnen. Tijdens de glijpartij langs de helling bleef het
draagstel achter een boom steken en daarmee werden,
zoals zou blijken, de GPS-ontvanger en de generator
gered. Het paard dat twee dagen later uit het ravijn kon
worden gehaald, bleek er slechter aan toe te zijn. Het dier
moest helaas uit zijn lijden worden verlost. Na dit incident
werden de spullen van de paarden gehaald, waarna het
hoogst noodzakelijke vervolgens op de rug verder om
hoog werd gebracht. Dit betekende wel, dat onder andere
slechts een beperkte hoeveelheid drinkwater en
brandstof voor de generator kon worden meegenomen.
Door het regenwater via het tentdak op te vangen, kon in
de behoefte aan drinkwater worden voorzien. Toen ech
ter nog een dag langer moest worden gemeten, moest er
wel extra benzine de berg op worden gebracht.
De metingen verplaatsten zich daarna in zuidelijke rich
ting, waar onder andere het meetpunt Chirt moest worden
bezet. Dit hield wel een verplaatsing in van Uvita naar
Chin en dat in één dag. Hemelsbreed is dit slechts een
afstand van iets meer dan zestig km. Daartoe moest
's morgens al heel vroeg worden begonnen aan de af
daling bij Uvita, zodat men om twaalf uur 's middags kon
beginnen aan de vier uur durende voettocht naar Chin,
die daardoor werd afgelegd op het heetst van de dag. Het
verlaten van het punt Uva was nog even kritiek, doordat
er een storm opstak, zodat het eiland niet meer per boot
bereikbaar was. De storm ging gelukkig bijtijds liggen.
We naderden Panama; het eind kwam in zicht. De Ame
rikanen besloten echter wijzigingen aan te brengen in de
posities van hun satellieten, zodat daardoor weer metin
gen de mist ingingen. Tenslotte moest het meest zuide
lijke gedeelte van het net nog worden gemeten. Daartoe
moest onder andere een ploeg naar het punt Mel/iza op
Panamees grondgebied en een ploeg naar het beruchte
punt Osa. Dit laatste meetpunt op het gelijknamige
schiereiland is gelegen in een gebied dat door zijn slech
te bereikbaarheid een voorliefde heeft van al diegenen
die om welke reden dan ook buiten het bereik van de
Costaricaanse politie willen blijven. Ter beveiliging van
de meetploeg werd daarom 's nachts een gewapende
bewaker op wacht gezet. Er bleek helaas geen ruimte om
de tent op te zetten, zodat met behulp van de macheta uit
een aantal takken en bananebladeren een provisorisch
afdak moest worden gemaakt, waaronder de waarnemer
beschutting kon vinden. Het gevolg hiervan was wel, dat
er 's nachts een schorpioen vanaf dit bladerdak op het
gezicht van onze waarnemer terechtkwam. Hij bleef ge
lukkig kalm, wist de schorpioen van zijn gezicht te slaan,
om vervolgens met zijn macheta het beest te veranderen
in, zoals hij later zei: „Schorpi-Oen". Hij vertelde mij
129