berichten
MINI-SYMPOSIUM NGL TE UTRECHT
De NGL rayoncommissie Utrecht organiseert voor dinsdag 23 april
1991 een mini-symposium in het Jaarbeurscongrescentrum te
Utrecht. De bijeenkomst begint, in afwijking van de gebruikelijke
aanvangstijd van rayonbijeenkomsten, om 19.30 uur. Vanaf 19.00
uur is de zaal open, waarbij u de gelegenheid wordt geboden een
kop koffie te drinken.
Het onderwerp van het mini-symposium luidt: ,,De samenhang tus
sen VIS- en GIS-systemen."
Steeds meer organisaties die in het verleden gebruik maakten van
analoge kaarten, krijgen de beschikking over een geautomatiseerd
informatiesysteem, waarvan een digitaal kaartbestand onderdeel uit
maakt. Dikwijls is binnen een organisatie een grootschalig vastgoed
informatiesysteem (VIS) opgebouwd vanuit een afdeling landmeten.
Wanneer dit eenmaal aanwezig is, worden aan het systeem ook an
dere functies gevraagd, meer in de sfeer van de functionaliteit van
een geografisch informatiesysteem (GIS). Hierbij kan met name wor
den gedacht aan ruimtelijke analysefuncties. De vraag hierbij is, wel
ke GIS-functies vanuit een VIS als basis kunnen worden beantwoord.
In een aantal andere gevallen wil een organisatie ruimtelijke analy
ses uitvoeren en gaat op zoek naar een geschikt geografisch infor
matiesysteem. Een hierbij opkomende vraag is hoe gedetailleerd de
invoer van ruimtelijke informatie moet zijn. Met andere woorden, de
vraag rijst waar zich de grens tussen een GIS en een VIS bevindt.
In dit mini-symposium komen de volgende onderwerpen aan de
orde:
- het verschil tussen GIS en VIS, door ir. H.J.G.L. Aalders;
- GIS-toepassingen bij de Landinrichtingsdienst, door H.A.L.J. Voet;
- VIS-toepassingen bij een gemeente, door J.A.M. Hop.
Na de inleidingen bestaat de gelegenheid tot discussie.
De NGL rayoncommissie Utrecht.
REORGANISATIE DEVENTER
Per 1 januari 1991 is de afdeling Landmeten van de gemeente
Deventer ingedeeld bij de nieuwe gemeentelijke dienst DSO (Dienst
Stedelijke Ontwikkeling). Directeur: mevr. H. J. Wijsenbeek-Doorn
bosch.
Deze dienst is onderverdeeld in een aantal sectoren. Landmeten valt
onder de sector Vastgoed. Sectorhoofd: W. Lijzenga.
De nieuwe naam van de afdeling luidt: Afdeling Landmeten en
Kadaster. Afdelingshoofd: H. H. J. Lubberding.
Adres: T. C. Gibsonstraat 39, 7411 RP Deventer, telefoon 05700-
11911.
NEGEN WERKSTATIONS VOOR OCEONICS
Oceonics Intersite BV heeft negen HP 9000 model 400t werkstations,
draaiende onder HP Basic-UX, aangeschaft.
De 400t werkstations zullen samen met veel HP 9000 computers van
het model 310 met 33 MHz TURBO kaart, worden gebruikt voor het
Zeepipe-project. Dit project beoogt de constructie van een pijpleiding
met de grootste lengte en diameter in de Noordzee, lopend vanaf
Sleipner naar Zeebrugge.
De modellen 310 zullen voorzien in alle gegevens die nodig zijn voor
de positionering, het hydrografisch en ROV-onderzoek om de pijp
leiding te leggen en in te graven. De programmatuur die hierbij wordt
gebruikt, is het door Oceonics Intersite zelf ontwikkelde navigatie
systeem Interplot 300.
De modellen 400t zorgen voor de gegevensverwerking en produktie
van eindrapporten, tekeningen, enz.
Inlichtingen: Seatronics BV, telefoon 023-314192.
GRONTMIJ
Het advies- en ingenieursbureau Grontmij wil de ingenieursbureaus
Bravenboer Scheers Holding (500 medewerkers) en IHN Holding
(350 man personeel) overnemen.
Grontmij, een op de parallelmarkt van de Amsterdamse effecten
beurs genoteerde onderneming, heeft haar hoofdkantoor in De Bilt.
Verder is er in elke provincie een vestiging. Grontmij heeft ongeveer
1450 medewerkers. Er zijn dochtermaatschappijen in België, Duits
land en Engeland.
(Uit: Algemeen Dagblad, 30 januari 1991)
NGT GEODESIA 91 - 3
UIT DE NIEUWJAARSTOESPRAKEN 1991
Na een onderbreking in 1990 wordt de traditie weer opgepakt om
aandacht te besteden aan de nieuwjaarstoespraken van de grootste
geodetische rijksdiensten en van de Delftse faculteit der Geodesie.
Bij de diensten stond het bedrijfseconomische aspect opmerkelijk
centraal. Is er bij het Rijk of bij de drie betrokken ministeries (respec
tievelijk VROM, V W en Defensie) een cultuurverandering gaande?
Werk is er bij alle drie de diensten meer dan genoeg, maar aanvul
lende middelen zijn overal nodigl
De waarnemend hoofddirecteur van het Kadaster, mr. J. W. J. Bese-
mer, hield een toespraak onder het motto ,,Niet pessimistisch on
danks grote problemen". Hij memoreerde, dat de inkomsten daalden
door de dalende onroerend-goedmarkt en dat het Kadaster daar ade
quaat op dient te reageren. ,,Dat mag soms vervelend zijn, het is niet
anders. Zoals bekend, heeft deze situatie de heer Remijnse genood
zaakt zich te bezinnen op zijn positie binnen de Dienst. Dit heeft er
uiteindelijk toe geleid, dat hij in overleg met de departementsleiding
heeft besloten zijn functie a/s hoofddirecteur neer te leggen zo ver
klaarde de heer Besemer mede zijn optreden als waarnemer.
Vanwege de eis van kostendekkendheid kan het Kadaster geen
beroep doen op de algemene middelen. Voor 1991 is de begroting
sluitend gemaakt door onder andere sterke temporisering van de
GBKN-vervaardiging en stopzetten van uitbesteding van de kaart-
vernieuwing. Om het Kadaster structureel verder te brengen, zal een
„ondernemingsplan" worden ontwikkeld. Dat plan moet ertoe bij
dragen, dat de slechte vermogenspositie van de Dienst de komende
vijfjaar aanmerkelijk verbetert om niet in een oeverloos proces van
pappen en nathouden te komen, zeker in het licht van een eventuele
verzelfstandiging van de Dienst".
De heer Besemer deed een beroep op het management om de vele
ideeën van het personeel boven water te brengen en zo samen het
Kadaster overeind te houden.
Bij de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat (MD) werd de
nieuwjaarstoespraak gehouden door de nieuwe hoofdingenieur
directeur, ir. M. J. Olierook. Opmerkelijk is, dat de laatste vier jaren
telkens een ander hoofd van dienst de toespraak hield (1988: ir. R.
Vellema, 1989: ir. L. C. Vos waarnemer, 1990: ir. H. Prins en nu
dus ir. M. J. Olierook.) Voor de tweede maal werd de toespraak ge
houden tijdens een bijeenkomst in de Delftse Sionskerk, waarvoor
alle medewerkers ongeacht hun standplaats werden uitge
nodigd.
De heer Olierook haalde aan, dat het personeelsbudget van de MD
in 1990 24,5 miljoen gulden bedroeg en dat de MD in totaal ongeveer
60 miljoen gulden kostte. Het afleggen van een volledige verantwoor
ding van hetgeen als tegenprestatie is geleverd, leek te ver gaan en
bleek bovendien (nog) niet zo eenvoudig te zijn. Een aantal presta
ties werd wel gememoreerd. Als eerste werd genoemd de aflevering
van het complete, digitaal topografische bestand van de Luchthaven
Schiphol (aan de NV met die naam). Een aantal grote DTM-
opdrachten in Noord-Holland werd voltooid. Deformatiemetingen
werden uitgevoerd in verband met de aanleg van de Willemsspoor
tunnel. De MD was verder betrokken bij het afzinken van de tunnel
onder de Noord. In 1990 werd een begin gemaakt met de onder
steuning van het Directoraat-Generaal voor het Vervoer op het ge
bied van de telematica. ,,Een speciaal voertuig uitgerust met allerlei
toeters en bellen kwam beschikbaar", aldus de heer Olierook over
de testauto voor voertuignavigatie met diverse plaatsbepalingssyste
men.
135