Integratie Dynamische puntsbepaling vessel mm opgeleverd. Het is dan ook niet uitgesloten, dat de ge schetste integratiemethode de kostbare en tijdvergende lagere orde waterpassingen voor een belangrijk deel zou kunnen gaan vervangen. „Waterpassen met GPS" lijkt dus voor een aantal toepassingen in de toekomst tot de mogelijkheden te gaan behoren (fig. 7). Het zojuist geschetste integratieconcept van GPS- en zwaartekrachtsmetingen is een goed voorbeeld van een praktische toepassing van de integratiemethoden die de laatste jaren in de geodesie in ontwikkeling zijn. Het bete kenisvolle van deze theoretische ontwikkeling is, dat het op termijn de mogelijkheid biedt te komen tot een con sistent raamwerk ten behoeve van de gezamenlijke bepa ling van positie en potentiaal. Zo maakt integratie het in beginsel mogelijk gravimetri- sche hypothesen streng te toetsen. Het zou dan bijvoor beeld uitsluitsel kunnen geven over de tot nu toe onver klaarde discrepanties tussen de met oceanografische en geodetische methoden bepaalde equipotentiaalvlakken. Bovendien is het van groot belang voor de wereldwijde scheiding van zeespiegelrijzing en verticale korstbewe- gingen. Het interessante van de integratie van geometrische en gravimetrische functionalen is ook, dat men wordt ge confronteerd met sterk uiteenlopende, maar elkaar aan vullende, functiemodellen. Voor de netwerken zijn deze bijvoorbeeld discreet van aard, gebaseerd op meerpunts- functionalen en overtallig. Voor de potentiaalbepaling zijn deze daarentegen continu van aard, gebaseerd op enkel- puntsfunctionalen en vanwege de eindige waarnemings- greep ondertallig. Bovendien houdt het principe van het werken van het grote naar het kleine voor de gravimetrie in, dat de ruimtemethoden dienen te worden aangesloten op de terrestrische methoden, terwijl dit voor de geo metrie, zoals we eerder hebben gezien, nu juist anders om geldt. Het zijn onder andere deze eigenschappen van de functionalen, die de ontwikkeling van nieuwe verwer kingsmethoden ten behoeve van integratie noodzakelijk maken. Door het consequent trekken van de parallel met de tra ditionele vereffenings- en toetsingstheorie is de laatste jaren op dit gebied al een aantal belangrijke resultaten geboekt. Ik noem de gevonden oplossing voor het over- bepaalde, geodetische randwaardeprobleem, de hybride- normmethode voor de integratie van discrete en gedis- cretiseerde functionalen, en tenslotte de spectrale be schrijving van continue netwerken. Niettemin zullen nog verschillende vragen moeten worden beantwoord, voor dat we met recht kunnen spreken over een consistent raamwerk van integratiemethoden voor geometrische en gravimetrische concepten; een raamwerk waarbinnen dan de afzonderlijke verwerkingsmethoden automatisch hun plaats zullen vinden. Tot nu toe heb ik een aantal nieuwe ontwikkelingen ge schetst op het gebied van de statische puntsbepaling en op het gebied van de integratie van geometrische en gravimetrische concepten. De ontwikkelingen in de satel- lietenpuntsbepaling en de theorievorming op het gebied van de geïntegreerde geodesie hebben echter ook be langrijke consequenties voor de dynamische puntsbe paling. NGT GEODESIA 91 - 3 Tot voor kort heeft het werkterrein van de geodeet, die betrokken was bij de dynamische puntsbepaling, voor namelijk gelegen op zee. Zijn werkzaamheden worden daarbij uitgevoerd ten behoeve van de hydrografie, de offshore-exploratie en meer in het algemeen het zee- oriderzoek. Het betreft hier toepassingen, die nauwkeu rige en voortdurend beschikbare puntsbepaling vereisen, zoals de positiebepaling van vaartuigen voor opname- en karteringsdoeleinden, het dynamisch positioneren van platforms en schepen (fig. 8), en de positie- en netwerk bepaling van schip en „streamer" voor driedimensionale, seismische surveys. Omdat het conceptueel gezien een kleine stap is van de dynamische puntsbepaling naar de algemene navigatie, is het opmerkelijk dat de algemene navigatie altijd een wat aparte rol heeft gespeeld in de geodesie. Hiervoor zijn drie redenen aan te geven. Allereerst stelde de navi gatie in vergelijking met de traditionele puntsbepaling over het algemeen geen hoge precisie-eisen. Ten tweede was er altijd sprake van een geometrisch eenvoudige en vaak niet eens overtallige enkelpuntsbepaling. En op de derde plaats werden er in de algemene navigatie punts- bepalingssystemen toegepast, die vaak te specifiek waren om voor de geodeet gemeengoed te worden. De laatste jaren zien we echter, dat de in de algemene navigatie toegepaste methoden en technieken een steeds duidelijker verwantschap gaan vertonen met die van de traditionele puntsbepaling. Enerzijds komt dit natuurlijk door de ontwikkeling van het GPS-systeem. Anderzijds komt ook in de navigatie de nadruk steeds meer te liggen op het ontwerpen van verwerkingsmetho den voor de koppeling van verschillende sensoren tot een geïntegreerd navigatiesysteem. Deze ontwikkeling is mogelijk geworden door de rijping van digitale technieken en microprocessoren, waardoor een verschuiving van apparatuur naar programmatuur is ontstaan. Integratie van navigatiesensoren heeft het grote voor deel, dat het een strenge verwerking van de afzonderlijke gegevensstromen mogelijk maakt. Op die manier kunnen de elkaar aanvullende en controlerende eigenschappen van de sensoren optimaal worden benut. Fig. 8. Positionering op zee. 115 mmtw commm oprnma CMTMiLlH isrimuü MtASUHWfMÏS mom. Ammnm kalman m iw ACTUAl MlAStMMWrS

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1991 | | pagina 7