dan met een eigen bijdrage van 20-50% zowel nationaal voor overheid en bedrijfsleven als internationaal naar ontwikkelings landen plaatsvinden. In tegenstelling tot NRSP-1 zal NRSP-2 zich dus meer richten op operationele in plaats van experimentele systemen. Bovendien zal meer geld worden besteed aan voorlichting en onderwijs, met name gericht op VWO en HBO. Op de studiemiddag kwamen vervolgens de vier hoofdonderzoekthe ma's aan de orde: 1. meteorologie en oceanografie; 2. getijde- en binnenwateren; 3. landinrichting, land- of bosbouw en natuurbeheer; 4. klimaat- en milieu-onderzoek. Prof. dr. J. Oerlemans (RU Utrecht) belichtte thema 1, als „niet RS- man", zoals hij zei. Voor zijn vakgebied zag hij als belangrijkste voor deel van satellietmethoden de goede ruimtelijke bedekking. Als voor beeld noemde hij het bepalen van de massabalans van de Groen- landse ijskap, waar modellen, ground-truth" en satellietmetingen voor oppervlakteparameters moeten leiden tot een voorspelling van zeespiegelrijzing. Ten aanzien van thema 2 noemde dr. R. Allewijn (Meetkundige Dienst RWS) het voor de RS van bijzonder belang nu niet langer techniek-georiënteerd, maar probleem-georiënteerd te werken, zo dat een betere aansluiting op het (overheids)beleid mogelijk is. Als voorbeelden werden genoemd: oliebestrijding op de Noordzee, kustafslag, metingen zwevende stof ten behoeve van waterbeheer, geomorfologie en verlandingsproces van moerassen. Voor al deze beleidsvelden stond hij een integrale aanpak voor: RS-metingen én in situ metingen moeten te zamen met (fysische) modellen worden gecombineerd om met GIS en kennistechnologie te leiden tot beleid sadviezen op het juiste abstractieniveau. Prof. dr. ir. R. A. Feddes (LU Wageningen) gaf voor thema 3 een uit puttend overzicht van (mogelijke) toepassingen van RS: landin richting en waterhuishouding, vitaliteit bossen, irrigatie en waterbe heer, gewasinventarisatie en opbrengstverwachting, beheer tropisch regenwoud, enz. Ook in deze sector was de combinatie van RS- modellen en GIS van cruciaal belang. Voor het klimaat- en milieu-onderzoek sprak het Ministerie van VROM in de persoon van dr. ir. P. Vellinga. VROM is een relatief nieuwe deelnemer in het NRSP, omdat daar altijd het idee leefde dat het NRSP vooral een technologisch gedreven programma was. Nu wilde VROM (7% kosten gedragen door RPD, 13% door Kadaster en 80% door het Directoraat-Generaal Milieu) toch graag meedoen, vooral om te onderzoeken hoe mondiale (milieu)problemen zich ver houden tot wat men hier in Nederland regionaal en zelfs lokaal meet. Drie onderwerpen waren voor VROM van speciaal belang: atmosfeer-onderzoek, emissie-onderzoek en verificatie grondge bruik bij klimaatverdragen en de bestudering van (milieu)effecten. De discussie na afloop concentreerde zich weer rond de ik zou haast zeggen, aloude punten of RS nu wel of niet een technologie was „looking for a problem" en welke rol (kenniscentra?) is wegge legd voor de private, respectievelijk de publieke sector bij kennis verwerving en -verspreiding. Zoals te verwachten, kwamen de verte genwoordigers van bedrijfsleven en universiteiten er weer niet uit! Voorzitter dr. A. VZ. B. Kalshoven van de Kring RS 500 persoon lijke leden en zo'n 70 organisaties) sloot vervolgens af met het bena drukken van het belang van het NRSP voor de Kring door middel van gemeenschappelijke studiedagen en het uitbrengen van de Nieuws brief. Ook kondigde hij de komst van een Kring-beleidsplan 1991- 2000 aan met een nieuwe uitgave van de almanak, bevattende een overzicht van alle RS-activiteiten in Nederland. Op de receptie na afloop kon uit meerdere monden onder andere die van uw redacteur worden opgetekend, dat het technologie speerpunt RS toch wel bijzonder gezegend is met zo'n goed-lopend stimuleringsprogramma, waar dat voor andere geodetische speer punten als bijvoorbeeld GPS en GIS (voorlopig?) bij een vrome wens moet blijven. Frits J. J. Brouwer SNELLIUS 50 JAAR Van 27 november t/m 1 december 1990 vierde het Landmeetkundig Gezelschap „Snellius" z'n tiende lustrum. Met de buitengewone le denvergadering op dinsdag werd de lustrumweek geopend. Prof.dr. Bots ontving, wegens zijn langjarige speciale betrokkenheid bij de studenten geodesie, het erelidmaatschap. Voorts werd het lustrum- boek ,,Een halve eeuw in de goede richting" gepresenteerd. Na de vergadering werd de faculteit het traditionele cadeau aangeboden. De faculteit had ook een verrassing voor „Snellius". Op woensdag was de excursie, twee zelfs. Zó groot was de belang stelling. De ene excursie ging naar NS en Grontmij en de andere naar Intergraph en ESTEC. De excursie werd afgesloten met de tra ditionele boerenkoolmaaltijd. Aansluitend was het „Open Feest" in de Koornbeurs te Delft. De band, Bob Color, was een succes. Het feest ging door tot in de kleine uurtjes, maar de volgende ochtend moest men weer vroeg de veren uit voor het lustrumsymposium: Artificial Intelligence in de Geodesie. Dagvoorzitter was drs.ir. H.A.L. Dekker. Lezingen werden achter eenvolgens verzorgd door prof. S.J. Doorman, prof. M. Molenaar, prof. N.J. Mulder, dr. M.J. Kraak en ir. M.P. Moolenaar. De lezingen waren interessant en vaak ook amusant. Het symposium werd af gesloten met een borrel in de Snelliusbar. 's Avonds werd de verjaar dag van „Snellius" gevierd; sommigen gingen 's ochtends vroeg pas de veren weer in. Vrijdag 9.00 uur: opening van de bedrijvendag en presentatie van de Reflector. De volgende bedrijven en diensten hadden een stand op gebouwd: Kadaster, KLM Aerocarto, Van Steenis, Prime Computer, Grontmij, Sokkisha Europe, Oranjewoud, Bravenboer Scheers, Hewlett-Packard Nederland, Rocomp, Inpark, Logisterion, Topcon Europe, Meetkundige Dienst (RWS), Intergraph Benelux en Radio Holland. Nieuw was, dat de bedrijven in de gelegenheid werden gesteld via lezingen speciale aspecten van hun bedrijf toe te lichten. De bedrijvendag werd afgesloten met een aangename receptie, aan geboden door genoemde bedrijven. Een bijzonder geslaagde dag, één van de hoogtepunten van het lustrum. Aansluitend was de ou derdag. De dag werd afgesloten met een Geodetische Veiling, bezie lend geleid door veilingmeester ir. G.J. van Rooij en secretaris mr. D.L. Rodrigues Lopes. Veel bedrijven en instellingen hadden land meetkundige klassiekers ter beschikking gesteld. Kroonstuk vormde een Sokkisha-theodoliet op origineel statief. Ruim 80 oud-leden haalden 's zaterdags tijdens de reünie, gehouden in het Gebouw, herinneringen op. Diavoorstellingen en de fototen toonstelling zorgden voor de visuele ondersteuning. Vereerd waren wij met de deelname van de eerste voorzitter van „Snellius", de heer Dogterom. Om 20.00 uur begon de gala-avond in de Euromast. Op 110 meter hoogte werd gedineerd en gedanst tot 3.00 uur in de morgen. Allen die hebben bijgedragen aan het welslagen van ons tiende lustrum: hartelijk dank. Vijftig jaar is „Snellius", maar nog immer springlevend. Namens de Snel/ius-gemeenschap Bo Soerjadi Prof. Bots, die sinds mensenheugenis het vak mechanica verzorgt, ontvangt het erelidmaatschap van Snellius". 140 NGT GEODESIA 91 - 3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1991 | | pagina 32