De cursus zal worden gegeven in de aula van het Teylers Museum
te Haarlem op drie dinsdagavonden, van 20.00 tot uiterlijk 23.00 uur.
De data zijn: 26 maart, 9 april en 23 april.
Programma
26 maart 1991
1. drs. M. Kok, medewerkster Nederlands Instituut voor Architec
tuur en Stedebouw te Amsterdam: Kaartmateriaal uit de pre-
kadaster periode.
2. drs. W. J. van den Berg: Het „historisch kadaster" van Alkmaar
en Egmond.
9 april 1991
3. C. R. Schoute, streekarchivaris van de Krimpenerwaard: Het
project kadastrale atlas van Schoonhoven.
4. dr. J. J. J. M. Beenakker, medewerker Instituut voor Sociale geo
grafie van de Universiteit van Amsterdam: Het gebruik van
(kadaster)kaarten voor historisch-geografisch onderzoek naar
landschap en nederzettingen.
23 april 1991
5. drs. C. J. Zandvliet, hoofd afdeling Kaarten en Tekeningen van
het Algemeen Rijksarchief te Den Haag: Topografische en the
matische kaarten en het Kadaster.
6. drs. H. J. H. A. G. Metselaars, hoofd externe dienstverlening van
het Rijksarchief in Noord-Holland te Haarlem: Wat is er aan
kadastraal materiaal bij de Rijksarchiefdienst te vinden?
De kosten voor deelname bedragen f 20,per persoon. Aanmel
ding kan geschieden door overmaking van dit bedrag op giroreke
ning 33.91.21 t.n.v. Hist. Ver. Holland te Haarlem onder vermelding
van „cursus 1991".
JAARVERSLAG 1989 TU DELFT
Een lijvig (57 pagina's beslaand) keurig boekwerk vol interessante in
formatie over de Delftse universiteit, fraai geïllustreerd door Pieter
Colijn en Xhoa Ling.
Inleidende artikeltjes geven een algemene visie op de onderdelen
onderwijs, onderzoek en maatschappelijke dienstverlening. In de
volgende hoofdstukken is dit nader uitgewerkt en passeren de ver
schillende faculteiten, de onderzoeksinstituten en -centra, alsmede
de diensten de revue. Tenslotte is nog een deel opgenomen, dat de
benaming „TU Delft in cijfers" meekreeg en overzichten geeft van
studerenden en werkenden in en aan dit instituut.
Onderwijs
De instroom eerstejaarsstudenten heeft in 1988 zijn top bereikt en
ligt in 1989 twee procent lager (3057). Stijging deed zich vooral voor
bij Werktuigbouwkunde; daling komt voor bij Civiele Techniek, Tech
nische Natuurkunde en Informatica. Vermeld is, dat in 1989 de deel
tijdopleiding informatica van start is gegaan.
Een grote zorg van de TU is nog steeds de trage doorstroom door
het eerste-fase curriculum. Een werkgroep heeft inmiddels ontdekt,
dat niet de kwaliteit van de ingestroomden dan wel de (invulling en
organisatie van) de onderwijsprogramma's daarvan de oorzaak zou
den zijn.
Onderzoek
Onderzoek heeft in Delft een fundamenteel en technisch-weten-
schappelijk karakter en wordt met name verricht in die gebieden,
waarop de TU Delft vanuit eigen historie excelleert. Genoemd wor
den de onderzoeksthema's procestechnologie, telecommunicatie,
verkeer en vervoer en micro-elektronika.
Vermeldenswaard wordt geacht, dat het aantal promoties de laatste
jaren is vergroot tot 87 per jaar (kleine daling in 1989 ten opzichte
van 1988); voor de komende vier jaar wordt een aanzienlijke stijging
voorzien.
Een negatief feit is de krapper wordende geldstroom, waardoor het
onderzoek onder grote druk is gekomen. Hierdoor is een her
bezinning op het takenpakket nodig.
Maatschappelijke dienstverlening
De centrale ondersteuning voor de derde geldstroom (in de vorm van
een Liaison Office) is verder uitgewerkt, hetgeen heeft geresulteerd
in het afsluiten van een aantal raamcontracten met externe subsidie
gevers. Met de Europese Commissie is overeengekomen, dat de TU
Delft op basis van de volle kostprijs aan Europese projecten deel
neemt, waarmee de TU Delft de eerste universiteit van Europa is, die
aan de scherpe voorwaarden van die commissie voldoet.
Faculteiten
Van de twaalf faculteiten is over geodesie vermeld, dat een structure
le herbezinning heeft plaatsgevonden omtrent het leerstoelenplan,
het onderwijsprogramma, het onderzoeksbeleid, het automatise
ringsbeleid en de organisatie.
In 1989 had men echter met ingrijpende bezuinigingen te maken,
waardoor voorrang werd gegeven aan de „personeelsinkrimping
zonder gedwongen ontslagen". De concretisering en realisering van
de structurele herbezinning moeten daarom doorschuiven naar
1990.
Het onderzoeksprogramma is nu gericht op aardgericht ruimte
onderzoek, geodetische puntsbepalingssystemen en beleidsinstru
mentarium onroerend goed.
Geconstateerd moet echter worden, dat de eerste geldstroom
onvoldoende basis biedt voor fundamenteel onderzoek, waardoor de
tweede en derde geldstroom belangrijker worden.
In 1989 stond het onderzoek naar de satelliet als hulpmiddel
centraal. Trots vermeldt het verslag dat satelliet-ontvangers momen
teel tot op de centimeter nauwkeurig posities kunnen meten over
honderd kilometer.
In het onderwijs werd begonnen met herprogrammering van het
studieprogramma, waarbij wordt gestreefd naar handhaving van het
relatief hoge studierendement van de opleiding tot geodetisch
ingenieur (65 a 70 procent). Na de herprogrammering moet het
programma gaan bestaan uit twee jaar basisstudie en twee jaar
eindstudie.
Geconstateerd wordt, dat de vraag naar geodeten door de
beroepspraktijk onverminderd groot is en dat daarom een actief voor
lichtingsbeleid zal worden gevoerd onder middelbare scholieren.
Een stabiele instroom van 40 studenten is gewenst.
Tenslotte worden over deze faculteit nog vermeld de voortgang met
geografische informatiesystemen (en de rol van de fotogrammetrie
hierbij) en het GPS.
De cijfermatige onderbouwingen in het tweede deel van het jaar
verslag tonen een studententotaal van 11 886 (1 december 1989),
waarvan 3057 eerstejaars. (In de geodesie respectievelijk 162 en 38).
De personele bezetting die nodig is om alles goed te laten verlopen,
blijkt 4124 te bedragen.
Het verslag kan worden aangevraagd bij de Dienst In- en Externe
Communicatie van de TU, Postbus 5048, 2600 GA Delft.
GIS-OPLEIDING VIA HET ARBEIDSBUREAU DELFT
Op de arbeidsmarkt is een tekort aan personeel dat kan omgaan met
geo-informatiesystemen. Vandaar dat het arbeidsbureau te Delft het
initiatief heeft genomen voor een dergelijke opleiding.
Deze opleiding startte op 25 februari 1991, duurt tien maanden en
kent een stageperiode van vier maanden (juli-oktober). Voor deze
opleiding zijn vijftien cursisten gerecruteerd uit een groep werk
zoekende ingenieurs op HBO/academisch niveau, die bijgeschoold
gaan worden in GIS.
Organisaties die zich oriënteren op GIS of daar al enige tijd mee
werken, kunnen een stagiair van deze opleiding tijdelijk voor de
stageduur, of na de opleiding, in dienst nemen. De opleiding wordt
verzorgd door Bureau Nieuwland uit Wageningen.
Indien u op basis van deze informatie uitgebreider geïnformeerd wilt
worden over de mogelijkheden van GIS of het aantrekken van een
stagiair, kunt u informatie inwinnen bij de heer Rijnja van het
Arbeidsbureau, telefoon 015-693131.
SPOT 2
Voor de vijfendertigste keer werd met succes een Ariane gelanceerd
door Arianespace, het Europese lanceerbedrijf. De lancering om
vatte de Franse Spot 2 aardobservatiesatelliet en zes „lifters": vier
Microsat radio-amateursatellieten en twee wetenschappelijke Uosat-
satellieten. Spot 2 is in een heliosynchrone baan gebracht en moet
Spot 1 aflossen, die na vier jaar trouwe dienst aan een welverdiende
rust toe is.
138
NGT GEODESIA 91 - 3