__JL j TOPOGRAPHY f EQUIPOTENTIAL SURFACE TOPOGRAPHY Z EQUIPOTENTIAL SURFACE Fig. 6. Equipotentiaalvlakken. onder het concept hoogte. Want tweedimensionaal plus ééndimensionaal hoeft beslist nog geen driedimensio naal te zijn. Als we spreken over hoogte, dienen we goed onderscheid te maken tussen het geometrische en het gravimetrische concept. Het onderscheid is weliswaar voor veel prak tische toepassingen subtiel, maar niettemin toch zeer essentieel. De beide hoogteconcepten onderscheiden zich onder andere in de definitie van hun referentievlakken, ofwel niveauvlakken. Voor het geometrische hoogteconcept is het type niveauvlak niet essentieel. Het zou bijvoorbeeld een plat vlak of een bol kunnen zijn. Vanwege de afge platte vorm van de aarde is het echter gebruikelijk te kiezen voor een omwentelingsellipsoïde die in het middel punt van de aarde is gecentreerd. We spreken dan van ellipsoïdische hoogte. Het geometrische hoogteconcept hoort dus bij een zuiver meetkundige beschrijving van de aarde, zonder dat er enige band bestaat met het aardse zwaartekrachtsveld. GPS kan ons deze hoogte leveren. Het is echter niet de hoogte die door de meeste ééndimensionale netwerken wordt beschreven. Deze netwerken beschrijven namelijk gravimetrische hoogten. Geometrisch en gravimetrisch hoogteconcept Wat is nu precies het verschil tussen geometrische en gravimetrische hoogten? Dat kan denk ik het beste wor den geïllustreerd aan de hand van een voorbeeld. Stelt u zich eens voor dat u in het mooie, Limburgse land schap een wandeling aan het maken bent. Met uw beide ogen ziet u diepte en kunt u boven van onder onderschei den. Kortom, u bent in staat om geometrische hoogtever schillen waar te nemen. Veronderstel dat u vervolgens uw ogen sluit en door een gids bij de hand wordt genomen. Hoogteverschillen ziet u nu niet meer, maar voelen doet u ze wel. Het beklimmen van een berg kost u namelijk energie: hoe hoger de berg, des te meer energie kost het u om de top te bereiken. Dit energieverlies is een maat voor het door u afgelegde gravimetrische hoogteverschil. Het is het gevolg van het feit dat u bij beklimming van de berg een weg aflegt, die niet haaks staat op de lokale zwaartekrachtsvectoren (fig. 6). 114 Laat ik dit nog eens wat nader toelichten. Als de massa van de berg zo groot zou zijn, dat alle lokale zwaarte krachtsvectoren haaks op de bergrand zouden staan, dan vormt de bergrand een vlak van gelijke potentiële ener gie, ofwel een equipotentiaalvlak. Ten opzichte van deze niveauvlakken worden gravimetrische hoogten beschre ven. In deze situatie zou u, nog altijd met uw ogen dicht, het idee krijgen over vlak terrein te wandelen, want on danks het geometrische hoogteverschil is er dan namelijk geen gravimetrisch hoogteverschil. Waarom is het onderscheid tussen beide hoogtecon cepten zo essentieel? Omdat vrij verplaatsbare massa's altijd posities van minimale potentiële energie innemen. Kennis over gravimetrische hoogten en dus over de toe stand van potentiële energie van de topografie is daarom van groot, praktisch belang. Denkt u bijvoorbeeld maar aan de waterhuishouding. De huidige ééndimensionale netwerken beschrijven juist deze toestand van potentiële energie van de topografie. De topografische potentiaal verschillen worden hierbij bepaald uit een combinatie van lokale zwaartekrachtsmetingen en een netwerk van wa terpasmetingen volgens de regelarbeid is kracht maal afgelegde weg". Waterpassen met GPS Welke rol is bij de bepaling van deze potentiaalverschillen weggelegd voor GPS? Op het eerste gezicht lijkt deze er niet te zijn. Uitkomst wordt echter geboden, als we gaan denken aan de integratie van geometrische en gravime trische concepten. De bekende oppervlakte-integraal van Stokes biedt daartoe interessante mogelijkheden. Deze integraal legt namelijk een functioneel verband tussen enerzijds de geometrie van het aardoppervlak en ander zijds de gravimetrische grootheden hierop, te weten potentiaal en zwaartekracht. Met dit functionele verband moet het dus in principe mogelijk zijn topografische potentiaalverschillen te bepalen uit een integratie van GPS- en zwaartekrachtsmetingen. Hoewel nog verschillende theoretische problemen te overwinnen zijn, in het bijzonder als het gaat om kwali teitsbeheersing, hebben eerste onderzoekingen van deze integratiemethode toch al zeer bemoedigende resultaten 7777^ geoid ellipsoid Fig. 7. Hoogtemeting met GPS. NGT GEODESIA 91 - 3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1991 | | pagina 6